De kleinen van Noord-Korea

John Admiraal • 82 - 2006/07 • Uitgave: 21
Voor het vrouwenziekenhuis in de hoofdstad Pyongyang -‘het modernste van het land’- staat een bronzen beeldengroep: vader Kim Il Sung omarmt liefderijk de kinderen. Kim en zijn zoon Kim Jong-Il lijden aan dezelfde handicap als dictators vóór hen, zoals Hitler, Stalin, Mao en Saddam Hoessein. Wie door de façade kijkt, ziet dat de kleinen van Noord-Korea in een leugenparadijs leven. Trouwens, binnen in dat ziekenhuis verblijven enkele vrouwen uit de elite van partij en leger. Hun kinderen hebben het goed, maar wat weten we van de kleinen buiten de hoofdstad?

Met de paplepel krijgen kinderen in Noord-Korea haat tegen Amerika en Japan ingegoten. Vader en zoon Kim moeten afgodisch worden vereerd, terwijl elk ander geloof uit den boze is. Onderwijzend personeel is getraind om door vragen te weten te komen of ouders hun kinderen geen ‘bijgeloof’ bijbrengen. Als ze succes hebben, verdwijnt soms plotseling een heel gezin – buitenlandse inlichtingendiensten zouden al 36 werkkampen hebben gelokaliseerd. “Wij zijn gelukkig,” verkondigen borden langs de weg en dus denken Noord-Koreanen dat het waar is. Luisteren naar buitenlandse radio is onmogelijk, als het toestel alleen op de staatsradio is afgesteld. Voor tv geldt hetzelfde. Koreanen zijn ijverig, gedisciplineerd en kunsten staan hoog aangeschreven. Al kort na hun geboorte selecteert men jonge Noord-Koreanen naar geschiktheid voor zang en muziek, dans, het circus en andere vormen van kunstvaardigheid. Vechtsporten nemen een belangrijke plaats in op school, wat een goede voorbereiding is voor de militaire dienst. Noord-Korea heeft naar verhouding het grootste leger ter wereld: één miljoen man!

Vanuit de bus op weg naar Mount Myohyang zagen we langs het water kinderen met stokjes in het zand prikken, op zoek naar weekdiertjes. Via vluchtelingen is bekend dat de honger Noord-Koreanen drijft om kikkers, ratten, slangen en larven te eten. Ze speuren in de velden, tot ver van de bestaande bebouwing, naar eetbaar onkruid. Buiten de hoofdstad zijn bedelende kinderen, van wie een groot deel wees is, geen onbekend verschijnsel. Hun ouders zijn vaak omgekomen van de honger. Velen struinen rond op illegale of gedoogde markten en proberen hun kostje bij elkaar te stelen. De weinige toeristen krijgen deze armoede meestal niet te zien. Toch komen ook zij soms terug met foto’s van kinderen bij wie je de ellende van het gezicht kunt scheppen. Kinderen in Noord-Korea zijn een stuk kleiner dan leeftijdsgenoten van hetzelfde ras in Zuid-Korea. Gevolg van tientallen jaren wanbestuur. Hoezo, gelukkige jeugd?

“Ziet toe, dat gij niet één dezer kleinen veracht,” zegt Jezus. Voor de jeugd vanaf 12 jaar heeft Johannes Multimedia in samenwerking met Open Doors een buitengewoon boek over Noord-Koreaanse kinderen uitgegeven: Het Leugenparadijs, geschreven door Eeuwoud Koolmees (ISBN 90 599 207 42). Het kost maar € 9.95. Goede kost, ook voor ouders en overige opvoeders. Kinderen willen, na kennisname van dit op waarheid gebaseerde en boeiende boek, wellicht iets doen. Leer hen al vroeg wat voorbede is en ga hen daar maar in voor. Er zijn gezinnen, scholen en kerkelijke jongerenclubs die een project van Open Doors (Ermelo) of Trans World Radio (Barneveld) financieel steunen. Die gebruiken kanalen waardoor Bijbels, transistorradio’s en andere zaken het arme en geïsoleerde Noord-Korea bereiken. Er kan nog méér bij. Ja, er móét meer bij! Want de kerk groeit daar en ze lijdt hevig. De kinderen mogelijk wel het meest.

John Admiraal