De blinde vlek van veel politici

ds. Oscar Lohuis • 86 - 2010 • Uitgave: 22
De afgelopen maanden heb ik met meer belangstelling dan daarvoor de ontwikkelingen in de politiek gevolgd. Door de grote winst van de PVV bij de verkiezingen in juni worden alle politieke partijen gedwongen om een standpunt in te nemen ten aanzien van de islam. Een partij als het CDA heeft dat sinds jaar en dag niet willen doen. Binnen het CDA hebben in de loop der jaren zelfs islamitische volksvertegenwoordigers een plek gekregen. Ik schrijf dit artikel kort na het CDA-congres, waarin de leden moesten stemmen over wel of geen deelname aan een kabinet met gedoogsteun van de PVV. U weet dat tweederde van de leden voor regeringsdeelname heeft gestemd en een derde tegen. Het niet innemen van een duidelijk standpunt ten aanzien van de islam komt deze partij nu duur te staan. Ook al was er een meerderheid, het CDA is tot op het bot verdeeld.
Waar ik mij telkens over verbaas is het volgende. Veel politici, journalisten en opiniemakers roepen keer op keer dat alle godsdiensten even waardevol zijn. Zelfs Maxime Verhagen zei het in zijn toespraak tijdens het congres, iets in de trant van: “Waar wij in verschillen met de PVV is dat zij de islam als een kwalijke godsdienst beschouwen, terwijl voor ons alle godsdiensten even waardevol zijn.” Het is toch wel vreemd dat een leider van een ‘christelijke partij’ het christendom op één lijn schaart met de islam, terwijl een niet-gelovige politicus ons land er van bewust probeert te maken dat niet alle godsdiensten gelijk zijn.
Een ander voorbeeld dat mij te binnen schiet is het volgende. Tijdens één van de televisiedebatten van vlak voor de verkiezingen stonden Geert Wilders en Job Cohen tegenover elkaar. Het debat ging over de islam. Geert Wilders beschreef de islam als een gevaarlijke ideologie en de islamitische cultuur als van slechtere kwaliteit dan de Joods-christelijke cultuur. Job Cohen zei dat volgens hem alle godsdiensten gelijk zijn en verwoordde zijn geloof in de multiculturele samenleving. Maar is Job Cohen zich dan niet bewust van de omstandigheden waar Israël in verkeert in het Midden-Oosten? Hoe kan het dat hij, als Jood, niet doorheeft dat alle haat tegen Israël in het Midden-Oosten voortkomt uit de islam? Waarom zien zoveel politici in Nederland niet dat in alle landen waar de islam de overhand heeft gekregen het gedaan is met de vrijheid van godsdienst en meningsuiting? Waarom is het zo moeilijk om toe te geven dat de islamitische cultuur een veel slechtere cultuur is dan de Joods-christelijke cultuur? Het lijkt er sterk op dat velen dit gewoon niet willen weten.
Toen ik hier wat langer over nadacht, werd mij ineens iets duidelijk. Nederland betaalt in toenemende mate de prijs voor het loslaten van het christelijk geloof. Velen in de politiek zijn ongelovig. Bij heel veel mensen leeft het idee dat geloof slechts te maken heeft met wat in de fantasie van mensen is ontstaan: “Ach, sommigen geloven in de God van de Bijbel, anderen hebben de Koran en weer anderen zijn bezig met het Hindoeïsme. Maar dat is allemaal persoonlijke voorkeur, dat heeft niet veel met de werkelijkheid te maken en al helemaal niet met de waarheid. Over die dingen kun je niets meer zekerheid zeggen. Het blijft uiteindelijk immers een kwestie van ‘geloven’, niet waar?” Het grote probleem is dat zo veel mensen in hoge posities geloof alleen maar zien als een soort hobby. “Je kunt deze religieuze hobby hebben, of die en dat is allemaal prima. Iedereen moet daarin zijn eigen keuze maken. Maar wij houden ons in de politiek bezig met de werkelijkheid.” En dus willen veel politieke partijen een neutraal standpunt innemen ten aanzien van religie. Deze manier van denken is zo populair geworden, omdat zoveel Nederlanders zich van het christelijk geloof en van de kerk hebben afgekeerd. Omdat het relativisme hoogtij viert (het idee dat het allemaal maar relatief is, dat je niets met zekerheid over geloofszaken kan zeggen) nemen de meeste politici geen standpunt in over de islam. Velen durven er niets over te zeggen, uit angst door de heersende opinie te worden afgestraft.
Deze zomer heb ik de autobiografie van Ayaan Hirsi Ali gelezen. Zij komt uit een islamitisch gezin en heeft in diverse landen de (verschrikkingen van de) islamitische cultuur meegemaakt. Begin jaren negentig is zij als vluchtelinge in Nederland terecht gekomen. Zij heeft de Nederlandse cultuur leren kennen en heeft zich in de loop van de tijd van de islam afgekeerd. Ook zij verbaast zich er over dat er zo velen in Nederland en de Westerse wereld zijn die van mening zijn dat alle godsdiensten en alle culturen even waardevol zijn. Volgens haar is het klinkklare onzin om te zeggen dat de islamitische cultuur er net zo goed mag zijn. Binnen die cultuur worden vrouwen stelselmatig onderdrukt, worden meisjes besneden en uitgehuwelijkt op zeer jonge leeftijd, wordt polygamie geaccepteerd, wordt armoede generaties lang in stand gehouden en is geen sprake van vrijheid en democratie. Hoe kun je dan nog verdedigen dat de cultuur die de islam voortbrengt er net zo goed mag zijn?
Het atheïsme van veel politici in Den Haag heeft ertoe geleid dat velen van hen daar met grote oogkleppen op rondlopen. Het is een illusie te denken dat het er niet toe doet welk geloof je aanhangt. Het is een illusie te denken dat het geloof alleen iets is voor de privésfeer. Ook is het een illusie te denken dat je politiek kan bedrijven zonder gelovig te zijn. Ook de voormannen van bijvoorbeeld D66 zijn in feite strenggelovigen. Zij bedrijven politiek vanuit hun atheïsme, humanisme en liberalisme. Het is goed dat er scheiding is van kerk en staat. Dat wil zeggen dat de macht van de kerk niet de macht van de staat is en andersom. Maar het is een illusie om te zeggen dat je politiek en geloof ook moet scheiden. Dat kan helemaal niet. De wijze waarop je politiek bedrijft heeft altijd te maken met je geloof en je wereldbeeld.

ds. Oscar Lohuis