De onvolmaakte vader

Els ter Welle • 86 - 2010 • Uitgave: 24
Serie Vaderschap (7)

Onze vijf kinderen waren allemaal in de leeftijd van de basisschool. Ik had mijn handen eraan vol en was nodig aan vakantie toe. We besloten de kinderen een weekend onder te brengen bij vrienden en samen naar een huisje op de Veluwe te gaan. Ik houd van lezen, dus ik nam een boek mee met de titel: Het christelijke gezin. Ik nestelde me heerlijk op de bank en begon te lezen. Het was goed geschreven en door en door Bijbels. Toch had ik aan het eind van de avond de neiging om het boek in het vuur van de open haard te gooien. Waar kwam dat heftige gevoel vandaan? Ik dacht: “Zoals zíj de opvoeding beschrijven, lukt het me nooit!”
Misschien heeft u die reactie ook wel gehad toen u mijn vorige artikelen las over vaderschap. Daarom wordt het hoog tijd om te schrijven over de onvolmaakte vader.

We hebben allemaal wat
De Here Jezus zegt in Matteüs 7:9-11 ‘Welk mens onder u zal, als zijn zoon hem om een brood vraagt, hem een steen geven? Of als hij een vis vraagt, zal hij hem toch geen slang geven? Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden.’
‘Hoewel gij slecht zijt…’ Het staat er zwart op wit. Andere vertalingen zeggen: hoewel gij boos/zondig zijt, maar het Griekse woord ‘ponēroi’ betekent gewoon ‘slecht’. Heeft de Here Jezus dat niet al te negatief en te sterk uitgedrukt? Heeft hij daarmee niet iedereen over één kam geschoren?
De Schrift zegt ook: ‘Niemand is rechtvaardig, ook niet één’ (Romeinen 3:10). Er zijn dus geen uitzonderingen. Prediker 7:20 zegt het nog duidelijker: ‘Er is niemand op aarde zo rechtvaardig dat hij goed doet zonder te zondigen.’ En Jesaja 64:6 zegt: ‘Al onze gerechtigheden (dus onze goede daden) zijn als een bezoedeld kleed.’

Niets en niemand in dit leven is volmaakt. Vanaf de zondeval is de hele schepping aangetast. Dat betekent dat er aan elk ‘voortreffelijk’ mens, maar ook aan iedere mooie boom, schitterende bloem en prachtige struik, toch iets mankeert… Wij hebben de volmaaktheid nog nooit kunnen aanschouwen. Wel kunnen we er als kind van God van proeven!
Over hoe de nieuwe hemel en de nieuwe aarde straks zullen zijn, kunnen we filosoferen, maar toch kunnen we het ons niet voorstellen. Onze zintuigen zijn daarvoor ontoereikend, ze missen een dimensie.
Er staan ons in de eeuwigheid dan ook geweldige verrassingen te wachten! Wat geen oog ooit heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, dat zullen we in de hemel zien! Ik kan bijna niet wachten om dat allemaal te beleven!

De perfecte vader is op de hele wijde wereld dus niet te vinden. We hebben allemaal wat. Alleen de hemelse Vader is de Eeuwige Volmaakte! Aardse vaders kunnen goede dingen doen, maar ze zijn niet goed.
Eigenlijk verklaart dat zo ontzettend veel! Hebben we vaak niet veel te hoge verwachtingen van anderen en van onszelf? Elke vader, ook die van zijn kinderen houdt en van het vaderschap een serieuze zaak maakt, is en blijft onvolmaakt.

We mogen fouten maken
Vroeger hielden wij conferenties en seminars over huwelijk en gezin. Als het tussen mijn man en mij soms eens niet helemaal boterde, gaf dat bij mij problemen. Ik vond namelijk dat we dan niet konden spreken voor al die echtparen. Gelukkig zag mijn man dat heel anders. Hij zei: “Els, als alles bij ons over rozen zou gaan, dán pas zouden we er ongeschikt voor zijn.” En hij had gelijk. We zijn gewoon feilbare mensen. Door te vertellen over onze eigen tekortkomingen en strijd, stonden we naast de mensen en torenden we niet hoog boven hen uit.
We moeten niet bang zijn voor onvolmaaktheid in onszelf en in anderen. We moeten er op de juiste wijze mee leren omgaan!

Wij hadden kennissen die een groot gezin hadden. Het waren hoogstaande mensen. Ik heb nog nooit een onvertogen woord uit hun mond horen komen. Toen hun oudste dochter trouwde, kreeg zij al vrij snel problemen. Zij had een flinke woordenwisseling gehad met haar man en daarmee verging haar wereld. Ze had nooit een ‘ruzie’ van haar ouders meegemaakt. Die waren wel eens heftig tegen elkaar, maar nooit waar de kinderen bij waren…

Ik kan me heel goed herinneren dat ik een keer heel boos op Herman reageerde waar de kinderen wèl bij waren. We zaten met z’n allen aan tafel. Ik stond op, liep de kamer uit en knalde de deur dicht. De kinderen waren helemaal van slag. Toen ik even later weer terug kwam, stond Herman op, pakte mijn hand en zei: “Els, ik was helemaal fout!,” waarop ik hem omhelsde en zei: “Lieve schat, ik had nooit zo mogen reageren.” Alle kinderen waren in tranen. Het was voor hen een belangrijk leermoment!
Als uw kinderen getuige zijn van uw onenigheid, laat ze er dan ook getuige van zijn dat u het goed maakt! Dat is een gouden regel!
Onze kinderen mogen onze fouten en tekortkomingen zien. Ze moeten leren om met onvolmaakte mensen om te gaan. Het is onderdeel van de school van het christelijke leven. Een christen leeft van vergeving. Hij mag het ontvangen, maar ook zelf geven!

De grote kracht van schuld belijden
Natuurlijk is het goed om naar volmaaktheid te streven. Maar ons pogen om onszelf te verbeteren werkt vaak averechts.
We willen geen fouten maken, maar we doen het toch. We lopen allemaal op zijn tijd tegen de muur van onze tekortkomingen aan. Ik spreek uit ervaring. Maar niet alleen wij lopen daar tegenaan, ook onze kinderen. Mogen onze kinderen ons wijzen op onze zwakke punten, of vinden we ze dan brutaal? Kunnen we er wel tegen om met onze onvolkomenheden geconfronteerd te worden? Sommige mensen vinden het zo moeilijk dat ze daarom krampachtig proberen om fouten te voorkomen. Ze lopen constant op hun tenen, met het grote gevaar overspannen te worden. Er zijn mensen die zo perfectionistisch zijn, dat ze hun zwakheden en tekortkomingen camoufleren en ontkennen. Dat is een enorme valkuil! Als we de waarheid over onszelf niet onder ogen willen zien, plaatsen we ons buiten de genade van God. Er is een relatie tussen genade en onvolmaaktheid. Er is altijd meer genade dan kwaad! Dat zegt Romeinen 5:20 helder en klaar: ‘Waar de zonde toenam, werd ook de genade steeds overvloediger.’
Als wij onze zwakke en slechte kanten in het licht van Gods genade brengen, geeft het ons geen veroordeling, maar vergeving! We stellen ons bovendien open voor de veranderende kracht van de Heilige Geest!
Ik las in een artikel op internet een mooie uitspraak: “Als onvolmaaktheid in ons leven een eiland is, is genade een oceaan die het onvolmaakte helemaal op kan slokken” (dr. John Townsend).
Maar alleen door oprechte schuldbelijdenis aan God en mensen wordt de zonde door de genade verzwolgen! Erkennen van schuld zet ons vrij! Vaders, als u uw zoon of dochter om vergeving vraagt, verliest u niet uw gezicht of gezag. Het omgekeerde gebeurt. Wanneer u zichzelf transparant en kwetsbaar durft op te stellen naar uw kinderen, wint u hun respect!
Belijden aan God en mensen is de grote voorwaarde voor genezing van relaties!

Worstelen met onvolmaaktheid
Er zijn gelovigen die denken dat het leven voor een christen een hemel op aarde behoort te zijn. Maar de werkelijkheid is dat er in elk leven en in elk huwelijk, in elk gezin en in elke gemeente zorgen zijn en dingen die (nog!) niet goed gaan. Spanningen en onenigheden zijn er overal, ook onder de kinderen van God. Denk aan alle oneffenheden in de eerste christengemeenten. De een was voor Paulus, de ander voor Apollos, voor Petrus of voor Christus. De grote godsman Paulus werkte jarenlang geweldig samen met een andere man van God, Barnabas. Zij waren door de Heilige Geest aangewezen om het Evangelie in de wijde omgeving te verkondigen. Ze steunden elkaar door dik en dun, in goede en slechte tijden. En dan lees je ineens in Handelingen 15 dat er een twist ontstaat tussen hen beiden. Ze raken verbitterd en gaan uit elkaar. Er is niets nieuws onder de zon!

Het is natuurlijk goed om hoge doelen na te streven, maar laat de eis van het ideaal los! Leer te aanvaarden dat het leven onvolmaakt is.
Maar moeten we ons dan niet uitstrekken naar het volmaakte? Jazeker, maar dan wel op de juiste wijze.

Een groot geheim
De Bijbel zegt op vele plaatsen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament: ‘Wees heilig, want Ik ben heilig.’ Filippenzen 3:15 spreekt over gelovigen die volmaakt zijn. Kolossenzen 1:28 zegt dat het doel van iedere gelovige moet zijn om in Christus volmaakt te zijn. Daar krijg ik het benauwd van en heb de neiging om heel hard ‘help’ te roepen! Hoe kan God nu volmaaktheid vragen van slechte mensen? Het lijkt zo enorm tegenstrijdig. Het is moeilijk om dit in het juiste perspectief te zien. Maar als we het pakken, dan hebben we in ons leven een groot geheim ontdekt.

Hebreeën 10:14 is een belangrijke tekst in de oplossing van dit raadsel: ‘Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.’
De wet en het Levitische priesterschap waren niet in staat om de mens te vervolmaken. We kunnen onszelf niet opwerken om volmaakt te worden. Het gevaar van het ‘perfecte vader-syndroom’ ligt dan om de hoek. Niet door onze goede daden, maar door het offer van de Here Jezus heeft Hij de gelovigen eens en voor altijd volmaakt. Er is alleen gerechtigheid uit het geloof, niet uit werken. Dit is de kern van het bevrijdende en verblijdende Evangelie!
De God die alles van ons ziet, alles van ons weet, noemt Zijn kinderen nooit zondaars, maar heiligen. U was een zondaar voor u tot geloof kwam. Nu bent u in Christus en daarom bent u heilig. U bent met Christus bekleed. Hij ziet ons aan in Zijn Zoon.

We zijn heilig voor God, maar het is Zijn wil dat deze heiligheid die in de geestelijke wereld een feit is, ook realiteit wordt in de natuurlijke wereld. Daarom zegt Hebreeën 12:14 ook dat we de heiligmaking na moeten jagen. Heiliging is dus allereerst een gave die we ontvangen hebben door geloof in de Here Jezus. Maar het is ook een opgave!
De gelovigen hebben aan de ene kant de volmaaktheid reeds ontvangen in de vergeving van al hun zonden, aan de andere kant is het een voortgaand proces. De heilige status hebben we al, een heilige levenswandel moet daar uit en daarop volgen.
Het Oude Testament zegt: Doe dit en je bent heilig. Het Nieuwe Testament zegt: Je bent heilig, dus doe dat. In het Nieuwe Verbond is er de kracht van de Heilige Geest en de inwoning van de Here Jezus. Als wij in Hem blijven, zullen we meer en meer veranderen naar Zijn beeld. Als wij los van Hem proberen heilig te leven, dan falen we. Het is ook niet zo dat God ons uitschakelt, dat Hij voor ons handelt. Nee, het geheim ligt erin dat wij samen mogen wandelen: Hij met mij en ik met Hem. Dan leidt en helpt Hij ons en draagt Zelf het zwaarste eind!

Els ter Welle