De nieuwe wereldorde (13)

Robert de Telder • 78 - 2002/03 • Uitgave: 10
Als we dit allemaal napluizen, wordt het ons duidelijk waar de leer Jezus met het botten van de andere' bomen naast de 7ijgenboom, die Israël voorstelt, op .inspeelt.
De 20ste eeuw maakte het uitbotten van de vijgenboom en de andere bomen mee. Israël is een staat, in het oude land der vaderen 2n rondom dit herstelde land :lebben zich, haast tegelijkertijd, vijandige Arabische staten gevestigd. Voor de Tweede Wereldoorlog waren zij ook Protectoraten en/of mandaatgebieden van Engeland en Frankrijk.
Het blijken allemaal Oudtestamenische landen te zijn, die als het vare uit een diepe winterslaap :ijn ontwaakt. We denken hierbij allereerst aan Egypte, daarna aan Syrië, het bijbelse Aram, aan Jordanië, het bijbelse Moab en krnmon, aan Irak, het bijbelse Assur, aan Perzië of Iran, aan Soedan en Libië. Het zijn allemaal oude volken, die in de Bijbel genoemd worden en die plotseling, samen met Israël kort na de Tweede Wereldoorlog tot herleving zijn gekomen en in de wereldgeschiedenis op het voorplan zijn getreden. De Bijbel spreekt nog over een andere boom, die zich in de 20ste eeuw aftekent: met name de 'Kerk'.

Het is nog te vroeg om te voorspellen welke richting de vele gevestigde kerken in deze wereld zullen uitgaan. Gods Woord spreekt echter over een eenheidskerk in de eindtijd. Over de 'grote hoer' uit het boek Openbaring hoofdstuk 17 blijven de meningen nogal verdeeld! Het is evenwel duidelijk dat Johannes het 'christendom' zag en beschreef. Hij 'verbaasde zich zeer' staat er geschreven, nadat hij 'de hoer' had gadegeslagen, gehuld in prachtige kleding en met de Avondmaalsbeker in de hand. Zij, die een 'reine maagd' behoorde te zijn, blijkt in de eindtijd 'een hoer' te zijn, die de heersers dezer aarde tracht te manipuleren! Dat de Kerk met een boom vergeleken kan worden, blijkt uit de gelijkenis van het mosterdzaadje.
Waar het zaadje tot een kleine maar vruchtbare heester moest uitgroeien, wordt het plotseling een boom waar ook de vogelen des hemels zich in kunnen nestelen. Diezelfde vogels, die in de gelijkenis van de zaaier het beeld van de boze zijn! Dus ook deze boom uit de gelijkenis is aan het botten en vormt een teken aan de wand dat de komst van Jezus Christus nabij is. Op Zijn 'dag' zal het koren van het kaf gescheiden worden. Het koren -de gelovigen-zullen dan van de 'ongelovigen' gescheiden worden . De schuur uit de gelijkenis is een beeld van het paradijs, waar de Heer de Zijnen zal binnenleiden. Het verbranden van het onkruid slaat dan op Gods toorn tijdens de grote verdrukking, waar vooral het boek Openbaring over uitweidt.

Persoonlijk heb ik een sterk vermoeden dat we aan de vooravond van de grote afval staan. Paulus schrijft dat de HERE God zelf een dwaling zal zenden, • die bewerkt, dat zij die de leugen geloven, zullen afvallen. Wat zal deze leugen zijn? De toekomst zal het uitmaken. Fundamenteel voor ons geloof is het lijden en sterven van de Zoon van God, het Lam Gods, op het kruis van Golgotha met op de derde dag zijn opstanding uit de dood. Dit is de kern van het evangelie. Een troost voor een ieder die wil geloven en zijn vertrouwen op de Heer stelt. "Ik ben de opstanding en het leven, zegt Jezus, wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?"

Robert de Telder