De houding van de christen in de wereld

Joop Schotanus • 79 - 2003/04 • Uitgave: 8
De houding van de christen in de wereld

Er liggen roerige jaren achter ons als het gaat om de politiek. In verband met de verkiezingen schreef ik hier al eerder over. Uit reacties blijkt dat onder evangelische christenen geen eensluidende mening over de noodzaak van betrokkenheid bij de politiek is. De belangstelling voor de politiek is in de afgelopen tijd weer aangewakkerd door het LPF-effect. We zien echter ook op dit moment al weer een daling in belangstelling, hoewel het moeilijk te meten is.

De aanleiding tot dit schrijven
Begin mei schonken de media ook enige aandacht aan de houding van de kerken in Nederland tijdens de oorlog. Een huidige voorganger bij de Vrije Evangelische kerken mocht terug blikken op de houding van zijn kerk in de oorlog. Hij laakte de gelatenheid waarmee velen uit zijn kerk de oorlog over zich heen lieten komen. Door alles heen ontdekte je dat hij dit toeschreef aan de Maranatha gedachte. Daarbij werd de gemeente in Leeuwarden als illustratie genomen. Wij weten dat de bij Het Zoeklicht zeer vooraanstaande ds. Veldkamp daar in die periode voorganger was van de Vrije Evangelische Gemeente. We weten ook dat de Maranatha-conferenties in zalen Schaaf in Leeuwarden in de dertiger-en-veertiger jaren van de 20e eeuw een ongekend aantal bezoekers trok. Het is ook niet onbekend dat onder deze Maranatha christenen een grote liefde was voor het volk van Israël en dat deze liefde ook in Het Zoeklicht niet onder stoelen en banken werd gestoken. Om de V.E. kerk van die tijd een laakbare houding te verwijten, heeft meer te maken met moderne invloeden en een ontwikkeling, die veel minder ruimte laat voor de Maranatha boodschap.

Ons orgaan
Enige tijd geleden volgde ik een discussie in het lijfblad van de Vrije Evangelischen met bovenstaande naam over hun houding tegenover de Zoeklicht-boodschap. Er bleek onder de meeste voorgangers maar weinig overgebleven van het elan uit de vroegere decennia. Men was ondertussen veel meer betrokken bij de huidige maatschappij dan voorheen en dat werd als een zeer duidelijk pluspunt naar voren gebracht. Een te sterke wederkomstverwachting zou je als christen minder bruikbaar doen zijn voor de huidige samenleving. De reacties hierop waren van meestal oudere mensen die de glorietijd van de Vrije Evangelischen hadden meegemaakt en terug verlangden naar wat minder liturgie en wat meer geestelijk enthousiasme in hun kerk. Waarom moest in veel gemeenten de bundel van Johannes de Heer het veld ruimen voor het Liedboek van de Kerken bijvoorbeeld? Hoe kwam het, dat waar nog een geliefde Maranatha-prediker voorganger was, de kerk vaak nog wel vol was en vele andere kerken die dat voorheen ook gekend hadden dat nu niet meer kenden?

Ons vreemdelingschap
De notie van ons vreemdelingschap wordt in de Bijbel sterk benadrukt. In al ons doen en laten dragen we het kenmerk van een vreemdeling. Ten teken dat we op weg zijn naar een beter land. Dat betekent niet dat er geen positieve invloed van ons kan (moet) uitgaan op de samenleving. Als alle aspecten van de liefde tot God en de naaste ruim baan krijgen, dan zal dat een doorwerking hebben naar de buitenwereld, vanuit ons persoonlijk en gemeentelijk leven. De kerk had nooit zo'n grote invloed op de wereld als in haar begindagen, toen ze officieel niets met de wereld te maken had. Wat zouden de gevolgen in de Tweede Wereldoorlog anders geweest hebben kunnen zijn als allen, die zich christen noemden in Duitsland, eens Maranatha christenen waren geweest, met zicht op de wederkomst van Christus en met een hart vol liefde voor het Joodse Volk. Zou Hitler dan nog enige kans gehad hebben om zes miljoen Joden uit te moorden?

Onze toekomst
In de artikelen van Het Zoeklicht wordt u voortdurend bepaald bij de toekomst van onze wereld en van de Gemeente. Het beschreven scenario van de toekomst van Nederland komt misschien als zeer bedreigend over. Als we in ons vorige nummer geschreven hebben over de morele afgang en de donkere perspectieven voor ons land, dan weten we tegelijkertijd dat de Here God Zijn plannen wil volvoeren en ons kan gebruiken om tot aan de opname van de Gemeente tot zegen te zijn. De Gemeente kan de kurk zijn om de fles nog zolang drijvende te houden. Ondertussen zien we dat er invloeden openbaar worden die de weg plaveien voor de Wetteloze.

Onze taak
Het blijft een heerlijke uitdaging voor ons persoonlijk en als Gemeente van Christus om een lichtend licht te zijn in deze duisternis. Naar mate het donkerder wordt, zal ons licht helderder mogen schijnen. We mogen ons licht niet laten dimmen door vrees voor de toekomst, maar juist daardoor open staan voor onze duidelijke bijbelse opdracht. Ondanks alle duistere omstandigheden wordt er niets in mindering gebracht op onze verantwoordelijkheid om het Evangelie uit te dragen. Waar de Here ons plaatst, mogen we trouw zijn aan de roeping: Om alles schade te achten vanwege de uitnemendheid van de kennis van Christus. De invloed die daarvan uitgaat, is veel doorslaggevender dan onze officiële positie in politiek of maatschappij.

Joop Schotanus