Daniël 8 (d) - Het einde van de antichrist

Gert van de Weerd • 84 - 2008 • Uitgave: 4
Schatgraven in de Bijbel:
De Profeet Daniël 8 (d)

Het einde van de antichrist


In het vorige artikel waren we aangekomen in de Eindtijd en wel bij de Grote Verdrukking. Satan stuurt de antichrist; de laatste koning van de ‘wereldrijken der mensen’. We geven een directe vertaling uit de grondtekst, omdat anders belangrijke details ontbreken.

Het tijdperk der mensen (waarin wij leven) wordt afgesloten met de Grote Verdrukking. Dat is een periode van zeven jaar, waarin de strijd tussen God en Satan op zijn hoogtepunt komt en rampen de aarde zullen teisteren. Dan wordt in Jeruzalem het beeld van het beest opgericht (Openbaring 13) dat bij decreet van de antichrist aanbeden moet worden. Zij die dit weigeren, zullen verschrikkelijk vervolgd worden. De Bijbel profeteert daarover: Jeremia 30:7 (NBG) ‘Wee, want groot (of: verschrikkelijk) is die dag, zonder weerga; een tijd van benauwdheid is het voor Jakob (Israël); maar daaruit zal hij gered worden.’
Daniël 9:27b (grondtekst): ‘Op een pinakel (van de tempel) zal een afschuwelijks iets zijn, dat verwoesting veroorzaakt.’ Daniël 12:1a (grondtekst): ‘In die bijzondere tijd zal Michaël, de grote vorst, opstaan, die ter bescherming is over de zonen van uw volk. Het zal een tijd van grote verdrukking zijn, zoals er nooit eerder heeft plaatsgevonden vanaf het ontstaan der volkeren tot die speciale tijd toe.’ Daniël 12:7b (grondtekst): ‘Als een einde gemaakt zal zijn aan het uiteenslaan van het heilige volk, zal dit alles voleindigd zijn.’ Matteüs 24:21-22 (NBG): ‘Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal. En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden worden; doch ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden ingekort.’
In die gruwelijke tijd zal slechts een gelovig overblijfsel behouden worden. Zij zullen getuige zijn van de wederkomst van Christus en het Messiaanse Rijk binnengaan; Maleachi 4:2 (NBG): ‘Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen.’

We gaan verder met Daniël 8:24a 'Dan zal zijn macht groot worden, maar niet door zijn eigen kracht.' De tekst spreekt over de antichrist, die grote macht zal verwerven. Dat is niet zijn eigen kracht, maar de macht van Satan.

24b Iets, dat verbijstering veroorzaakt, zal ongelooflijke verwoesting bewerken. En hij zal voorspoedig zijn als hij dat doet. Dan zal hij machtigen te gronde richten, evenals het heilige volk.
Iets dat verbijstering veroorzaakt.
Of, zoals Matteüs 24:15 het omschrijft: de gruwel der verwoesting. Dat is het beeld van het beest, dat Satan tot leven wekt en zal spreken (Op. 13:2b en 15)! De antichrist verkrijgt dan een bijna goddelijke macht (2Tess. 2:4, 9 en 10). Hij zal, om die macht te demonstreren, van een dodelijke wond genezen (Op. 13:3). Daarom zal men hem als een god vereren en als Messias erkennen. Met de inwijding van het afgodsbeeld zal een nieuwe wereldcultus worden ingesteld, de Babylon-religie, die ten doel heeft dat alle mensen de antichrist en Satan als goden zullen vereren.
De antichrist zal groot succes hebben (voorspoedig zijn; Op. 13:14) en de mensheid tot verschrikkelijke zonden verleiden. Daarmee worden de oordelen Gods over de aarde afgeroepen (Op. 6, 8, 9 en 16). De antichrist zal zijn macht uitbreiden over geheel de aarde en al zijn rivalen vernietigen (Dan. 8:24). Als hij de wereldheerschappij heeft verworven zal hij velen uit het heilige volk (Joden) ombrengen, maar ook uit de getuigen van Jezus (Op. 17:6). Dat zijn die mensen die in De Grote Verdrukking Jezus Christus als hun Zaligmaker aannemen.

25 Vanwege zijn sluwheid, zal hij bewerken, dat het bedrog van zijn hand succes zal hebben en zijn geest zal superieur zijn. Als dan zekerheid is verworven, zal hij velen verderven. Ook zal hij tegen de Vorst der vorsten opstaan. Doch hij zal door een niet-menselijke macht vernietigd worden.
Enige morele correctie ten goede zal niet meer bestaan. Dat zal tot een volkomen verval van moraal en zeden leiden.
Zijn geest zal superieur zijn: De antichrist zal met bovennatuurlijke vermogens begiftigd worden. Daarom zal een groot deel van de mensheid hem goddelijke eer geven (Op. 13:3b). Als de antichrist alle macht in handen heeft gekregen, zal hij een wereldwijde pogrom uitroepen (velen verderven) tegen een ieder die het nog waagt de ware God te dienen. Dan zal hij zijn masker laten vallen en openlijk de oorlog verklaren aan de Vorst der vorsten, God zelf (Op. 13:6-8).

25c Doch hij zal door een niet-menselijke macht vernietigd worden.
Maar, ook de antichrist komt aan z’n einde, hoewel door een niet-menselijke macht. 2 Tessalonicenzen 2:8 ‘Dan zal de wetteloze zich openbaren, dien de Here zal doden door de adem zijns monds en machteloos zal maken door zijn verschijning, als Hij komt.’
Die niet-menselijke macht is Gods Zoon, Jezus Christus. Hij zal de antichrist doden.

26 En het visioen betreffende de avond en morgen dat u is getoond, is waarheid. Maar gij, zorg, dat het visioen verzegeld wordt betreffende de dagen, die ver weg zijn.
Gabriël bevestigt met nadruk dat het visioen betreffende de avond en morgen, waarheid is. Daarmee wil hij zeggen dat het precies zo zal gebeuren als is geprofeteerd. Die mededeling had toen waarschijnlijk weinig waarde voor Daniël. Maar deze is van groot belang voor al die gelovigen die de Grote Verdrukking zullen moeten doorstaan. Zij zullen aldus in staat zijn op de dag af te bepalen, wanneer God een einde maakt aan de macht van de antichrist, 2300 dagen nadat deze de tempel en offers zal ontheiligen.
Ik denk dat velen in die tijd een meetlint boven hun bed zullen hebben. En op elke dag van die verschrikkelijke tijd zal er een getal worden afgeknipt. Nog 80, nog 70, nog 60 dagen. Nog even volhouden…; dan komt Christus ons verlossen; Maranatha!

Gabriël geeft Daniël opdracht de profetie te verzegelen, waardoor de betekenis werd verborgen. Echter... alleen betreffende de dagen die ver weg zijn, dus de Eindtijd. De overige profetie bleef toegankelijk. Kennelijk wilde God niet dat de kennis over de Eindtijd toen al openbaar zou worden. Waarom kunnen wij het dan wel begrijpen? Omdat heden de profetie van Daniël 12:4b wordt vervuld: ‘Maar gij, Daniël, houdt de woorden verborgen en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen.’ De Eindtijd; daar zijn we dichtbij gekomen, dus wordt nú de kennis vermeerderd. Dat is niet onze beslissing, maar het werk van de Heilige Geest. Het is daarom dat u de profetie moet bestuderen, want zo neemt u deel aan de ontwikkeling van Gods heilsplan!

27 En ik, Daniël, was uitgeput en lag verscheidene dagen ziek terneer. Toen stond ik op en ging over tot de koninklijke dienstbaarheid. Maar ik was ontzet over het visioen en het ging mijn begrip geheel te boven.
Dit vers spreekt voor zich.

Gert A. van de Weerd