De opname vóór de Grote Verdrukking?
De opname vóór de Grote Verdrukking?
Hoe dacht men in de loop van de eeuwen?
In tal van publicaties wordt betoogd, dat het geloof, dat de gemeente wordt opgenomen vóór de Grote Verdrukking, pas iets is van de laatste paar honderd jaar en ontstaan is rond 1830 in de opwekkingsbeweging van Edward Irving in Engeland. Daar wordt dan meteen bij gezegd, dat er vóór 1830 geen enkel voorbeeld is te vinden van een dergelijke verwachting. Het gaat in dit artikel om de vraag of we kunnen aantonen, dat er in de kerkgeschiedenis wél voorbeelden van te vinden zijn. Hieronder volgt een bloemlezing van citaten waarin van een dergelijke verwachting sprake is. Vóór de vermeldingen staan de jaartallen, soms bij benadering, waarin de uitspraken zijn gedaan.
68-97 De Eerste brief van Clemens aan de Corinthiers 1 zou geschreven zijn tussen 68 en 97 na Chr. In hoofdstuk 23 van die brief staat het volgende: 5. Waarlijk spoedig en plotseling zal volbracht worden Zijn wil, gelijk ook de Schrift medegetuigt: Spoedig zal Hij komen en niet talmen en plotseling zal de Heer in Zijn tempel komen en de Heilige, die gij verwacht. De woorden spoedig en plotseling duiden er op dat de komst van Christus voor zijn heiligen de eerste verwachting van Clemens was. In hoofdstuk 28 van die brief lezen we vervolgens: dat wij door Zijn barmhartigheid beschermd mogen worden tegen de toekomstige oordelen.
202 De kerkvader Irenaeus schreef het werk Adversus Haereses 2. In V, 29. 1 vinden we daar: Als bij het plotselinge einde de Kerk daaruit zal genomen worden, zegt daarom de (Heer): Er zal een verdrukking zijn zoals er van den beginne nooit geweest is, noch ooit wezen zal.
150 De Herder van Hermas handelt over Hermas, die van een engel allerlei visioenen en openbaringen ontvangt. In dat geschrift vinden we onder Boek I, Visioen IV 3 een gezicht en een verklaring over de antichrist en de grote verdrukking. Hermas zegt er zelf over: Twintig dagen na het vorige visioen zag ik nog een visioen, broeders een weergave van de verdrukking die komen gaat. Hij beschrijft dan een enorme opkomende stofwolk en toen die was opgetrokken zag hij een vreeswekkend beest, dat wel veel kabaal maakte, maar zich niet verroerde tot Hermas gepasseerd was. Vervolgens verscheen in het visioen een vrouw, die voor hem de gemeente voorstelde. De vrouw groette hem en zei toen: Heeft niets uw pad gekruist? Hermas antwoordde: Ik ontmoette een beest van zon formaat dat het volken zou kunnen vernietigen, maar door de kracht van de Heer en Zijn grote genade ontsnapte ik er aan. Inderdaad bent u er aan ontkomen, zei ze, omdat u uw last op de Heer geworpen hebt, en uw hart voor de Heer geopend hebt, gelovende dat u verlost kunt worden door niets anders dan Zijn grote en heerlijke naam... U bent ontkomen aan grote verdrukking vanwege uw geloof Ga dus de uitverkorenen van de Heer vertellen dat het beest een type is van de grote verdrukking die komen gaat. Als u zichzelf voorbereidt en u van harte bekeert en u tot de Heer wendt, zal het mogelijk zijn eraan te ontkomen.
160-240 Tertullianus
Want wij zullen, volgens de apostel, opgenomen worden in de wolken, de Heer tegemoet en zo zullen wij altijd met de Here zijn. 4
Hieruit blijkt heel duidelijk dat Tertullianus de verwachting van de opname van de Gemeente kende, Tertullianus onderscheidde tevens twee opstandingfasen (voetnoot: Vgl. De Resurrectione Mortuorum, XXIV, 1-8, XLI, 6,7). 5
373 Pseudo-Ephraem 6
Een pas later ontdekt geschrift uit de Byzantijnse traditie is van de schrijver Pseudo-Ephraem die zegt met verwijzing naar Amos 5:18: Wee hun, die verlangen naar de dag des HEREN! Want alle heiligen en uitverkorenen van God worden ingezameld vóór de verdrukking, die zal komen, en worden naar de Heer opgenomen, opdat zij niet te eniger tijd de verwarring zien die de aarde overweldigt vanwege onze zonden.
Het is veelbetekenend dat de opname vóór de verdrukking wordt behandeld aan het begin van het stuk (sectie 2) en de wederkomst van Christus aan het einde (sectie 10).
1307 Fra Dolcino van Novara verklaarde dat de antichrist over drieënhalf jaar zou komen, en dat hijzelf na de nederlaag van de antichrist zou terugkeren naar de aarde om te presideren over een gezuiverde kerk. 7 Deze verklaring moet wel zo worden uitgelegd, dat hij dan eerst zou moeten zijn opgenomen, want anders zou hij niet kunnen terugkeren naar de aarde.
1419 Martin Húska behoorde tot de Taborieten, een radicale groep van de Hussieten. Eerst moest Christus in het verborgen komen, als aanzet voor een tijd van bestraffing en vergelding, als hij zou worden geïmiteerd, niet in zijn vriendelijkheid en genade, maar in zijn ijver, zijn toorn en zijn rechtvaardige vergelding. Dan, na de strijd, zou Christus openlijk afdalen, in eigen persoon, om zijn Koninkrijk te aanvaarden en de vernietiging van het kwaad te voltooien. De nieuwe tijd zou beginnen. 8
1555 Hugh Latimer ging in 1555 in Engeland op de brandstapel omdat hij er een chiliastische visie op nahield. Misschien komt het nog tijdens mijn leven, zo oud als ik ben, of in de tijd van mijn kinderen De heiligen zullen worden opgenomen om Christus te ontmoeten in de lucht, en zullen zo met hem terugkeren. Hij zal de Satan, die oude slang, onder onze voeten vernederen. 9
1690 Pierre Jurieu, een Franse Hugenoot, betoogt o.a. dat Christus zichtbaar uit de hemel zal komen om het duizendjarige rijk op te richten, maar spreekt ook van een eerste opstanding van de martelaren. Dat duizendjarige rijk kan pas beginnen na de val van het Rijk Babels, de bekering van de Joden en de bekering van de andere volkeren. Jurieu gelooft in een dubbele wederkomst en laat de mogelijkheid van een dubbele opstanding open. 10
1725 Increase Mather schreef over de komende vernietiging van de aarde door vuur en citeerde Schriftplaatsen als bewijs dat de heiligen tevoren zouden worden opgenomen in de lucht, waardoor zij ontkomen aan de laatste wereldbrand een vroege formulering van de leer van de opname zoals die in de negentiende eeuw uitgebreider werd geformuleerd. 11
1740 Morgan Edwards, een Calvinistische Baptist. De opgewekte en veranderde heiligen zullen duizend jaar met Christus op aarde regeren. Edwards ziet de antichrist als een toekomstig individu. Hij speculeert dat hij de laatste paus zal zijn. Hij leert dat de 1260 en de 1290 dagen (van Daniël) toekomstige, letterlijke, dagen zijn nadat de gemeente is opgenomen. 12
1801 Emmanuel Lacunza, een Chileen van Spaanse afkomst die behoorde tot de Jezuieten, schreef een boek met de titel: De komst van de Messias in heerlijkheid en majesteit. Lacunza gaat uit van verschillende fasen, gescheiden door een bepaalde periode. 13
1817 Tenslotte de verhandeling On the Apocalypse van William Cuninghame of Lainshaw, gepubliceerd omstreeks het jaar 1817. Hij hield vol, dat de wederkomst van Christus zou beginnen voor de laatste Grote Verdrukking, die hij stelde op 3½ jaar. 14
Uit de hier vermelde gevallen blijkt, dat er van de stelling dat er vóór 1830 nergens iets te vinden is van een geloof in een gefaseerde opname weinig heel blijft.
J.W. Embrechts
Auteur is emeritus-voorganger van de Pinkstergemeente te Hoogvliet
Noten
1 Opgenomen in deel XX van de serie Oud-Christelijke geschriften onder redactie van Dr. H.U. Meyboom, 1916
2 Opgenomen in deel XXIV van idem (1920)
3 The Ante-Nicene Fathers, ed. Roberts and Donaldson, Vol. II, p. 17 e.v.
4 (Tertullianus: Adv. Marcionem, III, 25; in: The Ante-Nicene Fathers, Vol. III, Ed. Roberts and Donaldson).
5 Fijnvandraat en Medema: De komst van Christus & de opname van de gemeente, p.75-76
6 Ontleend aan: Timothy J. Demy and Thomas D. Ice: The rapture and early medieval citation, in Bibliotheca Sacra, Juli-sept. 1995: 306-17
7 Eugen Weber: De Apocalyps, p. 69
8 Sylvia L. Thrupp: Millenial dreams in action, p. 169-170.
9 Charles C. Ryrie: The basis of the Premillennial Faith, p.29
10 Drs. C.J. Meeuse: De toekomstverwachting van de nadere Reformatie in het licht van haar tijd, p. 88-89
11 Paul Boyer: When time shall be no more, p. 75 en 88 Richard Kyle: The last days are here again, p. 79
12 Gary Stearman: Rev. Morgan Edwards taught a pretribulational rapture in the 1740s! (Internet)
13 John L. Bray: The Great Tribulation?, 1982, p. 3 John L. Bray: The Origin of the Pre-Tribulation Rapture Teaching, p. 7
14 M. Baxter: 40 Future Wonders, 1866,p. 233 Ernest R. Sandeen: The roots of fundamentalism, Baker Book House, repr. 1978, p. 8
Hoe dacht men in de loop van de eeuwen?
In tal van publicaties wordt betoogd, dat het geloof, dat de gemeente wordt opgenomen vóór de Grote Verdrukking, pas iets is van de laatste paar honderd jaar en ontstaan is rond 1830 in de opwekkingsbeweging van Edward Irving in Engeland. Daar wordt dan meteen bij gezegd, dat er vóór 1830 geen enkel voorbeeld is te vinden van een dergelijke verwachting. Het gaat in dit artikel om de vraag of we kunnen aantonen, dat er in de kerkgeschiedenis wél voorbeelden van te vinden zijn. Hieronder volgt een bloemlezing van citaten waarin van een dergelijke verwachting sprake is. Vóór de vermeldingen staan de jaartallen, soms bij benadering, waarin de uitspraken zijn gedaan.
68-97 De Eerste brief van Clemens aan de Corinthiers 1 zou geschreven zijn tussen 68 en 97 na Chr. In hoofdstuk 23 van die brief staat het volgende: 5. Waarlijk spoedig en plotseling zal volbracht worden Zijn wil, gelijk ook de Schrift medegetuigt: Spoedig zal Hij komen en niet talmen en plotseling zal de Heer in Zijn tempel komen en de Heilige, die gij verwacht. De woorden spoedig en plotseling duiden er op dat de komst van Christus voor zijn heiligen de eerste verwachting van Clemens was. In hoofdstuk 28 van die brief lezen we vervolgens: dat wij door Zijn barmhartigheid beschermd mogen worden tegen de toekomstige oordelen.
202 De kerkvader Irenaeus schreef het werk Adversus Haereses 2. In V, 29. 1 vinden we daar: Als bij het plotselinge einde de Kerk daaruit zal genomen worden, zegt daarom de (Heer): Er zal een verdrukking zijn zoals er van den beginne nooit geweest is, noch ooit wezen zal.
150 De Herder van Hermas handelt over Hermas, die van een engel allerlei visioenen en openbaringen ontvangt. In dat geschrift vinden we onder Boek I, Visioen IV 3 een gezicht en een verklaring over de antichrist en de grote verdrukking. Hermas zegt er zelf over: Twintig dagen na het vorige visioen zag ik nog een visioen, broeders een weergave van de verdrukking die komen gaat. Hij beschrijft dan een enorme opkomende stofwolk en toen die was opgetrokken zag hij een vreeswekkend beest, dat wel veel kabaal maakte, maar zich niet verroerde tot Hermas gepasseerd was. Vervolgens verscheen in het visioen een vrouw, die voor hem de gemeente voorstelde. De vrouw groette hem en zei toen: Heeft niets uw pad gekruist? Hermas antwoordde: Ik ontmoette een beest van zon formaat dat het volken zou kunnen vernietigen, maar door de kracht van de Heer en Zijn grote genade ontsnapte ik er aan. Inderdaad bent u er aan ontkomen, zei ze, omdat u uw last op de Heer geworpen hebt, en uw hart voor de Heer geopend hebt, gelovende dat u verlost kunt worden door niets anders dan Zijn grote en heerlijke naam... U bent ontkomen aan grote verdrukking vanwege uw geloof Ga dus de uitverkorenen van de Heer vertellen dat het beest een type is van de grote verdrukking die komen gaat. Als u zichzelf voorbereidt en u van harte bekeert en u tot de Heer wendt, zal het mogelijk zijn eraan te ontkomen.
160-240 Tertullianus
Want wij zullen, volgens de apostel, opgenomen worden in de wolken, de Heer tegemoet en zo zullen wij altijd met de Here zijn. 4
Hieruit blijkt heel duidelijk dat Tertullianus de verwachting van de opname van de Gemeente kende, Tertullianus onderscheidde tevens twee opstandingfasen (voetnoot: Vgl. De Resurrectione Mortuorum, XXIV, 1-8, XLI, 6,7). 5
373 Pseudo-Ephraem 6
Een pas later ontdekt geschrift uit de Byzantijnse traditie is van de schrijver Pseudo-Ephraem die zegt met verwijzing naar Amos 5:18: Wee hun, die verlangen naar de dag des HEREN! Want alle heiligen en uitverkorenen van God worden ingezameld vóór de verdrukking, die zal komen, en worden naar de Heer opgenomen, opdat zij niet te eniger tijd de verwarring zien die de aarde overweldigt vanwege onze zonden.
Het is veelbetekenend dat de opname vóór de verdrukking wordt behandeld aan het begin van het stuk (sectie 2) en de wederkomst van Christus aan het einde (sectie 10).
1307 Fra Dolcino van Novara verklaarde dat de antichrist over drieënhalf jaar zou komen, en dat hijzelf na de nederlaag van de antichrist zou terugkeren naar de aarde om te presideren over een gezuiverde kerk. 7 Deze verklaring moet wel zo worden uitgelegd, dat hij dan eerst zou moeten zijn opgenomen, want anders zou hij niet kunnen terugkeren naar de aarde.
1419 Martin Húska behoorde tot de Taborieten, een radicale groep van de Hussieten. Eerst moest Christus in het verborgen komen, als aanzet voor een tijd van bestraffing en vergelding, als hij zou worden geïmiteerd, niet in zijn vriendelijkheid en genade, maar in zijn ijver, zijn toorn en zijn rechtvaardige vergelding. Dan, na de strijd, zou Christus openlijk afdalen, in eigen persoon, om zijn Koninkrijk te aanvaarden en de vernietiging van het kwaad te voltooien. De nieuwe tijd zou beginnen. 8
1555 Hugh Latimer ging in 1555 in Engeland op de brandstapel omdat hij er een chiliastische visie op nahield. Misschien komt het nog tijdens mijn leven, zo oud als ik ben, of in de tijd van mijn kinderen De heiligen zullen worden opgenomen om Christus te ontmoeten in de lucht, en zullen zo met hem terugkeren. Hij zal de Satan, die oude slang, onder onze voeten vernederen. 9
1690 Pierre Jurieu, een Franse Hugenoot, betoogt o.a. dat Christus zichtbaar uit de hemel zal komen om het duizendjarige rijk op te richten, maar spreekt ook van een eerste opstanding van de martelaren. Dat duizendjarige rijk kan pas beginnen na de val van het Rijk Babels, de bekering van de Joden en de bekering van de andere volkeren. Jurieu gelooft in een dubbele wederkomst en laat de mogelijkheid van een dubbele opstanding open. 10
1725 Increase Mather schreef over de komende vernietiging van de aarde door vuur en citeerde Schriftplaatsen als bewijs dat de heiligen tevoren zouden worden opgenomen in de lucht, waardoor zij ontkomen aan de laatste wereldbrand een vroege formulering van de leer van de opname zoals die in de negentiende eeuw uitgebreider werd geformuleerd. 11
1740 Morgan Edwards, een Calvinistische Baptist. De opgewekte en veranderde heiligen zullen duizend jaar met Christus op aarde regeren. Edwards ziet de antichrist als een toekomstig individu. Hij speculeert dat hij de laatste paus zal zijn. Hij leert dat de 1260 en de 1290 dagen (van Daniël) toekomstige, letterlijke, dagen zijn nadat de gemeente is opgenomen. 12
1801 Emmanuel Lacunza, een Chileen van Spaanse afkomst die behoorde tot de Jezuieten, schreef een boek met de titel: De komst van de Messias in heerlijkheid en majesteit. Lacunza gaat uit van verschillende fasen, gescheiden door een bepaalde periode. 13
1817 Tenslotte de verhandeling On the Apocalypse van William Cuninghame of Lainshaw, gepubliceerd omstreeks het jaar 1817. Hij hield vol, dat de wederkomst van Christus zou beginnen voor de laatste Grote Verdrukking, die hij stelde op 3½ jaar. 14
Uit de hier vermelde gevallen blijkt, dat er van de stelling dat er vóór 1830 nergens iets te vinden is van een geloof in een gefaseerde opname weinig heel blijft.
J.W. Embrechts
Auteur is emeritus-voorganger van de Pinkstergemeente te Hoogvliet
Noten
1 Opgenomen in deel XX van de serie Oud-Christelijke geschriften onder redactie van Dr. H.U. Meyboom, 1916
2 Opgenomen in deel XXIV van idem (1920)
3 The Ante-Nicene Fathers, ed. Roberts and Donaldson, Vol. II, p. 17 e.v.
4 (Tertullianus: Adv. Marcionem, III, 25; in: The Ante-Nicene Fathers, Vol. III, Ed. Roberts and Donaldson).
5 Fijnvandraat en Medema: De komst van Christus & de opname van de gemeente, p.75-76
6 Ontleend aan: Timothy J. Demy and Thomas D. Ice: The rapture and early medieval citation, in Bibliotheca Sacra, Juli-sept. 1995: 306-17
7 Eugen Weber: De Apocalyps, p. 69
8 Sylvia L. Thrupp: Millenial dreams in action, p. 169-170.
9 Charles C. Ryrie: The basis of the Premillennial Faith, p.29
10 Drs. C.J. Meeuse: De toekomstverwachting van de nadere Reformatie in het licht van haar tijd, p. 88-89
11 Paul Boyer: When time shall be no more, p. 75 en 88 Richard Kyle: The last days are here again, p. 79
12 Gary Stearman: Rev. Morgan Edwards taught a pretribulational rapture in the 1740s! (Internet)
13 John L. Bray: The Great Tribulation?, 1982, p. 3 John L. Bray: The Origin of the Pre-Tribulation Rapture Teaching, p. 7
14 M. Baxter: 40 Future Wonders, 1866,p. 233 Ernest R. Sandeen: The roots of fundamentalism, Baker Book House, repr. 1978, p. 8