Commentaar - jrg. 81-24

Feike ter Velde • 81 - 2005/06 • Uitgave: 24
In veel steden in Europa, het Midden-Oosten en Azië ging de Deense vlag in vlammen op, Deense ambassades werden door brand verwoest en de moslimhysterie was compleet. In Gaza en Afghanistan moesten ook de Noren het ontgelden. Deense toeristen en zakenmensen werden in allerijl teruggeroepen uit de moslimlanden, omdat hun leven direct gevaar liep. Denemarken staat internationaal op de kaart sinds op 3 februari in de het Midden-Oosten rellen van ongekende omvang uitbraken over enkele cartoons in een Deense krant. Het ging om afbeeldingen van Mohammed. Nu mag men hem, vanwege zijn ‘heiligheid’ in het geheel niet afbeelden, maar zeker niet in spottende zin als leider van zelfmoordterroristen. Sommige cartoons zijn kwetsend en ook natuurlijk als zodanig bedoeld. Vrijheid, ook die van meningsuiting, kan alleen bestaan binnen de grenzen van verantwoordelijkheid, zowel voor de medemens, als voor de samenleving. De ongebreidelde hysterie van moslims rond deze zaak echter doet toch wel versteld staan. En dan te bedenken dat in bijna alle moslimlanden de meest grove en onsmakelijk anti-joodse cartoons dagelijks voer zijn. Sommige zijn zo onvoorstelbaar smerig, daar kunnen wij ons zelfs geen voorstelling van maken. We hoorden nooit een bezwaar van moslims in die landen.

De Denen, echter, hebben nog niet zo lang geleden de Noorse god van de donder, Thor, weer officieel erkend als een godheid in Denemarken. Zij, die deze god dienen, worden erkend als ‘gelovigen’ net als andere gelovigen in het land, waarvan de Lutheranen in Denemarken veruit de meerheid vormen. Thor is dezelfde godheid als Donar in andere delen van het oude Europa. Hij is de geweldige, die erop los slaat als het nodig is in donder en bliksem. Net als Jupiter bij de Romeinen en Zeus bij de Grieken. De namen zijn anders, maar de machten erachter zijn dezelfde. Achter deze goden van volken en culturen staat de vorst der duisternis, ‘de overste dezer wereld’. Het zijn de geesten die deze wereld beheersen (Ef. 6:12).

Dat is voor de moderne westerse mens moeilijk te verstaan. We zijn zo materialistisch gaan denken. We komen niet verder dan het zichtbare en tastbare van het hier en nu. De Bijbel openbaart echter ook een onzichtbare werkelijkheid, die met het zichtbare verbonden is, maar die ook overstijgt, de metafysische werkelijkheid, dat wat áchter het zichtbare ligt. De profeten van de Bijbel tonen ons dat aan. Bijv. de machten áchter de aardse machthebbers (Ez. 28 en Dan. 10:13, 20). Zo leren we de dingen in heden, verleden en toekomst te verstaan. Liet de god van de donder zich horen in Denemarken en de wereld?

Feike ter Velde
Hoofdredacteur Het Zoeklicht