Chasid

Gieneke van Veen-Vrolijk • 81 - 2005/06 • Uitgave: 6
Vorige keer gingen wij in op het Hebreeuwse woord ‘chesed’ (= bestendige liefde, genade, barmhartigheid, gunstbewijs…). Nauw verwant hieraan, is het (moeilijk vertaalbare) woord ‘chasid’, dat vanwege de rijke geestelijke betekenis aandacht verdient. In bijbelvertalingen wordt ‘chasid’ wel weergegeven met het vaak onbegrepen woord ‘vroom’, waarbij men veelal denkt aan dingen die dit Hebreeuwse woord niet inhoudt. Het begrip ‘chasid’ is afgeleid van ‘chesed’ en betekent: gunstgenoot, begunstigd, begenadigd, geliefd, toegewijd, Godvrezend.
Wat leert dit woord ons? We noemen drie punten.

Het begrip ‘chasid’ duidt op iemand die deel heeft gekregen aan God’s ‘chesed’ (heilsgenade), toen hij/zij aan de voet van Christus’ kruis kwam en door God werd gered van de eeuwige zondedood. Een verloren zondaar werd ‘chasid’ (= begenadigde) door te drinken uit de genade-bron. Als ‘chasid’ weet je: “God bewaart de ziel van Zijn gunstgenoten…” (Ps. 97:10b). De Here leidt Zijn begunstigden, bewaart hun voeten, jubelde Hanna (1 Sam. 2:9a). “God bewaart de weg van Zijn geliefden…” leert Spreuken (2:8b).

Een ‘chasid’ is iemand die leeft naar God’s genadeliefde en put uit Zijn Chesed-bron. Het drinken uit Gods liefdebron tekent het leven van de ‘chasid’. Dat is niet uiterlijk ‘vroom’ zijn, maar innerlijk gevoed en gelaafd worden, geestelijk versterkt door de relatie met Hem. De ‘chasid’ heeft de Here lief en haat de zonde (Ps. 97:10). Salomo wist dat dit vreugde geeft en besloot zijn lange Tempel-inwijdingsgebed met de bede “…laat Uw begenadigden over het goede blij zijn…” (2 Kron. 6:41). Dát vreugdeleven zal dan ook concreet zichtbaar worden en dit brengt ons op het derde punt.

Een ‘chasid’ dient en looft de Here. Bij het God toegewijd dienen is lofprijzing een voorname taak: “Psalmzingt de Here, U Zijn gunstgenoten/toegewijden… ”(Ps. 30:5a).
Door Gods genade mogen wij als ‘chasid’ met de psalmist meezingen: “Ik zal u eeuwig loven… ik zal Uw Naam verwachten, want hij is goed voor uw begenadigden” (Ps. 52:11).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk