De grote opdracht

Kees Middelbeek • 80 - 2004/05 • Uitgave: 7/8
De grote opdracht

De discipelen zagen Jezus bezig, hoorden de bergrede, kregen onderwijs over gebed, zagen hoe Hij macht had over ziekte, dood en demonen. Ze leerden zijn wijsheid en diepe ontferming kennen. Op een dag zegt Jezus: "Nu zijn jullie aan de beurt."
Nergens wordt gesuggereerd dat deze grote opdracht overgelaten moet worden aan overbelaste voorgangers, speciaal getrainde hulpverleners of een paar toegewijde leken. Allen worden opgeroepen elkander lief te hebben, op te bouwen, te dienen, lasten te dragen en te bemoedigen, zodat anderen discipelen worden.
Een gemeente wier leden geen ontferming tonen, maar het wel van de anderen verwachten, ligt ten prooi aan innerlijke verdeeldheid en kritiek.
Zich ontfermen over de ander betekent: interesse tonen (actief op de ander gericht zijn); proberen te begrijpen (vgl. Spr. 18); respect tonen (bv. door te aanvaarden i.p.v. tegen te reageren); risico’s nemen (misschien wordt de hulp niet op prijs gesteld); bereid zijn zelf hulp te aanvaarden (geen éénrichtingsverkeer); bereid zijn betrokken te raken (er zit een prijs aan vast).
Een paar mensen alleen kunnen dat niet. U bent de hoeder van uw broeder!

Kees Middelbeek