De Koning die Israël verlossen zal

Henk Schouten • 87 - 2011 • Uitgave: 25/26
Lucas schrijft in de voltooide zin. Hij beschrijft dingen die nog gebeuren moeten, alsof ze al gebeurd zijn. Dat is geloof! Hij laat zich niet terneerdrukken door de verdrietige en weerbarstige werkelijkheid. Het geloofsoog ziet de hoop die we op Christus hebben als vervuld. De toekomst is niet onheilspellend donker, maar gloort de lucht met blijde verwachting. De toekomst is als de geur van lente, leven en verwachting lokt ons naar buiten. De Koning komt! Dat is de Koning die Israël verlossen zal.

Lofzang

De lofzang van Zacharias (Lucas 1:67-71) is een lied van onbetwijfelde hoop. Dat onbetwijfelbare is er omdat het de Heilige Geest is die inspireert en inhoud geeft. Gods eigen Geest schildert Zacharias prachtige dingen voor ogen. Zijn eerste woorden zijn dan ook woorden van lof. “Geloofd zij de God van Israël.” Aan Wie wordt lof gebracht? Aan de God van Israël. Daar moeten we allemaal naar luisteren. Het gaat hier niet om de God van de kerk of om de God die Schepper is van hemel en aarde. Ook wordt God niet de Hersteller van alle dingen genoemd, maar Hij is de God van Israël. Dat is het volk geboren uit Abraham, Isaäk en Jakob. Dat is het volk van de uittocht en intocht onder Mozes en Jozua. Het volk van de dynastie van David en Salomo. Het volk waar de Richteren rechtspraken, de Profeten voorzegden en de Wet van God werd onderwezen.
Er is geen volk dat zo aanspraak kan maken op Gods leiding, voorzienigheid en bescherming. De God van Israël zij geloofd en geprezen. Wanneer mensen, waar ook ter wereld, tot aanbidding komen van de enig ware en levende God, dan moet dat in het besef, dat die God de God van Israël is. Overal waar die verbinding wordt losgelaten, zal men gaan dwalen en vervreemden.

Hij heeft omgezien naar Zijn volk
In de oudheid en mogelijk is dat niet geheel onterecht, dacht men dat een G(g)od bij een volk of bij het grondgebied van een volk hoorde. Vanuit de Bijbel zijn er aanwijzingen die ons laten denken in de richting van (gevallen) engelen die over gebieden en landen macht en heerschappij kunnen uitoefenen. Wanneer een volk machtiger en invloedrijker werd, dan was dat door de macht en de invloed van de godheid. ‘Waar zijn de goden van Hamat en Arpad, waar de goden van Sefarwaim? Hebben zij soms Samaria uit mijn macht gered?’ zijn de brutale woorden van de maarschalk van de koning van Assur.
Kan Israël bogen op een God die heeft omgezien en die optrad ten gunste en bewaring van Zijn volk? Zeker wel. Vanaf het prilste ochtendgloren heeft God Zijn leiding en bescherming getoond. Abraham werd geroepen, Isaäk wonderlijk verwekt en Jakob verkozen. Israël groeide in Egypte tegen elke logica en verwachting in. God rijpte het volk totdat het klaar was om te vertrekken naar het land dat God verkoren had. Waar ter wereld is een volk waar God zo naar heeft omgezien? De geschiedenis werd geschreven door een God die Richteren liet spreken, koningen aanstelde en profeten liet voorzeggen.
De geschiedenis werd ook gemarkeerd door een volk dat zich keer op keer van God losmaakte, totdat God het volk losmaakte van haar bodem. God bracht het volk terug in het beloofde land. De geschiedenis herhaalde zich na Christus. Het volk maakte zich opnieuw los van zijn God, Zijn Zoon werd gekruisigd. God maakte het volk los van zijn bodem, de verstrooiing was wereldwijd. Toch kan Zacharias zeggen: “Hij heeft omgezien naar Zijn volk en heeft het verlost.” Voor ons is dat een adventstekst. We hebben dit profetisch woord losgekoppeld van de werkelijkheid. Ik wil het terugbrengen in de werkelijkheid. God heeft omgezien naar Zijn volk, dat is actie.

Een ster gaat op uit Jakob
Bileam was een ‘heiden’ dus een niet-Jood, die langs de weg stond toen het volk uit Egypte voorbij kwam. De naam Bileam betekent zoveel als ‘niet van het volk’. Er liep geen bloedlijn van Abraham naar Bileam. Maar deze man kende God en wist zich aan God onderworpen. Dat hij desondanks foute uitspraken doet is een andere zaak. Door God geïnspireerd spreekt hij van een ‘ster, die opgaat uit Jakob’. Dit is profetie over dingen in een verre toekomst. Een paar duizend jaar later wordt ten dele vervuld wat Bileam heeft gesproken. Jezus Christus verscheen, maar zelfs nu nog is niet alles vervuld. De Here Jezus kwam om te redden. Dat is om ons te verlossen van de zonde en vrij te kopen uit de macht van de duisternis. Het kind, wiens komst en geboorte wij aan het einde van het jaar gedenken, was de man die vanwege onze zonde en schuld aan het kruis gespijkerd werd en stierf. Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, op dat een ieder die in Hem gelooft niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Bileam schrijft dat deze ‘ster’ met scepter Moabs slapen zal verbrijzelen, de zonen van Set zal verpletteren. Bedoeld wordt dat Jezus koninklijke macht en heerschappij zal ontvangen met grote macht, waarmee Hij de vijanden van Israël zal vernietigen. Dit deel van de profetie is nog niet vervuld, maar hoe snel kunnen dingen soms veranderen. De tekenen der tijden, waar Jezus zelf op wijst, worden in sneltreinvaart voor onze ogen vervuld.

Een hoorn des heils
Zacharias spreekt in zijn lofzang van een hoorn des heils. Een hoorn verwijst naar grote kracht. Gehoornde dieren gebruiken deze horens als aanvals- en verdedigingswapens. Uit het geslacht van David (Psalm 132:17) zal een hoorn des heils uitspruiten. Dat betekent dat in de dynastie van David iemand geboren wordt die grote kracht heeft en die kracht ook zal gebruiken. Maar waartoe zal die kracht gebruikt worden, waartoe zal die éne uit het geslacht van David, die onweerstaanbare macht heeft, zijn kracht inzetten? Dat is tot heil.
Het woord heil is in zichzelf al een verwijzing naar onze Heiland, Jezus Christus. Het is deze Koning die Israël verlossen zal. Dat was ook de verwachting van het volk Israël tijdens de Romeinse overheersing. Men zag in Jezus een bevrijder, maar Zijn tijd was nog niet gekomen. Zelfs na de opstanding legt de Here Jezus de discipelen uit dat het koningschap een zaak is van de Vader. Maar dat koningschap komt. Het gaat om redding van dit volk, om haar thuis en thuisland, het gaat om barmhartigheid en om het heilig verbond.

Israël vandaag
Ik geloof dat we aan de vooravond leven van ingrijpende veranderingen. Volledig onverwacht kwam Israël vanuit het niets op de wereldkaart. In één dag werd de staat geboren. Het gaat met deze staat inmiddels naar de 65e verjaardag toe. Zeker in de eerste dagen van haar bestaan werd dat voor onmogelijk gehouden. De Islamitische wereld zou het volk de zee indrijven. Het Palestijns probleem is daardoor ontstaan en woekert tot in onze tijd door. Vandaag zien we nog veel duidelijker hoe de wereld haar best doet Israël buiten de volkerengemeenschap te sluiten. Israël komt in een volledig isolement, muren en hekken zullen haar niet kunnen beschermen. Mogelijk zal er iets van een verbond of schijnvrede komen, maar die zal slechts van korte duur blijken.
Binnenkort zullen in razende woede de volkeren op elkaar en vooral op Jeruzalem aantrekken. ‘Ik maak Jeruzalem tot een schaal der bedwelming voor alle volken in het rond… tot een steen die alle volken moeten heffen’ (Zacharia 12:2,3). Even later lezen we in Zacharia 14:2 ‘Dan zal Ik alle volkeren tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen.’ Dat was niet de vernietiging van de tempel door Titus, toen ging het om het Romeinse volk en de Romeinse heerschappij. Juist vandaag zien we hoe de volken in VN-vergadering bijeen en binnenkort ook gewapend gezamenlijk tegen Israël optrekken. Wanneer die dingen gebeuren, ‘Dan zal de Here uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg; zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt aan de oostzijde’ (Zacharia 14:3,4). De Koning die Israël verlossen zal, zal niet lang meer op zich laten wachten. De Here komt spoedig. Geloofd zij de God van Israël.

Ds. Henk Schouten