Column: Sociale status

Jef de Vriese • 82 - 2006/07 • Uitgave: 15
De toevloed van migranten confronteert ook onze maatschappij met de economische verwarring in de wereld. Voorlopig houden we die op afstand door een strak migrantenbeleid, te handelen alsof hun problemen niet onze verantwoordelijkheid zijn en hen af te zonderen in bepaalde wijken van de stad. Misschien is onze West-Europese maatschappij minder strak opgedeeld in arm en rijk dan vroeger. De sociale wetgeving en de democratisering van het onderwijs boden aan mensen uit een arbeidersmilieu toch financiële stabiliteit en de mogelijkheid om via studie hoger op de maatschappelijke ladder te klimmen. Nu beloert ons het gevaar van zelfvoldaanheid en knus cocoonen (terugtrekken) in onze welvaart. Ook hier ligt de hartsgesteldheid van het egoïsme op de loer, de keuze voor de partij die bestaat uit ik, mij en mijzelf. We hebben vaak geen oog voor de nood van een ander en zijn onverschillig voor de armoede die er wel degelijk is. Reclame wekt de begeerte van ons hart naar een auto met nog meer opties of naar een exclusief parfum. Wanneer wij het geld niet bezitten, bieden een kredietkaart of een hypotheeklening soelaas om het hart te bevredigen. Ook kunnen we het niet nalaten om commentaar te geven op iemand die een auto van een bepaald merk heeft gekocht, een groot huis heeft gebouwd of een verre reis onderneemt. Geld en bezit spelen wel degelijk een rol in hoe wij elkaar beoordelen.

Rijkdom en sociale status worden geëtaleerd door juwelen en merkkledij, of door dure horloges en een luxeauto (Jak. 2:2). Zo iemand kan op meer respect rekenen dan de anderen. In de gemeente is dat zonde.

Jef De Vriese