Commentaar - jrg.82-15

Feike ter Velde • 82 - 2006/07 • Uitgave: 15
Het laatste Bijbelboek, Openbaring, is voor de meeste christenen een ‘gesloten’ boek. Het is het enige boek in de Bijbel waarin staat dat het niet ‘verzegeld’ mag worden, omdat de tijd nabij is. In de kerk van Rome is het boek ‘vergeestelijkt’ en de reformatoren wisten er geen raad mee. Calvijn zou zelfs gezegd hebben: “Ik weet niet wat zo’n ‘duister schrijven’ [‘obscurus scriptor’] wil.”
Luther zei: “Mijn geest kan zich in dit boek niet vinden en voor mij is dat voldoende reden dat ik het niet hoogschat, dat Christus daarin niet geleerd, noch erkend wordt.” *)
Dat zijn ernstige vergissingen die de twee grote reformatoren hebben gemaakt en in hun navolging vandaag nog velen maken. We lezen echter in de Openbaring zelf: “Zalig hij die voorleest en zij die horen de woorden der profetie en bewaren hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij” (1:3). Het is dus een directe ongehoorzaamheid aan de Schrift om dit prachtige Bijbelboek links te laten liggen, het niet te lezen, niet te bestuderen en er niet uit te preken.
Het is een prachtig en tevens verschrikkelijk boek. De oordelen gaan over de wereld. Die oordelen zijn aan de ‘heiligen’ gegeven (1Kor. 6:2,3). Die heiligen zijn, als Jezus zelf, ‘van tussen de doden uit’ opgestaan (1Tess. 4:16) – de overige doden bleven in het graf (Op. 20:5). Redenen genoeg om te geloven en ervan uit te gaan dat de Gemeente geen deel heeft in de Grote Verdrukking, de oordelen, die in Openbaring 6-18 worden beschreven. Zij zal in de hemel zijn, met Christus, in de troon van God, om de wereld te oordelen! De Grote Verdrukking is de toorn van Hem die op de troon zit en van het Lam (Op. 6:16,17). Die toorn geldt niet de ware Gemeente van Christus, die Zijn lichaam is. Zij zal mét Hem oordelen. Wat een taak! Zijn we daarvoor al toebereid?

Feike ter Velde
Hoofdredacteur Het Zoeklicht


*) De terugkeer van Jezus Christus - pag. 10, H. Verweij, 1978, Wever Franeker