Commentaar - jrg.82-17
Christenen zijn zij, die in Christus geloven. Nu is dat woord geloven makkelijker gezegd dan gedaan. Iedereen is op zijn manier gelovig. Dat zou je haast ook van een atheïst kunnen zeggen. Die gelooft namelijk dat God niet bestaat. Dat wél geloven maakt je echter nog geen christen in de Bijbelse zin van het woord. Van ware gelovigen wordt gezegd dat het hun gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen. Wat zijn die geheimenissen, anders dan dingen die hemels zijn, onzichtbaar voor aardse ogen, maar bekend bij elke ware gelovige?
De dingen van het Koninkrijk kennen is méér dan het hebben van veel Bijbelkennis. Dat is op zichzelf natuurlijk heel mooi en belangrijk, maar die geheimenissen reiken dieper. Ze zijn moeilijk onder (aardse) woorden te brengen. De Heiland spreekt daarom alleen in gelijkenissen, in beeldende taal, om ze te duiden, maar Hij legt aan de massa niets uit. Die hemelse geheimenissen van het koninkrijk Gods kennen we met ons hart en we belijden ons geloof met de mond. Maar dat laatste is in het licht van de geheimenissen altijd slechts een schamel stamelen. Juist vanwege de diepte van de geheimenissen, die ons leven hebben veranderd en nog dagelijks willen veranderen. Ten diepste gaat het om de hemel in ons hart, door de Heilige Geest die daar in woont. Je kunt alleen waarachtig belijden als je ook waarachtig gelooft in de Here Jezus Christus, die je leven heeft veranderd. Dat belijden is niet protserig opsommen wat jij bent, maar ootmoedig erkennen wie Hij is: Jezus, de Heiland en Zaligmaker. Belijden is niet: zie mij in mijn vroomheid, maar: zie Hém in Zijn grootheid. Niet ik als de christen, maar Hij als de Christus. Zo scharen we ons niet bij het kleine groepje van de gelijkgezinden, maar bij de kostbare groep van Jezus-gezinden. We zien niet naar elkaar of de ander al zo geworden is als ik, maar we zien op Hem om zelf te worden zoals Hij. Wat ons samenbindt? Dat diep verborgen leven en die verborgen omgang met God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.
Dat is niet uit te leggen. Dat dragen we als geheimenis in ons hart.
Feike ter Velde
Hoofdredacteur Het Zoekilcht
De dingen van het Koninkrijk kennen is méér dan het hebben van veel Bijbelkennis. Dat is op zichzelf natuurlijk heel mooi en belangrijk, maar die geheimenissen reiken dieper. Ze zijn moeilijk onder (aardse) woorden te brengen. De Heiland spreekt daarom alleen in gelijkenissen, in beeldende taal, om ze te duiden, maar Hij legt aan de massa niets uit. Die hemelse geheimenissen van het koninkrijk Gods kennen we met ons hart en we belijden ons geloof met de mond. Maar dat laatste is in het licht van de geheimenissen altijd slechts een schamel stamelen. Juist vanwege de diepte van de geheimenissen, die ons leven hebben veranderd en nog dagelijks willen veranderen. Ten diepste gaat het om de hemel in ons hart, door de Heilige Geest die daar in woont. Je kunt alleen waarachtig belijden als je ook waarachtig gelooft in de Here Jezus Christus, die je leven heeft veranderd. Dat belijden is niet protserig opsommen wat jij bent, maar ootmoedig erkennen wie Hij is: Jezus, de Heiland en Zaligmaker. Belijden is niet: zie mij in mijn vroomheid, maar: zie Hém in Zijn grootheid. Niet ik als de christen, maar Hij als de Christus. Zo scharen we ons niet bij het kleine groepje van de gelijkgezinden, maar bij de kostbare groep van Jezus-gezinden. We zien niet naar elkaar of de ander al zo geworden is als ik, maar we zien op Hem om zelf te worden zoals Hij. Wat ons samenbindt? Dat diep verborgen leven en die verborgen omgang met God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.
Dat is niet uit te leggen. Dat dragen we als geheimenis in ons hart.
Feike ter Velde
Hoofdredacteur Het Zoekilcht