De Here is als een mot

Henk Schouten • 86 - 2010 • Uitgave: 4
We schreven recent over de Here als een leeuw. Dat is een indrukwekkend dier: koninklijk, waardig, machtig. De leeuw uit de stam van Juda, dat spreekt aan. Maar wanneer we nu schrijven: ‘de Here is als een mot’, frons je toch wel even de wenkbrauwen. Als het niet nadrukkelijk in de Bijbel zou staan, zou je het haast als blasfemie, godslastering kunnen opvatten.
De mot is bepaald geen fraai diertje, de larf, de worm van het vlindertje kan verwoestend te werk gaan in de linnenkast en de mooie wollen kleding onherstelbaar beschadigen. De Here God dus als een mot voorstellen is niet direct het eerste dat bij ons opkomt.

Wat is en doet een mot? De meeste motten zijn onschadelijk voor textiel, maar twee soorten zijn dat bepaald niet: de kleermot en de pelsmot. De beestjes zijn 7-8 millimeter, maar kunnen hun vleugels uitslaan tot ongeveer 17 millimeter. Ze houden niet van licht en zoeken dus de donkere plekken op. Kasten zijn dan favoriet. De wijfjes leggen 40 tot 50 eitjes die aan de vezels van de stoffen kleven.
Het liefst verblijven ze in een verontreinigde omgeving. Zweet-, urine- en haarvetvlekken zijn een gewaardeerd leefklimaat. Ze houden niet van zonlicht, dus regelmatig wassen, luchten en lichten houdt de mot buiten. Na ongeveer drie weken zijn de larven uitgekomen en begint hun schadelijke vreetpartij. Het zijn vooral eiwitten waar ze happig op zijn. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur zijn er tot vier generaties motten per jaar mogelijk. Dankzij de CV hebben ze in onze woningen, net als wij, een prettig klimaat.

Wat doen we met deze kennis, wanneer we nadenken over het beeld, de Here is als een mot? We komen deze tekst tegen in Hosea 5:12 ‘Daarom ben Ik voor Efraim als een mot’. We letten op het woordje ‘daarom’. Dit woord geeft een verklaring. De aanleiding, waarom de Here God als een mot voor Efraïm is, vinden we in de dingen die hieraan voorafgaand zijn geschreven. De Here God spreekt oordelen uit over Efraïm, het tienstammenrijk en ook over Juda, het tweestammenrijk. De dingen die Hosea moet doen, huwen met een overspelige vrouw, laten iets zien van de geestelijke gesteldheid van het volk. Afhankelijk van de lezing moet Hosea dit zelfs twee maal doen! (zie Hosea 1:2-3 en Hosea 3:1-5).
In deze huwelijken wordt de relatie duidelijk gemaakt die er is tussen de Here God en Zijn volk, tussen Israël (Efraïm) plus het tweestammenrijk Juda en de Here God. De huwelijkspartners nemen het niet zo nauw. Er worden andere goden nagelopen, andere goden gediend en aan andere goden geofferd. Daar lijdt de Here God onder. Zoals Hosea gekwetst en beledigd is door de overspelige houding van de beide vrouwen, zo wordt ook de Here God beledigd en gekwetst door de houding van Israël en Juda.

Laten we niet te makkelijk de vinger opheffen naar dit verkoren volk. Wanneer we de geschiedenis van de kerk overdenken dan is er veel waarvoor wij ons moeten schamen. Kerkscheuringen waren nog niet het ergste, soms werden en worden er in kerken dingen gezegd en gedaan die evenzeer een overspelig karakter laten zien. Maar ook dat is nog te makkelijk. Hoe dikwijls worstelen wij in ons eigen leven met zaken waar we voorrang aan geven, die op gespannen voet staan met wat de Here God van ons vraagt.

Voor het overspelige Efraïm is de Here God dus als een mot. Dat wil zeggen dat de kwaliteiten van het kleine beestje, de kwalijke vraatzucht aan de kleding, model staan voor de manier waarop de Here God met Efraïm omgaat. Deze dingen zijn dan direct ook een ernstig voorbeeld voor ons. Ook voor ons zou de Here wel eens als een mot kunnen zijn.
De les die we hieruit moeten trekken is deze. De kleding hangt netjes in de kast, maar zonder dat het direct zichtbaar is wordt ze aangevreten en dreigt ze ondraagbaar en onbruikbaar te worden. De vuile plekken maken het kwetsbaar. Langzaam maar zeker voltrekt de Here God een oordeel over Efraïm. Het valt nog niet direct op, het sluimert buiten het gezicht, maar de aantasting zet door en zal Efraïm uiteindelijk ten onder doen gaan. Het oordeel van God komt niet ineens als een onverwachte lawine over het volk, maar voltrekt zich in stilte, langzaam maar zeker. Dan op een zeker moment komt het aan het licht, de kleding valt uit elkaar. Het rijk valt uit elkaar, daar is geen houden aan. Het zijn geoefende ogen die de inwerking van het oordeel herkennen. Het zijn geoefende ogen die de langzame opbouw van het oordeel Gods signaleren. Dat zijn dan ook de stemmen die moeten uitroepen dat God het anders wil, dat we Hem toegewijd en heilig moeten leven.

Wie oog heeft, ziet dat ook aan onze samenleving geknaagd wordt. Er vallen steeds meer gaten in onze cultuur. Al die gaten laten zien dat er vervuiling is en dat het mankeert aan geloof, aan heiliging en aan God gewijd leven. Moeten we misschien vaststellen, dat God als een mot voor onze maatschappij is.
Ik vrees dat net zoals Efraïm overvallen werd, ook onze maatschappij en onze wereld plotseling uiteen zullen vallen en dat dan zichtbaar wordt dat God Zijn oordeel langzaam doch zeker voltrekt. Hebben we geoefende ogen, dan zien we dat Gods hand in het uiteenvallen aanwezig is. Dat betekent ook dat de Here spoedig komen zal en dat is heil voor ieder die gelooft. De Here Jezus zal zeker komen.

Ds. Henk Schouten