De lofzang van Simeon

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 20
De plotselinge aankondiging van Jezus’ geboorte volgt op vier eeuwen van stilte. Israëls geschiedenis stond opgetekend in het Oude Testament, maar verder is er niet meer geschreven. Profeten waren er niet meer. Het leek alsof de hemel er het zwijgen toe had gedaan in Israël. De Romeinse keizers heersten over de toenmalige wereld en de geestelijke leiders van Israël spanden met Rome samen, als zij hun positie maar konden behouden. De machtige prediking van een Jesaja of een Jeremia was verstomd, de religie versteend in vormen en rituelen.

Eerst komt een engel van de hemel naar de tempel in Jeruzalem met de aankondiging van Johannes de Doper. De God van Israël gaat niet voorbij aan de tempel met zijn orthodoxe vormendienst. De priester Zacharias kreeg bezoek van de engel Gabriël, die rechtstreeks van de troon van God kwam (Luc. 1:19).
Dat was lange tijd niet meer voorgekomen. Grote veranderingen zouden erop volgen: de beloofde Messias zou komen.

Maar in het verborgene was Gods Geest allang aan het werk. Er was geen levende Messiasverwachting in Israël, de geestelijke dingen waren opgedroogd in starre liturgieën. Maar de Heilige Geest, die God is, was ongemerkt door de verstarring heen gebroken. Hij had goddelijk geloof gelegd in een zekere Simeon, zo maar een inwoner van Jeruzalem. Hij was rechtvaardig en vroom en hij had bovendien wèl de verwachting dat de Messias zou komen. Immers, die was door God beloofd. Al was er eeuwen lang niets gebeurd, God heeft zich niet vergist. Hij zal Zijn belofte nakomen. Daar heeft Simeon altijd aan vast gehouden. En toen is de Heilige Geest tot Simeons hart gaan spreken. "Simeon, jij zult het meemaken, in jouw levenstijd gaat de beloofde Verlosser komen". Wat zal hij een studie van de Bijbel hebben gemaakt over die Verlosser. Dat spreken van de Geest in zijn hart was hem tot een diepe innerlijke overtuiging geworden.
In kerk en wereld zei men misschien wel: "Je moet de dingen van de Bijbel niet zo letterlijk nemen. Je bent een ‘fundamentalist’. Je moet dat veel meer geestelijk zien. Je hoort maar bij een klein clubje van onnozele mensen. De grote Griekse geleerden hebben ons toch veel meer te zeggen, Simeon. Laat dat primitieve geloof toch los en houd je met intelligentere dingen bezig". Maar Simeon wist wel beter. Hij geloofde de Schrift tegen alle betweters in.
Op een dag sprak de Heilige Geest nog een keer tot Simeon. "Simeon, het is zo ver. Ga vandaag maar naar de tempel en dan zul je Hem zien met je eigen ogen". Dus ging Simeon op die dag naar de tempel. Het lijkt zo simpel, maar eigenlijk was het bovennatuurlijk. Mensen stromen in en uit en Simeon staat daar bij de ingang van de tempel. De Geest moet hem, toen Jozef en Maria met Jezus binnenkwamen, gezegd hebben: "Deze is het, Simeon".

Hij nam het kind in zijn armen en begon God groot te maken (:28). Zijn woorden werden tot een loflied in de kerk der eeuwen, maar waren meer dan dat. Simeon profeteert. Zijn woorden ademen de geest van de heilige Schrift, de Bijbel, uit. Hij blijkt geestelijk opgetrokken boven de eigen levenskring, boven zijn eigen volk uit te stijgen en een wereldwijde visie te hebben op alle volkeren. Het heil dat was gekomen met de Messias was niet alleen voor Israël, maar voor alle volkeren. Sterker nog: in zijn profetische loflied gaan de heidenen, de niet-joodse volken – zelfs vóór. Eerst: "licht tot openbaring voor de heidenen" en vervolgens: "heerlijkheid voor het volk Israël".

Die profetie is zichtbaar tot op vandaag. Israël is als volk nog niet aan de toegezegde heerlijkheid toegekomen. Israël heeft nog een andere roeping temidden van de volken. Een weg van lijden en strijd, maar daaraan zal een einde komen. Het "Troost, troost mijn volk" (Jes. 40:1) klinkt door de eeuwen heen en zal werkelijkheid worden in de eindtijd. Ieder kerstfeest herinnert ons aan deze belofte. Het licht van de openbaring schijnt over de volken sinds het Evangeliewoord over de wereld is gegaan. Uit alle natiën en talen wordt de ware kerk, de Gemeente van de Here Jezus Christus, geformeerd. Zij wordt soms te vuur en te zwaard bestreden door de religieuze tegenkrachten van deze donkere wereld, maar dat licht is niet te doven.
En eens zal de heerlijkheid over Israël opgaan en zal Gods volk, het Joodse volk, verlost worden uit de macht van de heidenen. Jeruzalem zal de stad van de grote Koning worden en volken zullen optrekken om de Here dáár te aanbidden.
Dat was het geloofsvisioen van Simeon, opgediept uit de profeten van het Oude Testament en toegepast in het loflied dat hij zong voor Jozef en Maria toen hij het kindje Jezus in zijn armen hield, daar, bij de ingang van de tempel.

Feike ter Velde