Daniël 7 (e) - Hem, die de tijdperken verduurt

Gert van de Weerd • 83 - 2007 • Uitgave: 20
Schatgraven in de Bijbel:
De Profeet Daniël 7(e)

Hem, die de tijdperken verduurt


Ook nu geven we steeds de grondtekst, omdat we anders belangrijke details missen.

Vers 15 Ik, Daniël, was tot in het diepst van mijn ziel geschokt en de visioenen van mijn geest joegen mij angst aan. 16 Ik benaderde iemand uit de staanden. Toen vroeg ik hem naar de ware betekenis van dit alles. Daarom vertelde hij het mij en gaf mij tevens uitlegging over deze dingen.
De hemelse rechtbank heeft uitspraak gedaan. De profeet Daniël was daar getuige van. Het gebeuren heeft hem diep geschokt. Hij zoekt nu contact met een engel (de staanden) en vraagt uitleg. Dat wordt Hem gegeven.

Vers 17 Deze grote beesten, ja, alle vier, zijn vier koninkrijken die zullen opkomen uit de aarde. Echter, de heiligen van de Allerhoogste zullen het Koninkrijk ontvangen. 18 En zij zullen dit Koninkrijk in bezit hebben tot in eeuwigheid; ja, voor eeuwig en eeuwig.
De heiligen zijn het volk Israël (Ex. 19:6, Deut. 26:19, Ps. 16:3 en 34:10 en Dan. 7:25). Hen wordt het Koninkrijk (Kanaän) voor altijd in bezit gegeven.

Vers 19 Toen wilde ik de ware betekenis betreffende het vierde beest weten, dat zo verschillend was van alle andere. Dat zo buitengewoon angstaanjagend was, zijn tanden van ijzer en zijn klauwen van brons. Die verslond en vermaalde en wat er nog overbleef onder zijn poten vertrapte. 20 Evenzo aangaande de tien horens die op zijn kop waren en die andere die oprees, waarna er drie vielen vanwege haar. De horen die tevens ogen kreeg en een mond die snoevend sprak en indrukwekkender was dan de andere. 21 Ik keek gespannen toe, terwijl die ene horen oorlog voerde tegen de heiligen en de overhand over hen kreeg.
Daniël ontvangt een aanvullend visioen. De elfde horen (de antichrist) voert oorlog tegen de heiligen (Israël) en brengt hen de nederlaag toe (de overhand over hen kreeg). Daarmee zijn we aan het einde van De Grote Verdrukking aangeland.

Vers 22 Toen gebeurde het dat Hij die de tijdperken verduurt, verscheen. Daarop werd de gerechtelijke uitspraak afgekondigd ten voordele van de heiligen van de Allerhoogste. Toen brak het moment aan waarop de heiligen het Koninkrijk in bezit namen.
Als Israël de totale nederlaag lijkt te leiden grijpt God in. Daarmee zijn we terug bij Daniël 7:11; de rechtszitting. Het vierde beest wordt terechtgesteld en het koninkrijk, dat in het bezit was van het vierde beest (de antichrist), aan de heiligen (= het volk Israël) gegeven.

Vers 23 Dit verklaarde hij: Het vierde beest is het vierde koninkrijk dat op aarde zal verschijnen. Dat zal zich onderscheiden van alle koninkrijken, want het zal geheel de aarde verslinden en haar vertrappen en verwoesten.
Uit de tekst blijkt dat het Romeinse Rijk van de Eindtijd anders is dan het historische Rome. Want de antichrist zal zijn macht over de gehele aarde uitoefenen.

Vers 24 En de tien horens: uit het (vierde) koninkrijk zullen tien koningen voortkomen en na hen zal er nog één verrijzen Maar die… die zal geheel anders zijn dan de voorgaande en deze zal drie koningen onderwerpen.
De tien koningen brengen een elfde koning voort (Zie: artikel 7(c) - Het Zoeklicht 17). Drie daarvan zullen door zijn komst ten ondergaan. Kennelijk werken ze hem tegen, dus worden ze geëlimineerd. Die elfde koning (antichrist) is geheel anders. Dat ziet op de bovenmenselijke vermogens die hij zal bezitten. De antichrist zal een macht naar zich toetrekken die geen precedent kent in de geschiedenis en verschrikkelijk onder de mensheid huishouden.

Vers 25 Hij zal woorden tegen de Allerhoogste zelf spreken en de heiligen van de Allerhoogste verdrukken. Hij zal pogen de gestelde tijden te veranderen evenals de wet. En zij zullen in zijn hand gegeven worden voor een tijd, tijden en een halve tijd.
Het karakter van de antichrist wordt duidelijk geschilderd. Zijn doel is de Allerhoogste God te lasteren (Op. 13:5a) en zijn heiligen te doden. Dat zijn: A) Die Joden die tijdens de Grote Verdrukking Gods wet in ere houden. Zij zullen weigeren het beest te aanbidden. B) Niet-Joden (heidenen) die in de Grote Verdrukking Jezus Christus als hun Zaligmaker hebben aangenomen. Dat zijn zij, die het geloof in Jezus bewaren (Op. 14:12).

‘de gestelde tijden’ Een gestelde tijd is een keerpunt in de geschiedenis, waarop Gods heil kan doorbreken. In dit geval is dat het Messiaanse Rijk en de komst van de Messias. Dat heil betekent de ondergang van de antichrist. Logisch dat de antichrist en satan zullen proberen dat moment uit te stellen (te veranderen). Satan probeert zijn toegemeten tijd te verlengen, want hij heeft nog maar weinig tijd om zijn doelstellingen te verwezenlijken (Op. 12:12).

‘evenals de wet’ De antichrist zal de goddelijke invloed uit de samenleving proberen te bannen. Daardoor zal de aardbevolking volkomen verloederen.

Vers 25d En zij zullen in zijn hand gegeven worden voor een tijd, tijden en een halve tijd.
Algemeen wordt in dit zinsdeel de tweede periode van drie en half jaar uit de laatste jaarweek gelezen. Die vinden we ook in Openbaring 11:2; 13:5b en 12:6, hoewel daar een andere omschrijving wordt gegeven.

Vers 26 Echter, het gerechtshof zal zitting nemen en zijn macht zal worden weggenomen en tenietgedaan worden, ja, vernietigd worden tot in eeuwigheid.
Zeven jaar van verdrukking moet het volk Israël ondergaan. Vooral de tweede helft zal heel zwaar zijn. Maar aan het einde daarvan ziet de Almachtige naar de heiligen (Zijn volk Israël) om. Dan wordt aan het laatste koninkrijk der menselijke heerschappij een einde gemaakt (tenietgedaan). De wraak van God zal een ieder gelden die de antichrist en de valse profeet gediend hebben. Jeremia 30:24 De brandende toorn des HEREN zal zich niet afwenden, totdat Hij de plannen van zijn hart volvoerd en verwerkelijkt heeft; in het laatst der dagen zult gij dat inzien.

Vers 27 Dan zal de heerschappij en de macht en de grootheid van alle koninkrijken onder de ganse hemel aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste overgedragen worden. Zijn koninkrijk is een eeuwig koninkrijk en alle heersers zullen hem dienen en gehoorzamen.
Zo komt een einde aan het verbrijzelen van de macht van het heilige volk (Dan. 12:7b). Daarna zal Gods volk in ere hersteld worden en tot zijn ware bestemming komen. In een nieuw koninkrijk, onder de regering van de Messias, Jezus Christus, zullen zij een glorieuze toekomst tegemoet gaan. Jesaja 40:1 Troost, troost mijn volk, zegt uw God. Spreekt tot het hart van Jeruzalem, roept het toe, dat zijn lijdenstijd volbracht is, dat zijn ongerechtigheid geboet is, dat het uit de hand des Heren dubbel ontvangen heeft voor al zijn zonden. God zal een nieuw verbond met Zijn volk sluiten, dat nooit meer verbroken zal worden; Ezechiël 37:26 Ik zal met hen een verbond des vredes sluiten, een eeuwig verbond met hen zal het zijn; Ik zal hun een plaats geven, hen vermeerderen en mijn heiligdom voor eeuwig te midden van hen stellen.

Vers 28 Op dit punt eindigt mijn verklaring. Ik, Daniël, was ten diepste geschokt door mijn gedachten en mijn gelaatskleur was verschoten. Echter, ik hield deze zaak voor mij.
Dit laatste vers spreekt voor zich.

Gert A. van de Weerd