De laatste dingen - Eindtijd in de oertijd

Henk Schouten • 79 - 2003/04 • Uitgave: 13
De laatste dingen
- Eindtijd in de oertijd -


In Noach ontmoeten we een krachtdadig persoon uit de oertijd. Zijn leven is vast verankerd in de wereldgeschiedenis. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden aan de catastrofe van de zondvloed, een eenmalige ramp die bijna al het leven van de aarde vaagde. Dit gebeurde omdat de mensen ongehoorzaam waren aan God en een wereld vol geweld hadden gecreëerd. Het berouwde de Here, dat Hij de mens op aarde gemaakt had, want de overleggingen van het menselijk hart waren te allen tijden boos. We zien daar een schets van de eindtijd.
Noach leefde in de dagen voorafgaande aan dat vreselijke oordeel. Hij leefde in de eindtijd van de oertijd. Ik denk dat het voor ons erg belangrijk is te kijken naar Noach en te letten op de dingen die hem in zijn tijd bezig hielden. De bouw van de ark is het imponerende, alle culturen kennen met eigen verhalen en legenden herinneringen aan deze geschiedenis.

Hoe leefde Noach?
In Genesis 5:29 horen we het eerst van Noach. Over hem staat dan geschreven: ‘Deze zal ons troosten over de moeitevolle arbeid onzer handen op de aardbodem, die de Here vervloekt heeft’. Het eerste dat ons van Noach verteld wordt, is zijn kwaliteit en roeping als trooster. Een trooster geeft weer moed en perspectief en wijst de weg waarop we weer voort kunnen gaan. In de druk en de chaos van de (eind)tijd ontbreekt het mensen juist aan vertroosting. Ook in onze dagen zien we dat allerwegen, mensen leven onder stress en spanning die hen het leven afknijpt. Veel mensen weten dikwijls niet hoe verder te gaan met hun leven. De psychiaters en andere hulpverleners zitten met volle wachtkamers. Veel mensen en niet zelden jonge mensen kiezen voor een wanhoopsdaad. Temidden van een door boosheid en geweld geteisterde samenleving staat Noach als trooster. Wij mogen daar een aansporing in zien. We zijn niet geroepen om het naderende oordeel te verkondigen, hoewel deze dingen ook gezegd moeten worden. We zijn allereerst geroepen om als trooster op te treden. We moeten troosten, zodat mensen weer (eeuwig)levensverwachting krijgen. Daartoe hebben we ontvangen de Geest van de God aller vertroosting.
Dan zien we nog een ander kenmerk beschreven. Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man. Zou de Here God in Zijn hemelse boekhouding ook van ons zo schrijven: rechtvaardig en onberispelijk? Ik vind het opvallend dat er in vers 8 geschreven staat dat Noach genade vond in de ogen van God, daarna wordt van hem geschreven dat hij rechtvaardig en onberispelijk was onder zijn tijdgenoten. Genade gaat ook daar voorop. Wij leven in de laatste dagen, dragen we troost uit als mensen in Christus gerechtvaardigd en onberispelijk? Betekenen we iets voor de mensen om ons heen. Zijn we een lichtend licht en een zoutend zout?

Godsspraak
In Hebreeën 11:7 lezen we dat Noach een Godsspraak ontvangen had en vervolgens eerbiedig volgens die Godsspraak handelde. Hoeveel Godsspraak hebben wij nodig? We hebben het profetische Woord, krachtig, betrouwbaar. Dat Woord leert ons dat de boosheid van mensen groot is en we zien steeds duidelijker, hoe de overleggingen van de harten van de mensen te allen tijde boos zijn. We weten dat de Here God de aarde opnieuw onder het oordeel brengen zal. Maar we weten ook van de reddingsark, dat is Jezus Christus, Gods Zoon. Al wie tot Hem komt en Zijn naam aanroept zal behouden worden. Een troostrijker woord is er niet. De respons is dikwijls niet groot. Noach mocht zijn gezin meenemen in de ark, meer niet. Sommigen van ons hebben zelfs daar grote zorg over. Niet altijd wandelen onze kinderen in onze wegen, de wereld trekt en zuigt met helse kracht. Aanpassen aan de wereld is de slechtste optie.
Wanneer we op deze laatste pagina’s van 'Het Zoeklicht' schrijven over de laatste dingen, dan moeten we leren van mensen als Henoch en Noach. Moge hun geloof en geloofsijver ons inspireren. Hun namen staan opgetekend in de rij van geloofsgetuigen. Geprezen zij de Here!

ds. Henk Schouten