De Olympische Spelen in het licht van de Bijbel

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 6
De Olympische Spelen in het licht van de Bijbel

In augustus is het zover: de Olympische Spelen gaan van start in het land van zijn oorsprong: Griekenland. Onlangs konden we het op het journaal zien: de ontsteking van de Olympische vlam, waarmee de fakkel werd aangestoken die nu de wereld rondgaat. Met die fakkel wordt dan weer de vlam aangestoken die blijft branden zolang als de spelen duren. "Wat men niet op het journaal toonde was, dat de vlam uitging. Er was in het geheel geen wind en eigenlijk was het een raadsel hoe dat kon gebeuren. De vlam moest opnieuw ontstoken worden", vertelt Helene Bos. "Er was een groep Griekse christenen bij deze plechtigheid aanwezig. Zij zagen dit als verhoring op hun gebed. Zij baden, dat de God des hemels Zijn majesteit zou tonen bij dit puur heidense gebeuren. En toen ging de vlam uit".
Wie goed naar het journaal heeft gekeken zag een aantal Griekse vrouwen staan in lange gewaden, als waren zij priesteressen. In die hoedanigheid riepen zij luid de naam van de Griekse god Zeus aan om te vragen neer te dalen in de vlam, op de Spelen en op de volken.

De Olympische Spelen worden eens in de vier jaar gehouden. Zij stammen uit het oude Griekenland van vóór Christus en waren religieuze festivals, gewijd aan de god Zeus, de oppergod der Griekse goden. Over de heidense achtergronden van de Olympische Spelen - en krachtige herleving van die heidense geest in onze tijd – schreef Helene Bos een boekje. Makkelijk leesbaar, slechts 28 pagina’s, maar vol met interessante, zo niet schokkende informatie. Hoe zeer ook vandaag de machten der duisternis manifest zijn in zoiets als wat "een sportief gebeuren" – de Olympische Spelen – heet, is zeer onthullend. Iedere christen moet van zulke dingen op de hoogte zijn. Zegt de apostel Paulus niet dat we hebben te strijden tegen "de wereldbeheersers dezer duisternis, de boze geesten in de hemelse gewesten" (Ef. 6 : 12). Voor mensen klinken deze termen als uit primitieve tijden, maar niets is minder waar. Het rauwe heidendom is lang schuil gegaan achter een christelijk vernisje, maar komt in grote kracht tot herleving in onze tijd. Genoemd boekje geeft veel achtergronden van de Griekse godenwereld en vooral van de oppergod Zeus, van wie de wortels liggen in het oude Babylon. In de stad Pergamum, nu Bergama, stond een grote tempel van Zeus met het grootste altaar ooit, gewijd aan Zeus. De Here Jezus noemt deze stad met dit altaar van Zeus "de troon des satans" (Openb. 2:13). Op dit altaar werden ook mensenoffers gebracht. Dit altaar werd in de jaren ’30 door Hitler naar Duitsland overgebracht om de geest van Zeus over Duitsland te brengen. De geschiedenis toont de barre gevolgen: zestig miljoen doden, waaronder zes miljoen Joden. Na de oorlog eisten de Russische communisten het altaar op. Stalin vermoordde tientallen miljoenen mensen. Wonderlijke, maar evenzeer schokkende werkelijkheden in onze moderne tijd.

Aan deze bloeddorstige Zeus zijn de Olympische Spelen gewijd. Men sluit zo elke vier jaar een verbond met Zeus – die eigenlijk dezelfde is als satan. Het lied – de Olympische Hymne – dat bij de opening massaal wordt gezongen luidt – vertaald uit het Engels:

Onsterfelijke geest van oud,
Vader van het waarachtige, mooie en goede,
Daal neer, verschijn en werp uw licht over ons.
Op deze grond en onder deze lucht
welke getuigd heeft van onvergankelijke glorie.

Geef leven en beziel deze nobele Spelen!
Werp erekransen van niet vervagende bloemen
op de overwinnaars in de race en in de strijd.
Schep in onze borstkassen harten van staal!

In uw licht schijnen vlakten, bergen en zeeën
in het avondrood en vormen een enorme tempel
naar welke alle natiën dringen om u te aanbidden,
o onsterfelijke geest van oud!


Helene Bos: "We moeten ons realiseren dat het kijken naar de Olympische Spelen geen vermaak is. Door Zeus te vereren en door inspiratie te ontlenen aan Apollo en Dionysos zullen demonische machten op grote schaal losgelaten worden, overal op de wereld. Het openingslied, dat wereldwijd wordt uitgezonden zal ons vervuilen, wanneer we dat bewonderend aanhoren. Het zal rampen brengen over de landen die erbij betrokken zijn. Dit ‘verbond’ zal een vloek van God brengen" (pag. 25).
Helene roept in dit bijzondere boekje ook op tot gebed en voorbede. Voorbede ook voor de vele jongeren die gaan evangeliseren bij de Spelen, opdat zij ‘in de volle wapenrusting Gods’ (Ef. 6) zullen gaan. Kortom: een onthullend boekje en het lezen ervan meer dan de moeite waard.

Feike ter Velde