Bewaard voor de ure der verzoeking

Henk Schouten • 79 - 2003/04 • Uitgave: 12
We geloven vast, dat de Here God de laatste dingen van en voor deze aarde niet verborgen houdt voor Zijn kinderen. Wanneer de Here op weg is tot verwoesting van Sodom en Gomorra vertelt Hij aan Abraham wat Hij zal gaan doen (Genesis 18:18). In Judas 1:7 lezen we dat deze steden ‘daar liggen als voorbeeld’. Bij dat voorbeeld denken we aan de ernstige waarschuwing dat beide steden geoordeeld zijn omdat hun zonde onstuitbaar groot tot de Here God was gedrongen. Lot werd bewaard voor de ure der verzoeking. Wat een genadige God.

In Openbaring lezen we iets dat daarmee overeenkomt. De gemeente Filadelfia leeft vlak voor het moment dat het oordeel over de gehele wereld komen zal (Openbaring 3:10). Dit oordeel wordt hier ‘ure der verzoeking’ genoemd. Gedacht moet worden aan de apocalyptische gebeurtenissen die op het punt staan beschreven te worden in dit laatste bijbelboek. Het zijn vreselijke rampen en oordelen van God over een wereld die naar Hem niet geluisterd heeft en Zijn Zoon als Heer en Heiland niet heeft aangenomen en gediend. Deze rampperiode krijgt in de Bijbel meerdere namen, de Here Jezus zelf spreekt van ‘Grote Verdrukking’. Er komt een last op de mens te liggen, zoals nooit tevoren en nadien ook nooit meer komen zal. De omkering van Sodom en Gomorra zijn een voorbeeld van dit verschrikkelijke. Maar zoals Lot ternauwernood gered werd, zo zullen ook de gelovigen van die laatste dagen gerukt worden uit de wereld die op het punt staat geoordeeld te worden. De Here Jezus zelf zegt: ‘Ik zal u bewaren’. Dat is een schitterende garantie door niemand minder gegeven dan de Here Jezus zelf.
Ik weet dat op allerlei wijze deze belofte weersproken wordt. Dat gebeurt soms door gebrek aan kennis van en inzicht in Gods Woord. Soms wil men bewust de hoop die er is onthouden aan mensen. Men vindt het ongerijmd dat sommige christenen verdrukt worden en anderen niet. Die ongerijmdheid is er alle dagen. Wanneer u vrij en blij Gods Woord kunt lezen en bespreken en diensten kunt bezoeken, besef dan dat veel broeders en zusters die vrijheid niet kennen. Maar ernstiger is, dat men niet weet te onderscheiden tussen verdrukkingen in het algemeen en het doel van de Grote Verdrukking in het bijzonder. Op een andere plaats in 'Het Zoeklicht' kunt u daarover lezen.
Het boek Openbaring is niet de enige plaats waar over deze bewaring gesproken wordt. Hoewel één enkele tekst ons voldoende zou zijn. In 1 Thessalonicenzen 5:9 lezen we: ‘Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van zaligheid’. Deze toorn heeft betrekking op een ‘plotseling verderf’ (vers 3) dat over de aarde komen zal. Dit verderf zal de ongelovigen onverwacht en hard treffen. Dan mag Paulus ons verzekeren: ‘Maar gij broeders zijt niet in de duisternis… gij zijt kinderen des lichts….want God heeft ons niet gesteld tot toorn’ (1 Thessalonicenzen 5:4,5,9) . Bij deze toorn moeten we denken aan de ‘toorn van het Lam’ (Openbaring 6:16). Vrijgekocht door het bloed van het Lam zullen we ontkomen aan die vreselijke ure der verzoeking, die duisternis die over de hele wereld komen zal, zoals ook Lot ternauwernood gered werd.
Lot wordt in 2 Petrus 2:7 geroemd als rechtvaardige, die zwaar te lijden had onder de losbandige wandel van de zedelozen, we lezen van kwelling van zijn ziel. Daarin was hij anders dan zijn tijd- en stadgenoten. Voorwaarde tot bewaring voor de ure der verzoeking die over de hele wereld gaat komen is, dat wij rechtvaardig zullen zijn. Die rechtvaardiging is niet van onszelf, maar ze wordt ontvangen door geloof in Jezus Christus. Hij nam, in onze plaats, Gods toorn op zich. Hij heeft in onze plaats de straf gedragen die voor ons was. Wanneer we Zijn kruisoffer als voor ons volbracht aannemen, zullen we bewaard worden op het moment dat de aarde en haar bewoners getroffen zullen worden door de vreselijke dingen die gaan komen. Onderzoek uzelf ernstig, hebt u de Here als uw Verlosser aangenomen?
Abraham had in de geschiedenis rond Sodom en Gomorra ook een opmerkelijke taak. Hij was voorbidder. Hij kreeg inzicht en kennis van Gods voornemen met betrekking tot de wereld van de beide genoemde steden. Abraham drong wel heel vrijmoedig aan bij God tot redding en behoud. Laten we in deze tijd toch datgene doen waarin Abraham een voorbeeld is en er bij God op aandringen opdat nog velen bewaard zullen blijven. De tijd is ernstig, Gods belofte is hoopvol.

ds. Henk Schouten