Bewogen brieven (II)

Hugo Bouter • 79 - 2003/04 • Uitgave: 2
Bijzondere beloften van Christus in Openbaring 2 & 3

Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens’,
Openbaring 2:7


Hoe kan iemand weten dat hij of zij het eeuwige leven heeft? Het antwoord van de Bijbel is eigenlijk heel eenvoudig. Het hangt ervan af of wij de Here Jezus als onze Heiland kennen. Dat is het allesbeslissende punt. Dode zondaars vinden het leven alleen in Hem: ‘God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet’ (1 Johannes 5:11-12). De behoudenis is in niemand anders (Handelingen 4:12). Wanneer u het leven hebt ontvangen door het geloof in Zijn Naam, dan bent u behouden voor tijd en eeuwigheid.
Weet u door genade gered te zijn? Dan is op u van toepassing wat de vader zegt in de gelijkenis van de verloren zoon: ‘Want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden’ (Lucas 15:24). Als geredde zondaars zijn wij voor altijd gelukkig en mogen wij het feest van onze verlossing vieren, zoals dat in deze geschiedenis ook gebeurde. Dat betekent niet dat wij dan geen problemen meer zullen hebben. Zolang wij op aarde zijn, is er moeite en strijd. Maar in alles wat ons kan overkomen, is er ook overwinning ‘door Hem, die ons heeft liefgehad’ (Romeinen 8:37vv.). Niets kan ons van Zijn liefde scheiden. En het nieuwe leven dat Hij ons heeft geschonken, kunnen wij nooit meer verliezen. Straks in de hemel zullen wij het voor altijd genieten in zijn volheid en volkomenheid.
Die belofte gold voor de christenen te Efeze, maar ook voor ons wanneer wij door het geloof onze hand erop leggen. Het laatste bijbelboek gebruikt een bepaalde beeldspraak om dit duidelijk te maken en het verwijst hierbij naar het boek Genesis. Wie in de aardse strijd overwint in Gods kracht, mag voor altijd ‘eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is’ (Openbaring 2:7). De boom des levens is Christus Zelf. Hij is nu bij God in de hemel, in het paradijs. Christus noemde Zichzelf ‘het groene hout’ (Lucas 23:31). Hij was te vergelijken met ‘een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd’ (Psalm 1:3).
Het ‘eten’ van deze boom des levens is het zich voeden met Zijn Persoon, het deelhebben aan Zijn leven. Onze totale afhankelijkheid van Hem wordt in dit beeld tot uitdrukking gebracht. Het gaat hier dus om een fundamentele geestelijke zegen, die het voorrecht van iedere ware gelovige is. Daarom is iedere ware christen die de Here volgt, per definitie ook een ‘overwinnaar’.
Het ‘eten’ van Hem, het zich voeden met Hem, is een bekend bijbels beeld; zoals wij ook zien in Johannes 6, waar Christus over Zichzelf spreekt als het brood des levens. Lees dat hoofdstuk maar eens door. Door het geloof mogen wij ons, geestelijk gesproken, voeden met Hem en deelhebben aan Zijn leven, het eeuwige leven. Dat zal in de hemel ook zo zijn, maar dan in alle volkomenheid. In het paradijs van God, waar geen zonde en verdriet meer zijn, geeft Christus de Zijnen ‘te eten van de boom des levens’. Wie verlost is van zonde en schuld en gereinigd door het bloed van het Lam, heeft recht op het geboomte des levens en zal door de poorten het nieuwe Jeruzalem binnengaan (vgl. Openbaring 7:14 en 22:14). U blijft toch niet buiten staan?

‘Dit nu is het eeuwige leven,
dat zij U kennen, de enige waarachtige God,
en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt’.
Johannes 17:3

Hugo Bouter