De nieuwe religie

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 23
De nieuwe religie

We hebben er al heel wat van gezien en gehoord. De moderne mens heeft, nadat God verdween uit Jorwerd*, een nieuwe religie zich eigen gemaakt. Bij de dood van Pim Fortuyn was het ineens manifest onder ons. Rijen dik stonden de mensen langs straten, wegen en op viaducten om in een religieus getint eerbetoon afscheid te nemen van wat hun held bleek. Een expliciet homoseksuele man met nieuwe ideeën en aansprekende politieke kreten. Toen stierf André Hazes. Zijn kist op de stip in een bomvol voetbalstadion, huilende en zingende mensen, dertigers en veertigers, die samen deelden in opgeklopte emoties over een tragische Amsterdamse straatjongen. De nieuwe religie van de 21e eeuw: de publieke emotie.


Elke gelegenheid is er één om samen de emotie te beleven als nieuwe religieuze uitlaatklep in een koude en harde samenleving. Met z’n allen storten we ons erop en willen we het tot op het bot beleven. De media zijn er om de gevoelens van verdriet en verbijstering te kanaliseren en te verwoorden. De journalistiek, oorspronkelijk geroepen om het nieuws door te geven, werkt hierin nu mee als nieuwsmáker. Zij draagt de bouwstenen aan voor de nieuwe religieuze tempel, zodat op de hype van het moment, de emoties nog hoger oplaaien. Hoe hoger de golven gaan des te meer weten we ons verbonden met het geheel. Op die golven deinen we mee en voelen ons goed. Het scoort hoge kijkcijfers, het doet kranten en weekbladen goed verkopen: we hebben weer een hype.
De enorme ramp in Azië veroorzaakte in ons land eenzelfde emotionele vloedgolf, die nu langzaam aan ‘t wegebben is. Natuurlijk is elk denkend mens tot in het diepst van zijn wezen verbijsterd bij zoiets verschrikkelijks. Het is met geen pen te beschrijven wat zich daar werkelijk heeft afgespeeld. Direct daarop grepen de emotiegoeroes in de media hun kans om te scoren. Net als met de moord op Theo van Gogh, werd ook eerst hier naar de overheid gewezen. Het was bij Van Gogh vooral de koningin, die bij de ouders van het slachtoffer van de rituele moord door een islamextremist op bezoek moest. Op de golven van emotie grepen de media de kans om de stem van het volk uur na uur en dag na dag te versterken. Ook de minister-president moest het ontgelden. Hij had op de plaats des onheils moeten zijn, net als de burgemeester van Amsterdam. Zij waren er niet. Zij waren niet snel genoeg in beeld. Zij hadden leiding moeten geven aan de nieuwe religie. Zij hadden de tranen van het volk mee moeten huilen. Maar ze waren er niet. Met grote felheid verwoordden radio- en tv-verslaggevers deze schanddaden van onze politieke leiders. De meest grove kwalificaties door de man in de straat jegens overheidspersonen, werden ten gehore gebracht als ‘das gesunde Volksempfinden’.

Evenzo bij de ramp in Azië. Een journalist was er achter gekomen dat onze minister van binnenlandse zaken gedurende het kerstreces op vakantie was in het getroffen Thailand. Dat werd groot nieuws, de hele dag, uur na uur, op radio en televisie. Er werd opnieuw nieuws ‘gemáákt’. De emoties van ons volk over de tsunami liepen hoog op. Het werd opgebouwd, uur na uur. Het kreeg diezelfde religieuze trekken als we eerder in ons land hadden gezien bij de dood van Fortuyn, Hazes en Van Gogh. Zoals zo vaak, hoort bij religieus fanatisme ook een vijand van de religie en de emotie. Bij Fortuyn was het vooral de regering Kok en de fractieleider van de Partij van de Arbeid. Zij waagden zich dan ook niet op het Binnenhof op de avond van de moord. Men schreeuwde ‘moordenaar’, ‘moordenaar’. Een golf van bedreigingen aan het adres van politici in de weken daarna. Een religieus gekleurd fanatisme kreeg even griezelige proporties in ons polderland.

Bij André Hazes was het misschien vooral de herkenning van de mislukte liefde die de gevoelige snaar had geraakt in de massa. De liederen werden bij de afscheidsdienst in de Amsterdamse ‘Arena’, hartverscheurend meegezongen als vroeger de psalmen bij het kerkorgel. De kist op de stip was als het altaar, het liturgisch centrum. "Hoe God verdween uit Jorwerd" schreef Geert Mak. We zien dat God verdwenen is uit Nederland en dat men hunkert naar een nieuwe religie die weer houvast biedt.

Dat gebeurde eerder ook in Engeland, bij de dood van prinses Diana. De massa huilde, maar waren het wel tranen over Diana? Waren het geen massale emotionele erupties, die uitdrukking gaven aan de eigen gevoelens van innerlijke pijn, gegroeid uit gebrek aan liefde en genegenheid. De samenleving is verweesd, omdat ontbindende krachten ons van de kerk en van onze familie hebben beroofd. We horen nergens meer bij. Bij dat massale plengen van tranen rond Diana in Engeland en rond Hazes in Nederland huilde men niet over de dode, maar over zichzelf. Even is daar zo’n moment dat we onze diep weggestopte gevoelens van eenzaamheid, verwerping, ‘verweesdheid’, mogen tonen in het de vrije loop laten van onze tranen.

Al die huilende dertigers en veertigers bij Hazes’ doodskist, die grotendeels uit gebroken gezinnen komen, zijn ook veelal zelf aan een tweede of derde relatie begonnen en voelen zich diep van binnen mislukt, onbegrepen en afgewezen.

Doordat we beroofd zijn van kerk en familie, ontbreken ook gezag en leiding. We kennen geen leiders meer en als ze er al zijn, worden ze binnen de kortste keren in de media ontluisterd, vernederd en geminacht. We kunnen dat dagelijks zien op de televisie, b.v. met onze minister-president J.P. Balkenende.

Het onderscheid tussen goed en kwaad is vervaagd. Er bestaat niets meer dat absoluut is, niets meer om je voor in te zetten. Dan worden kinderen al jong als een stuurloos bootje op een golvende oceaan. Als ook thuis de ouders geen tijd meer hebben, de televisie aan staat en er geen gesprek meer is, dan laat zich de volstrekte existentiële eenzaamheid van een tiener wel raden. Daarom hebben we behoefte aan dat nieuwe fenomeen dat wel ‘publiek verdriet’ wordt genoemd. We komen met bloemen, kaarsen en teddyberen. We willen massaal meelopen in een stille tocht, niet zo zeer voor die bekende persoonlijkheid die overleed, maar om uiting te geven aan onze eigen innerlijke leegte. We zoeken een nieuwe religie en lijken die te hebben gevonden.

De hele volkswoede van Nederland, opgezweept door de media, richtte zich enkele dagen op een Nederlandse minister, die vakantie had in Thailand, juist toen de vloedgolf toesloeg. We wisten even niet waar we met onze gevoelens heen moesten. Verdriet slaat om in woede en richt zich op wat voor handen is. In dit geval een minister, minister Remkes, die even moest uitrusten in een verre stilte. Waar was God in die ramp? zo vroegen velen zich af. En nu laat de minister, ons enige houvast ter plaatse, het ook al afweten. Op de golven van diezelfde emotie stroomden de miljoenen euro’s binnen. ‘Voor de slachtoffers’, heet het. Maar niemand bekommert zich om eenzelfde hoeveelheid slachtoffers of groter, die dit jaar zal omkomen in Afrika door oorlog en honger. En dan nog te zwijgen van hen die sterven in de moederschoot, omdat het kind nu even niet uitkomt.

We zijn ver van huis, verder dan we denken.

Feike ter Velde

* Hoe God verdween uit Jorwerd, Boek van Geert Mak