De duivelse macht verdween

Feike ter Velde • 82 - 2006/07 • Uitgave: 5
Hij is geboren en getogen in Venezuela. Rooms-katholiek opgevoed. Vandaag is hij de man van een Nederlandse vrouw, Daniëlle en vader van twee zoons. Hij kwam tot levend geloof in de Here Jezus, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Hij zat diep in het occulte en was met banden daaraan gebonden. Luis Aguïlar (34) vertelt zijn ontroerende verhaal.

“Ik kom uit de wereld. In Venezuela was ik bezig met alles wat maar ‘spiritueel’ was. In mijn onwetendheid en mijn honger om dichter bij God te komen ben ik compleet de verkeerde weg ingeslagen. Ik raakte verstrikt in de wereld van het occultisme. Dat is misschien al begonnen op mijn achtste jaar. Mijn moeder had mij toen, na een ongeluk, bij een spiritist gebracht. Maar op mijn zeventiende jaar ging het echt verder. Ik zat in militaire dienst en een vriend van mij was spiritist. Wat ik bij hem zag aan geestelijke kracht had ik nooit eerder gezien. Het trok me enorm aan, want je kon daar mensen mee helpen. Het oproepen van geesten van doden helpt mensen in verdriet. Dat sprak me aan. Ik vond dat de katholieke kerk daar niets aan deed. Dat je demonen oproept, wist ik toen niet. Ik ging me bezighouden met spiritisme, zwarte en witte magie, reiki, waarzeggerij, vrijmetselarij, tarot, astrologie,
etc. De lijst is nog veel langer. Al die dingen ging ik bestuderen in boeken. Ik dacht dat dit alles uit God was. Ik genas immers mensen en ik dreef demonen uit. Ik deed goed werk. Veel mensen in Venezuela zoeken genezing in het spiritisme en andere vormen van occultisme. Ik werd steeds sterker in mijn occulte gaven en verwierf zo een hoge positie in het rijk van de satan. Ik was in al zijn leugens gaan geloven.

Op een dag was ik weer bezig met mijn occulte praktijken, toen er plotseling iemand voor me stond. Een knappe man met een enorme uitstraling die mij helemaal omving. Ik voelde me ingesloten en ik kon er niet meer uit. Ik begon hevig te trillen over mijn hele lichaam. De blik in zijn ogen hypnotiseerde mij als ’t ware. Ik werd heel erg bang en het was me meteen duidelijk met wie ik te maken had: de duivel zelf. Op dat moment besefte ik dat ik met verkeerde dingen bezig was. Toch ging ik ermee door. Eenmaal in Nederland ontmoette ik Daniëlle; wij waren collega`s. Ik kreeg regelmatig gesprekken met haar over het geloof. Ik lokte vaak discussies uit om haar te prikkelen. Het viel me op dat ze straalde als ze over haar geloof sprak en dat ze altijd zelfverzekerd was over de dingen die ze erover zei.

Op een dag nodigde ze mij uit om mee te gaan naar haar kerk, een Pinkstergemeente. Het was een Paasdienst. Dit wilde ik wel, want Pasen was voor mij altijd speciaal. Ik keek altijd naar een film, die heette Het leven van Jezus. Het was voor mij altijd een indrukwekkend verhaal. Dus ik ging mee. Aan het eind van de dienst vroeg Daniëlle hoe ik het vond. Fantastisch, zei ik, al die prachtige kleuren. Dit waren aura’s, een soort stralenkrans om mensen heen. Die zag ik, omdat ik midden in het occultisme stond. Enkele weken na de dienst en na gesprekken met Daniëlle en het lezen van een christelijk dagboek besloot ik te stoppen met alle occulte praktijken en ik wilde mijn hart aan de Here Jezus geven. Maar de duivel was het daar niet mee eens. Daniëlle stond ineens oog in oog met de demonische macht die in mij naar boven kwam. Ze zag een verandering in de blik van mijn ogen en ik was ineens een andere man. Ze schrok daar heel erg van. Maar ze zei tegen de duivel dat ze niet bang voor hem was en dat haar God vele malen sterker is dan hij. Ze zei: “Satan ga weg! Ik verbreek jouw macht in de naam van Jezus.” De duivelse macht verdween. Ik dacht: “Wat een kracht zit er in de naam van Jezus.” De volgende dag is er met mij gebeden in de kerk. Daarna is mijn leven totaal veranderd. Ik besloot radicaal de weg van de Here Jezus te gaan.

Mensen denken wel eens dat het leven gemakkelijk wordt als je gelooft, maar bij mij niet. Kort na dat gebed raakte ik in grote problemen. Een periode van hevige strijd brak aan, want de satan liet mij niet los. Mijn ex-vriendin wilde me door de vreemdelingenpolitie laten terugsturen naar Venezuela. Tegelijkertijd op mijn werk werd ik beschuldigd van iets wat ik niet gedaan had en werd op non-actief gesteld. Ik werd aangevallen in mijn dromen en ik ging twijfelen over het christelijk geloof. Ik vroeg opnieuw om gebed voor bevrijding en niet lang daarna heb ik me laten dopen en ik werd vervuld met de Heilige Geest. Ondanks de strijd merkte ik dat God bij mij was, zelfs in pijn en verdriet. “Vertrouw op mij,” sprak God tot mij, via de Bijbel. “Vertrouw op mij, het komt allemaal goed.” Hij liet mij Psalm 112:6 lezen: “De rechtvaardige komt nooit ten val, men zal hem eeuwig gedenken. Voor een vals gerucht zal hij niet vrezen, hij is standvastig en vertrouwt op de Heer. Standvastig is zijn hart en zonder vrees. Aan het eind ziet hij zijn vijanden verslagen.” Dat is uitgekomen, twee jaar later. Ik heb de zaak gewonnen en ik heb mijn werkgever kunnen vergeven. Maar de grootste beproeving moest nog komen. Daniëlle, die inmiddels mijn vrouw was, stond op het punt om te bevallen van onze tweede zoon, Nathanaël. De gynaecoloog voelde dat de navelstreng om zijn hoofdje zat. Het werd een spoedkeizersnee. Nathanaël werd geboren, maar hij ademde niet en moest meteen gereanimeerd worden. Gelukkig kwam de ademhaling toen op gang. Kort daarop begon zijn buikje te groeien als een ballon.

Hij moest meteen naar het AMC voor een spoedoperatie. Ze vonden niets, maar hij kreeg een stoma, zodat hij zijn ontlasting kwijt kon. De arts vermoedde dat hij cystic fibrosis had, een ernstig aangeboren aandoening, die niet te genezen is. Er werden allerlei onderzoeken gedaan. Het was zo spannend. Toch had ik honderd procent vertrouwen gekregen dat het goed zou gaan en dat Nathanaël gezond was. Dat stond voor mij gewoon vast. Ook omdat de hele Evangelie Gemeente, waartoe wij door verhuizing nu behoren, biddend om ons heen stond. Wat een kracht heeft gebed! Vijf weken later werd Nathanaël opnieuw geopereerd, om de stoma op te heffen. We zagen meteen dat het heel goed met hem ging en ik voelde dat de strijd gestreden was. Geen van de onderzoeken heeft aangetoond dat Nathanaël deze ziekte CF heeft. Als hij al ziek was, heeft God hem genezen.

Hoe afschuwelijke mijn verleden was? Ik kan het niet ontkennen. Hoe duister deze dagen ook waren, als ik niet in deze verschrikkelijke tijd van overgave aan demonische machten geleefd had en de periode daarna van de rechtzsaak en ziekte van mijn zoontje niet had gehad, dan zou ik God niet zo kunnen waarderen als ik nu doe. Hij heeft mij bij mijn naam genoemd en mij bij de hand genomen en mij naar het heerlijke licht van de Here Jezus geleid.
Dank u Vader!

Feike ter Velde