De grote vervolging van de Hugenoten

ds. J.F.B. Schalkwijk • 79 - 2003/04 • Uitgave: 1
De grote vervolging van de Hugenoten

Dit jaar herdenken de Franse protestanten de zware vervolgingen die het protestantisme heeft ondergaan in de 17de en 18de eeuw. Lodewijk de Veertiende en de katholieke kerk hadden besloten de protestanten door een enorme actie te dwingen katholiek te worden en degenen die weigerden, het bestaan onmogelijk te maken. De vorige koning, de bekende Hendrik de Vierde, had tijdens zijn regering het Edict van Nantes uitgevaardigd in 1598, waarbij de protestanten volledige vrijheid van Godsdienst werd toegestaan. Er bestonden toen 760 kerken. Onder zijn opvolger, de meedogenloze Lodewijk de Dertiende, begonnen de vervolgingen opnieuw, vooral met de medewerking van de kardinaal Richelieu. De vrijsteden waarover de protestanten beschikten werden ingenomen, maar niet zonder strijd.
Echter onder de regering van Lodewijk de Veertiende, die begon in 1643, werd de vervolging officieel opgevoerd tot een ontstellende graad van wreedheid en meedogenloosheid. Het protestantisme moest worden uitgeroeid, zonder meer. Alle protestantse kerkgebouwen werden afgebroken. Een menigte van geestelijken werd eerst gezonden naar de protestantse gebieden om de mensen tot de katholieke kerk te laten overgaan door overreding en omkoping, maar dat gaf niet veel resultaten. Men moest veel harder te werk gaan. De koning zond daarop afdelingen van dragonders naar die gebieden om met geweld de protestanten te doen overgaan naar de Roomse kerk. Deze soldaten hadden vrij spel. Ze drongen de huizen binnen om de bewoners te dwingen katholiek te worden en zoniet dan werden ze uiterst wreed behandeld, geslagen, mishandeld, gemarteld, soms gedood, meisjes werden verkracht. Er zou nog veel meer te zeggen zijn. Het doel was hen het leven onmogelijk te maken. Men kan de dragonders vergelijken met de S.S. van Hitler, even meedogenloos en hardvochtig. Door dit beestachtig optreden gaf een aantal protestanten toe om zogenaamd katholiek te worden, maar dat was maar schijn, ook om hun kinderen te bewaren, die hen anders werden afgenomen om in kloosters te worden ‘opgevoed’. Ze woonden de mis bij, maar thuis ging de Bijbel weer open en las de vader van het gezin een gedeelte, en sprak over het ware geloof. Maar hun geweten liet hen niet met rust, en ze voegden zich bij de andere geloofsgenoten, om bijeen te komen in geheime bijeenkomsten, meestal in de open lucht. Vandaar de naam «le Désert» (de Woestijn). De predikanten werden zonder meer omgebracht. De anderen gingen van plaats tot plaats, waar ze verborgen werden door de protestanten, die in die tijd Hugenoten genoemd werden. Maar ze liepen steeds de kans opgespoord te worden. In deze leegte kwam een merkwaardig verschijnsel op, namelijk dat van de profeten: christenen die zeiden te spreken door de Geest. Ze bemoedigden de gelovigen en hielden het vuur brandende, maar helaas was niet alles wat de één of ander zei in overeenstemming met de Heilige Geest.
Een nieuwe wending kwam door een bijzondere gebeurtenis die plaats heeft gevonden in een bekend dorp in de bergstreek van de Cévennes. In dit dorp, Le Pont de Monvert, bevond zich een Roomse geestelijke die met soldaten Hugenoten oppakten en hen opsloot in de kelders van zijn groot huis waar ze op een gruwelijke manier werden gemarteld. Deze ongelofelijke wreedheid bracht een groep Hugenoten er toe zich te bewapenen om daarna tot de aanval over te gaan. De martelaren werden bevrijd, en de geestelijke, Du Chayla, werd gedood. Daarmee brak de periode aan van het gewapend verzet. Andere Hugenoten voegden zich bij hen en vormden uiteindelijk een klein leger van tegen de 2000 man. Op handige wijze wisten ze aan wapens en munitie te komen. Deze strijders werden de ‘camisards’ genoemd. De strijd tegen de troepen van de koning werd voornamelijk gevoerd in de streek van de Cévennes en soms verder op. De wegen van nu bestonden natuurlijk niet, en de camisards kenden ieder pad en ieder ravijn, en konden zo onverwacht tot de aanval overgaan, of zonodig ontsnappen en zich verbergen. Soms vonden er zelfs veldslagen plaats. Hun strijdlied was Psalm 68, die ze zongen voor ieder gevecht. Dit alles maakten de acties van de dragonders zeer moeilijk, hoewel hun aantal wel tot twintigduizend man was opgevoerd Het verzet van de Hugenoten was zo geweldig dat de koning twee legeraanvoerders heeft moeten afzetten. De opvolger paste een nog meedogenlozer tactiek toe. Het was zo dat de camisards voedsel en hulp kregen van de bevolking. Daar wilde de generaal van de dragonders een eind aan maken door deportatie en het verwoesten van zo’n 460 dorpen. De weggejaagde bevolking moest maar zien hoe in leven te blijven. Eén van de aanvoerders van de camisards, de befaamde Cavalier, werd verleid door een vredesaanbod en dacht te onderhandelen. Dit liep op niets uit en hij vluchtte naar het buitenland. De heldhaftige aanvoerder, Roland, geloofde totaal niet in de beloften van de koning en zette de strijd voort. In 1704 werd hij echter verraden en gedood. Daarmee was weldra het gewapend verzet gebroken. Inmiddels werden de mannen die opgepakt waren en hun geloof niet wilden verloochenen, naar de galeien gezonden, waar ze met kettingen aan de banken werden vastgemaakt voor het gehele seizoen op zee, behalve de winter. Dat was een zeer hard lot! De vrouwen en meisjes werden in forten en torens opgesloten voor het leven, onder andere in de bekende Tour de Constance die een hoektoren is van het ommuurde stadje Aigues Mortes (ten Zuid-Westen van Nîmes). Daar bevond zich tevens de bekende geloofsheldin Marie Durand die gedurende 38 jaar de gevangenen bemoedigde en hun geloof versterkte. Haar naam is dan ook alom bekend en geëerd. De kinderen werden naar de kloosters gestuurd. Inmiddels kwam de predikant Claude Brousson terug uit Lausanne om de kerken weer te reorganiseren en om de gelovigen die nog waren overgebleven, bij te staan en te bemoedigen. Dat was tevens de taak die Antoine Court op zich had genomen. In Genève werden nu Hugenoten opgeleid tot predikant. Deze predikanten gingen terug naar Frankrijk om daar onder zeer hachelijke omstandigheden de gelovigen te bezoeken en diensten te leiden, wetende eventueel een wrede martelaarsdood tegemoet te gaan. Velen zijn dan ook omgekomen.
Intussen waren veel Hugenoten naar het buitenland gevlucht, wat niet makkelijk was wegens de bewaakte grenzen. Ze gingen naar diverse landen maar vooral naar Nederland, waar ze goed ontvangen werden. Zo vinden wij vandaag in Nederland mensen die een zuiver Franse naam dragen. In de landen waar ze terecht kwamen, brachten ze voorspoed omdat onder hen veel bekwame vaklieden waren en industriëlen. Later heeft Frankrijk bemerkt wat een economische aderlating dit is geweest; en dat wordt tot op heden nog gezegd. Onder de regering van Lodewijk de Zestiende werd in 1787 het "Edict de Tolérance" uitgevaardigd en dat betekende het einde van de vervolgingen. De Hugenoten mochten weer bijeenkomen en kerkdiensten houden. Maar door de Franse revolutie kregen ze weer alle burgerrechten terug. Als men die geschiedenis leest, kan men niet anders dan getroffen zijn door zoveel volharding in het ware geloof, gegrond op de Bijbel. Laten wij hun voorbeeld volgen!

ds. J.F.B. Schalkwijk