De lofzang van Maria

Joop Schotanus • 79 - 2003/04 • Uitgave: 20
Maria ontvangt in de lofzang van Elisabeth een indrukwekkende bemoediging. Hier zijn twee vrouwen bij elkaar met een groot geheim. De Here God heeft hen op wonderbaarlijke wijze ingeschakeld om Zijn plannen te volvoeren. Ze zijn er beiden zeer van onder de indruk. Elisabeth, die de voorloper van de Heiland ter wereld mag brengen, brengt een lofzang uit op Maria in haar directe aanwezigheid. Nooit bedoeld om haar de hemel mee in te prijzen, zoals dat jammergenoeg nog altijd uit miljoenen monden over de hele wereld gebeurt. De door de Geest geïnspireerde lofzang op Maria was bedoeld om Maria een platform te geven voor haar lofzang op God.
Maria geeft door de Heilige Geest een reactie. Al die mooie woorden van Elisabeth worden nu in geestelijk evenwicht gebracht. Los van deze lofzang hebben ze zelfs niet eens bestaansrecht. De lofzang van Maria plaatst de Here God en niet zichzelf in het allesbeheersende middelpunt. In een getuigenis mag het altijd vooreerst gaan om de Here zelf. Stel je voor dat Maria deze lofzang als getuigenis in de synagoge had mogen geven. Stel je voor dat ook vandaag dit getuigenis door de bezoekers van de synagoge ter harte genomen zou worden. Dan zouden ze ontdekken wat hun tot vrede dient.

Mijn ziel maakt groot de Here
Dit is een bewuste keuze van Maria om de Here te loven. Om de Here groot te maken moet je zelf heel klein kunnen worden. Het is heerlijk om te zien hoe Maria het initiatief van God ontving, om de Verlosser uit haar geboren te laten worden. Het gaat om de Verlosser, die God aan de wereld schonk, opdat wij de verlossing door Hem zouden ontvangen. Als we Maria eren, dan is dat natuurlijk niet omdat zij zondeloos ter wereld zou zijn gekomen, maar enkel en alleen omdat zij in alle nederigheid een voorbeeld heeft nagelaten om haar leven in overeenstemming te laten zijn met Gods initiatief. In die goddelijke eer mogen allen die de verlossing in alle ootmoed ontvangen, in gelijke mate delen. Zij heeft ons laten zien hoe wij kunnen ontvangen, wat God wil schenken.

Mijn geest verblijdt zich over God
Blijdschap is geen inspanning van mijn wil, maar het overkomt je. Overal waar de Here Jezus binnenkomt, komt de ware blijdschap binnen. Er is feest in mijn ziel, want de Heiland kwam in. Het borrelt op vanuit je binnenste. Het overweldigde Maria op een heel persoonlijke manier. Ze spreekt van "mijn" Heiland. Ons spreken over God is nog vaak in algemene zin, zonder dat het tot heel persoonlijk bezit lijkt te zijn geworden. Ons "ik" mag spreken vanuit de verlossing in een andere toonzetting dan die van het "oude ik". Luister maar verder naar Maria.

Omdat Hij heeft omgezien
Maria spreekt hier al vanuit de gezindheid van Christus zelf. Zij is al overtuigd van wat Paulus later verwoordt in 1 Corinthiërs 1 :28: Wat voor de wereld zwak is ....., wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is.....heeft God uitverkoren, opdat geen vlees zou roemen. Zij zou met ons hebben kunnen zingen: "Vanwaar mij dit, hoe is’t geschied? Erbarming is ’t, en anders niet!" Het is een lofzang van Maria, maar een lofzang op God. Wij mogen daar niet een lofzang op Maria van maken, ook al kunnen wij met alle generaties haar gelukkig prijzen, zoals we iedereen gelukkig achten die de verlossing als genade geschenk van de Here God ontvangen in de geest van Maria.

Grote dingen gedaan
Deze grote dingen worden verder omschreven als krachtig werk van geslacht tot geslacht. Een werk van genade voor wie Hem vrezen en werk van afbraak van de hoogmoedigen, die dachten Hem niet nodig te hebben. Voor hen die nederig genoeg zijn om te belijden, dat ze het zonder de Here God niet redden, is er uitredding. Voor hen die rijk zijn in zichzelf en daarmee vol zijn van zichzelf, is er pas een oplossing als ze hun eigen geestelijke armoede erkennen. Het aanbod van de verlossing geldt op grond van de beloften aan Abraham allereerst het volk Israël, want Hij is gekomen tot de Zijnen.

De belofte
De beloften gelden Israël nog altijd. Ook al hebben de Zijnen de Here Jezus in eerste instantie niet aangenomen. Wij mogen weten, dat allen die Hem nu aannemen door dat geloof in de verlossing van Christus, een kind van God worden. Een God die in Zijn heiligheid, zoals die in de lofzang van Maria bejubeld wordt, niets met ons van doen kon hebben. Maar diezelfde God in Zijn barmhartigheid, zoals die in dezelfde lofzang bezongen wordt, wil nu in Christus alles met ons van doen hebben, als we ons "ik-leven" uit handen willen geven en Zijn LEVEN in alle ootmoed in ons toelaten.

Joop Schotanus