Commentaar - jrg. 81-11

Feike ter Velde • 81 - 2005/06 • Uitgave: 11
Als het verstand autonoom wordt, de wetenschap atheïstisch, als de moraal geen enkele norm meer erkent en als de politiek heidens wordt, dan meent de mens zich te hebben vrijgemaakt”, schreef bijbelleraar Réné Pache in 1967 in zijn boek “Inspiratie en het gezag van de Bijbel”. Hij merkt er direct bij op dat van die vrijheid echter geen sprake is. De mens heeft zich een ideologie als autoriteit gekozen, die zijn eigen ‘priesters’ heeft en zijn fanatisme en onfeilbaarheid kent. De opsomming die hij geeft is echter een bijna tastbare werkelijkheid onder ons geworden. De moderne mens denkt ieder gezag aan de kant te hebben gezet en zó vrij te zijn. Maar steeds meer mensen raken met handen en voeten gebonden aan allerlei zaken. De veilige haven van de eigen gekozen zekerheden blijkt toch niet zo veilig. Maar breder in de samenleving is er het fanatisme en de onfeilbaarheid van de autonome mens, met als moderne religie het humanisme. Het humanisme is de religieuze, geestelijke vorm van de zelfaanbidding. In die zelfaanbidding is de moderne mens verdwaald geraakt. In zijn denken is er niets dan hijzelf als het hoogste goed. Absolute waarheid bestaat niet. Dan is niets meer waar, niets meer goed en niets meer slecht. De Bijbel leert ons de antithese – er is goed en er is kwaad. Het christelijke geloof gaat niet uit van een abstract waarheidsbegrip, maar van de Ene en Levende God, die Waarheid is. Ook van Zijn Woord dat Waarheid is, ook als dat niet gemakkelijk is in het maken van keuzes in kerk en wereld. Het optimistische humanisme leidt tot pessimisme en uiteindelijk tot wanhoop. Want de waarheid is niet te vinden in de mens, noch in de wereld, maar in God en in Zijn Evangelie. Wie de antithese heeft losgelaten, zwalkt over de wereldzee als een stuurloos schip. Zo kregen we onze blinde leidslieden, die ‘opiniemakers’ heten.

Feike ter Velde
Hoofdredacteur Het Zoeklicht