De oergemeente te Jeruzalem

drs. M. Dieperink • 81 - 2005/06 • Uitgave: 15
De oergemeente te Jeruzalem

Moderne bijbelgeleerden lanceren de stelling dat er oorspronkelijk in Jeruzalem, in de gemeente van Jakobus, een typisch joods christendom is geweest, dat afweek van het latere heiden-christendom van Paulus. In de oergemeente te Jeruzalem werd, volgens hen, Jezus beschouwd als een mens en een profeet. Hij werd de ware profeet genoemd. Als we van Jeruzalem houden, zou het slecht nieuws zijn dat daar Jezus niet ten volle als Heer werd beleden. Maar bij nader onderzoek blijkt, dat men de historische bronnen, namelijk het boek Handelingen, de brief van Jakobus en het boek van Eusebius, niet ten volle serieus neemt of zelfs volledig negeert. Als we deze drie bronnen, die een eensgezind geluid laten horen, raadplegen, krijgen we het echte verhaal te horen. Maar men is te rade gegaan bij de latere joods-christelijke sekte der Ebonieten en projecteert hun theologie terug op het begin.

Eusebius schrijft het volgende over de persoon van Jakobus. “Samen met de apostelen ontvangt de broeder van de Heer het bestuur van de gemeente. Hij werd door allen de rechtvaardige genoemd… Hij was heilig van de schoot van zijn moeder af. Wijn en bedwelmende drank dronk hij niet; en ook at hij niet iets, waarin leven geweest was. Een scheermes kwam niet op zijn hoofd, en hij wreef zich niet in met olijfolie en nooit nam hij een bad. Hem alleen was het toegestaan het heilige van de tempel binnen te gaan. Hij droeg ook geen wollen klederen, maar linnen klederen. Hij ging ook alleen de tempel binnen en men vond hem daar op zijn knieën liggen en voor het volk vergeving bidden. En dit deed hij zo dikwijls, dat zijn knieën eelt gekregen hadden zoals die van een kameel” (II, 23).
Uit Handelingen 15 blijkt dat Petrus, Jakobus en Paulus eensgezind waren. Ze verkondigden hetzelfde Evangelie. Op dat concilie werd Jezus als Heer en Verlosser beleden (15:11). In de vroege kerk wist je dat iemand een echte christen was als hij beleed: “Jezus is Heer.” Dat betekent dat Jezus de opgestane Heer en Heiland der wereld is.
Eusebius vermeldt dat Jakobus werd gestenigd vanwege zijn getuigenis van Jezus Christus.
“Toen Paulus door Festus naar Rome was gestuurd, richtten de Joden hun aandacht op Jakobus. Ze brachten hem in hun midden en in de tegenwoordigheid van al het volk vroegen ze hem zijn geloof in Christus te verloochenen. Maar toen hij tegen hun verwachting in sprak zoals hij dat zelf verkoos en een ongekende onbevreesdheid tegenover de enorme menigte aan de dag legde door te verklaren dat onze Redder en Heer, Jezus, de Zoon van God was, konden zij zijn getuigenis niet langer verdragen, daar hij overal bekend stond als de rechtvaardigste van alle mensen vanwege de verhevenheid van zijn filosofie en godsdienst. Daarom doodden ze hem” (II, 23).
Ook in zijn brief belijdt Jakobus, Jezus als Heer (1:1). Jezus was voor hem meer dan een profeet. Hij was de glorievolle Heer (2:1). En hij verwachtte zijn wederkomst. “Houd moed, want de Heer zal spoedig komen” (5:8).

Drs. Martie Dieperink