De cultuur van de emotie

ds. Oscar Lohuis • 86 - 2010 • Uitgave: 3
De tijd waarin wij leven wordt filosofisch gezien de tijd van het postmodernisme genoemd. Eén van de kenmerken van het postmodernisme is de nadruk op het gevoel. In het modernisme (het tijdperk dat voorafging aan het postmodernisme) werd vooral de vraag gesteld: “Is het juist om zo te denken of te handelen?” In het postmodernisme wordt vooral de vraag gesteld: “Voelt het goed om zo te denken of te handelen?” Ongetwijfeld heeft u mensen horen zeggen: “Als jou dat een goed gevoel geeft, dan moet je dat doen.” Of: “Je moet doen wat je hart je ingeeft.”
Televisieprogrammamakers scoren hoge kijkcijfers met programma's waar je veel bij voelt: geliefden van vroeger zien elkaar weer, verbroken relaties worden voor het oog van de camera hersteld, persoonlijke drama’s, zoals ziekte en overlijden, worden breed uitgemeten. We zijn overgegaan van een cultuur waarin moraal bovenaan stond naar een cultuur waarin het gevoel bovenaan staat. Een goed gevoel hebben over jezelf is nu het hoogste goed geworden.
Een Engelse socioloog deed onderzoek naar hoe vaak het woord ‘zelfwaardering’ of ‘gevoel van eigenwaarde’ (in het Engels: ‘self-esteem’) in de krant voorkwam. In 1980 kwam hij het nergens tegen in een groot aantal kranten uit dat jaar. In 1986 vond hij hetzelfde woord in eenzelfde aantal kranten drie keer. In 1990 vond hij het woord 103 keer. En in 2000 kwam het woord 3.328 keer in hetzelfde aantal kranten voor.
Hulpverleners zijn massaal bezig om hun cliënten vooral meer gevoel voor eigenwaarde bij te brengen. Veel gedragsproblemen (zoals agressiviteit of verslaving) worden vooral toegeschreven aan een gebrek aan eigenwaarde. In een cursus over opvoeding van kinderen werd ouders geleerd dat er geen goede of foute keuzes worden gemaakt door het kind, alleen maar gelukkige of ongelukkige keuzes. Je kind zeggen dat hij of zij iets heeft gezegd of gedaan dat fout is (moreel verwerpelijk) zou wel eens slecht kunnen zijn voor het zelfbeeld van je kind. Op sommige scholen wordt leraren verboden om een negatieve opmerking te maken over het gedrag van een leerling. Er wordt zelfs wetgeving ontwikkeld die het veroorzaken van bepaalde gevoelens bij anderen strafbaar maakt. Er zijn ook predikers van het evangelie die niet meer over zonde prediken omdat dat slecht zou zijn voor het gevoel van eigenwaarde bij de luisteraars. In onze tijd nemen we gevoelens heel serieus, terwijl moraal veel minder serieus wordt genomen. Emoties zijn op de voorgrond komen staan.
Het zou kunnen dat deze ontwikkeling in onze cultuur een reactie is op een tijd waarin er nauwelijks over gevoelens werd gesproken. Ik wil niet beweren dat het allemaal verkeerd is wanneer mensen leren om te luisteren naar hun gevoelens en die serieus te nemen. Natuurlijk is het kwetsen van de gevoelens van een ander onacceptabel en kan het geen aandacht geven aan gevoelens die een rol spelen desastreuze gevolgen hebben.
Maar zou het ook kunnen dat onze cultuur hierin een beetje doorschiet? Het grootste probleem van de mens is volgens de Bijbel niet een emotioneel probleem, maar een moreel probleem. Dat de mens zich in zijn emoties ongelukkig voelt, heeft als oorzaak dat vaststaande (objectieve) geestelijke en morele wetten zijn overtreden. In het evangelie gaat het in de eerste plaats over verlossing van schuld ten opzichte van een heilig God en niet om verlossing van een gebrek aan eigenwaarde. De trend in veel prediking en getuigenis is in de richting van ‘God geeft mij een goed gevoel’. Prediking moet toch vooral een therapeutische uitwerking hebben. Sommige kerkdiensten en preken worden willens en wetens zo ingericht dat er toch vooral tranen vloeien. Het begint een beetje te lijken op emo-tv. Maar de behoudenis, het heil, de verlossing, heeft vooral een moreel karakter.
In het evangelie gaat het om de wet, de overtreding van de wet, de straf op de zonde, het oordeel, het offer van Christus, het bloed van Christus, het plaatsvervangende sterven van de Zoon van God. Het gaat om de vervulling van de wet, met als bewijs Zijn opstanding uit de dood. Met andere woorden: we mogen het juridische karakter van het Goede Nieuws, de juridische aspecten van het evangelie, niet verzwijgen. Een collega-predikant zei een keer tegen mij, nadat ik in zijn gemeente over de werkelijkheid van het oordeel had gesproken: Jij brengt het juridisch, ik breng het relationeel. Daar heb ik een paar maanden over nagedacht. Toch ben ik tot de conclusie gekomen dat we te veel postmodern zijn geworden wanneer wij alleen maar positief spreken over de mogelijkheid van een relatie met God. Wanneer de boodschap is geworden: Je kunt genezen worden als je Gods liefde toelaat in je leven. Uiteindelijk worden wij ook genezen van ons ‘minderwaardigheidscomplex’ door onze relatie met God. Maar die relatie met God ontstaat alleen maar door bekering en geloof in Jezus Christus. Door het aanvaarden van het evangelie dat zegt: Je kunt verlost worden van de schuld van je zonden.
In het evangelie van het positieve denken over jezelf is de focus vooral op het zelf, de eigen persoon. Zelfwaardering heeft immers te maken met de mate waarin je jezelf kan prijzen, waarin je eigen waarde kan waarderen. Maar in feite zijn wij zelf helemaal niet zo waardig, wij zijn zelfs onwaardig. Uiteindelijk is het goede nieuws toch niet: Jij bent OK! Dat is gedoemd te eindigen in desillusie, want wij zijn toch niet zo geweldig OK? Het echt Goede Nieuws is dat Hij waardig is, niet wij. U bent waardig, o Heer! Waardig is het Lam! Door het evangelie ga je roemen in Christus en hoef je niet meer te roemen in jezelf. Wat een verademing is dat. Niet wie zichzelf vindt of tot zichzelf komt, maar wie Christus vindt en tot Christus komt, die vindt ware vrede. Een hart dat rustig is geworden wordt gevonden bij hen die niet meer naar binnen kijken, naar het zelf, maar naar buiten kijken, naar Christus.

ds. Oscar Lohuis