Daniël 11 (a) - Jodenvervolging

Gert van de Weerd • 84 - 2008 • Uitgave: 18
Schatgraven in de Bijbel
De Profeet Daniël 11 (a)

Jodenvervolging


Daniël 11 begint met profetie over de nabije toekomst (voor ons historie). Het is een verhaal van intrige, moord en machtsmisbruik. Boeiend voor liefhebbers van geschiedenis, maar daar is deze Bijbelstudie niet voor. Die betreft de openbaring van de Raad Gods over het Messiaanse Rijk. We zullen u daarom niet vermoeien met een vloedgolf aan exotische namen van koningen en verslagen van oorlogen. We beginnen met vers 31. Kanaän ligt dan binnen de invloedsfeer van de Seleuciden (Syrië) en de koning van het Noorden, Antiochus IV Epiphanes, besluit om de Joodse godsdienst af te schaffen.

31 Gewapende strijdkrachten van hem zullen opstaan. Dan zullen zij de tempel en de burchten ontheiligen en tevens het dagelijks offer afschaffen. Ook zullen zij een gruwel oprichten die verwoesting brengt.
Antiochus zond in 167 v.Chr. een grote troepenmacht naar Kanaän. Hun taak was om zo veel mogelijk belasting uit de bevolking te persen. Daarnaast werd de Joden de Griekse afgodendienst opgedrongen. De eredienst aan God (het dagelijks offer) werd afgeschaft en een afgodsbeeld van Zeus Olympus in de tempel opgericht.

32 Zij die inbreuk maken op het verbond zullen het door huichelachtigheid verontreinigen. Maar het volk, dat zijn God kent, zal sterk zijn en weerstand bieden.
Haast ongemerkt gaat de profetie nu over op de lange termijn. Want vers 32 ziet niet alleen op de tijd van Antiochus Epiphanes en de opstand van de Makabeeën (zoals velen stellen), maar op alle eeuwen daarna tot op de huidige dag. Het woordje Zij ziet op hen die in naam Jood zijn, maar God niet meer dienen. Daarmee plegen zij inbreuk op het verbond. Het volk, dat zijn God kent zijn zij die het geloof der vaderen vasthouden en Gods wetten eerbiedigen. Zij zullen weerstand bieden. Dankzij hun geloof heeft Gods volk zich, tegen alle menselijke berekening in, kunnen handhaven.

33 Degenen uit het volk die wijs zijn, zullen velen onderwijzen. Nochtans zullen zij, gedurende de Dagen, vallen door het zwaard, maar ook door verbranding, gevangenschap of door plundering.
Onder de Joden ontstond een nieuwe kaste: de Maśkîlîm (die wijs zijn). Daaruit ontwikkelde zich de perûšîm (afgescheidenen); Farizeeën en rabbi’s. Zij hielden het woord Gods levend onder het volk. Ook na de ondergang van de Joodse staat was dat het geval. Door de eeuwen heen (Dagen) onderwezen zij de thora. Dat kostte grote offers, want velen vielen door het zwaard, maar ook door verbranding, gevangenschap of door plundering. De tekst spreekt over de pogroms in Europa (door het zwaard) die vele levens kostte. Ook het woord verbranding is typerend, want de brandstapel was hèt wapen van de inquisitie, de religieuze politie van de rooms-katholieke kerk. De plundering, tenslotte, was eeuwenlang de specialiteit van vele Europese vorsten, die zo hun lege schatkisten met Joods geld vulden.

34a Als zij zullen vallen, dan zullen zij slechts weinig hulp ontvangen.
Tijdens de Joodse oorlogen (66-70 en 132-135 na Chr.) stonden de Joden alleen tegenover het machtige Romeinse rijk. In beide gevallen eindigde de oorlog in een verpletterende nederlaag. Maar, het weinig hulp ziet ook op de periode daarna. Want toen de natie ophield te bestaan, werden de Joden vrijwel overal ter wereld een verdrukte minderheid. Hun lotgevallen in de Tweede Wereldoorlog is een schrijnende bevestiging van de profetie. In Nederland overleefden slechts enige duizenden Joden op een totaal van ruim 110.000. Zij ontvingen weinig hulp.

34b En velen van hen zullen zich aansluiten bij de onoprechten.
Het was levensgevaarlijk geworden om Jood te zijn. Velen sloten zich daarom aan bij de onoprechten. Zij verloochenden aldus hun Joodse wortels en namen zo nodig zelfs de godsdienst aan van hun grootste vijanden. Dat waren zij, die christenen genoemd werden*.
* De meeste Joden kennen geen onderscheid tussen gelovige christenen en naamchristenen. Zij spreken van het christelijke westen en de rooms-katholieke kerk dat een door hen gevreesd instituut was. Deze twee waren eeuwenlang hun grootste vijanden. Ontelbare Joden werden vervolgd en vermoord.

35 Ook uit de wijzen zullen er struikelen, opdat zij gezuiverd mogen worden, maar ook ter loutering, teneinde hen onberispelijk te maken voor de tijd van het einde, want nochtans vindt het op de gestelde tijd plaats.
De profetie springt nu naar de Eindtijd. Want dat bittere lijden blijkt tot de zuivering van het Joodse volk te leiden. Want als de gruwel der verwoesting wordt opgericht (Dan. 9:27), zal een ieder dit afgodsbeeld moeten aanbidden, op straffe des doods (Op. 13:5). De Joden die de antichrist daarin volgen, zullen zo inbreuk maken op het verbond en zich door hun huichelachtigheid verontreinigen. De wijzen, echter, zullen zich vasthouden aan Gods Woord (het volk, dat zijn God kent). Nooit zullen zij een andere God aanbidden dan Jahweh. Het afgodsbeeld van de antichrist zal hun de ogen openen en zo zullen zij de antichrist doorzien: Hij is een dienaar van de satan. Zij zullen sterk in de HERE zijn en weerstand bieden en daarom verschrikkelijk vervolgd worden.

35b opdat zij gezuiverd mogen worden, maar ook ter loutering,
De Bijbel spreekt op diverse plaatsen over de loutering van het Joodse volk in de Eindtijd; bijvoorbeeld in Zacharia 13:9a (grondtekst): ‘Dan zal Ik het derde (deel) in het vuur brengen en Ik zal hen smelten, zoals men zilver smelt en hen louteren, zoals men goud loutert.’

35d want nochtans vindt het op de gestelde tijd plaats.
We hebben reeds uitgelegd, dat een gestelde tijd (* NBG-vertaling: te dien dage) een moment aangeeft waarop de Messias terug kan komen. Welnu, alle gestelde tijden zijn Gods volk door de vingers geglipt, behalve de laatste. Dat is Het Grote Einde. We citeren Rabbi Nosson Sherman: “Indien Israëls geestelijke prestaties de snelle komst van de Messias niet teweeg brengen, is er een andere weg: De gestelde tijd. De bittere, angstaanjagende voorwaarden, die de komst van de Messias begeleiden, de verschrikkelijke rampen en het morele verval, dat is voorzegd door de wijzen, zal dat tijdsbestek vormgeven in pijn en duisternis, onheilspellende tekenen en doodsangst. Dit zijn de twee extremen: de vreugdevolle komst, teweeggebracht door Israëls verdienste én de werking van de gestelde tijd van het Einde, waarna de Messias niet langer kan talmen.”

36 Dan zal de koning naar zijn goeddunken handelen en zich verheffen en groot maken boven alle goden. En tegen de God der goden zal hij ongehoorde dingen spreken. Hij zal voorspoedig zijn totdat de wraak is voltooid, want wat vastbesloten is, dat moet plaatsvinden.
Deze perikoop begon met profetie over Antiochus Epiphanes. Dat is reeds historie voor ons. Gaandeweg is de tekst overgegaan op profetie over de antichrist. Die is nog niet vervuld. Het omslagpunt is De Gruwel der Verwoesting, het afgodsbeeld van Zeus, dat hij in de tempel van God liet oprichten. Want, volgens Matteüs 24:15 gaat dit weer gebeuren. Zo is Antiochus Epiphanes een type van de antichrist geworden. Echter, wat hij deed is maar een schaduw van het leed dat de antichrist zal aanrichten.

Gert A. van de Weerd

Bron: Van de Weerd, Bijbelverklaring,
De Profeet Daniël, deel 1 en 2. Heeft u vragen, dan kunt u de antwoorden daar vinden. Het is in begrijpelijk Nederlands geschreven en een rijke bron aan informatie. De boeken zijn te bestellen bij Het Zoeklicht.