De Opstanding... fundament van het christelijk geloof

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 2
De Opstanding...
fundament van het christelijk geloof


De opstanding van Jezus Christus uit de dood is het fundament van het christelijk geloof. Wie de opstanding ontkent, houdt niets meer over. Dan is het christelijk geloof als een vlucht uit de werkelijkheid en niets meer dan menselijke religie. Prof. Dr. A.A. van Ruler zei eens: "Pasen is het fundament waarop we staan en Pinksteren is de kracht waardoor wij gaan". In deze uitspraak ligt heel de kracht van de bijbelse boodschap. Maar ook vandaag moet de lichamelijke opstanding van Christus verdedigd worden, zelfs binnen de kerk.

Hoofdpersoon in het christelijk geloof is Christus. Hij is het ‘gezicht’ van de levende God. Wie Christus kent, kent de Schepper van hemel en aarde. Daarom is Hij tot een val en een opstanding. Op de persoon van Christus scheiden de wegen. Het gáát om Hem. Hij drukte zijn stempel op de geschiedenis, Zijn leven was een vervulling van eeuwen tevoren uitgesproken en opgeschreven profetieën en Zijn opstanding uit de dood onderstreepte alles: Jezus is God, de Zoon. Wie de feiten uit de geschiedenis op zich laat inwerken, kan niet om de opstanding van Christus heen. Hij heeft Zelf vooraf Zijn opstanding uit de dood aangekondigd, hoewel zijn eigen leerlingen het niet konden geloven. Zij waren bij zijn ‘arrestatie’ in Gethsémane allemaal weggevlucht en hebben zich schuilgehouden uit angst om bij Zijn ‘terechtstelling’ betrokken te worden. Zij vreesden voor hun eigen leven.
Wat is er toch gebeurd, moet ieder redelijk mens zich afvragen, dat diezelfde leerlingen drieënvijftig dagen later, midden in Jeruzalem, met grote kracht de opstanding van Jezus Christus verkondigden? Wel, juist dat is het historische feit van de opstanding zèlf. Zij waren ooggetuigen van Zijn dood èn van Zijn opstanding. De apostel Paulus legt sterk de nadruk op het historische feit van de lichamelijke opstanding van Christus in, met name 1 Cor. 15 maar ook in zijn andere brieven. Het feit van de opstanding onderstreept, dat Jezus de Zoon van God is (Rom. 1:4). De apostelen gaven hun leven voor de opgestane Christus. Eerst waren ze bang om te sterven en verlieten Jezus bij de gevangenneming, maar na Zijn opstanding was alle angst gevlogen. Uit hun houding blijkt dat het waar is: "Nu jaagt de dood geen angst meer aan". Immers, ze hadden met eigen ogen gezien dat Jezus de dood had overwonnen, zoals Hijzelf ook vooraf had gezegd. Hij werd door hen herkend, ze konden Hem aanraken, Zijn littekenen zien aan handen, voeten en zijde. Er is een overvloed van getuigen, die Hem hebben gezien ná Zijn opstanding. Daarom, wie goed kijkt kan niet om de opstanding heen.

Toch staat de opstanding van Christus iedere keer weer ter discussie, zij wordt ontkend en bestreden, ook binnen de kerk. Zij wordt zelfs niet geloofd door predikers, die de opstanding prediken, omdat die predikers er gewoonweg een andere invulling aan geven. Zij geloven in Christus als het ‘kerygma’. Zij zeggen: Christus is opgestaan in de prediking. Dat is in hun visie natuurlijk niet ‘historisch’ gebeurd. Ook prof. H.M. Kuitert, die nu helemaal niet meer in het Godsbestaan gelooft ("De mens was er eerder dan God") verklaarde in 1974 reeds dat de opstanding slechts "een verhaal" is. Hij verklaart dat zo: Jezus had zoveel mooie dingen beweerd over de komst van het Godsrijk op aarde, dat zij die mooie droom na zijn dood niet wilden opgeven. Daarom zijn ze gaan ‘beweren’ dat Jezus is opgestaan. Die mooie toekomstdroom die we van Jezus hebben geleerd is sterker dan zijn dood, zo hebben ze willen geloven, aldus Kuitert (‘Zonder geloof vaart niemand wel’ (pag. 45) – Dr. H.M. Kuitert – Ten Have 1974). Toen hij nog volop theoloog in de Gereformeerde Kerken was, etaleerde hij zijn diepgewortelde ongeloof en maakte Jezus en Zijn apostelen tot fantasten en leugenaars en hij is niet de enige. Toen al belandde zijn hele redenering in de absurditeit. De ontkenning van zo veel krachtige getuigenissen uit de mond van de apostelen, ontneemt aan de redeneringen van dit soort theologen elke grond.

Dit is het geloof dat aan onze universiteiten wordt onderwezen: het algemene geloof – het oergeloof – dat een antropologisch verschijnsel is. Dit oergeloof uit zich in de verschillende godsdiensten die er op de wereld zijn, maar in wezen zijn ze allemaal hetzelfde, inclusief het christendom. Bij Kuitert en vele anderen, zijn alle godsdienstige uitspraken ‘zoekontwerpen’ waarin men God hoopt aan te treffen. Bij het christendom is de Bijbel ook zo’n zoekontwerp, dus menselijk product en van alle goddelijk gezag ontdaan. Natuurlijk noemt Kuitert zijn boek wel een wetenschappelijk werk, dus laten we er niet gering over denken, zo lijkt hij ons te willen zeggen.

Hoe anders de apostelen en ook Paulus. Zij hebben allemaal Christus in levende lijve ontmoet en getuigen van wat zij gezien, gehoord en getast hebben. Zij prediken ons de opgestane en levende Heiland in de kracht van de Heilige Geest, zoals dat vandaag – gelukkig – in vele van onze kerken óók gebeurt. Onder die prediking worden mensen getrokken uit de duisternis tot het licht, uit de dood in het leven, uit de wereld in het koninkrijk van de Zoon zijner liefde. Onder die prediking zijn volken en culturen veranderd en verloor de vorst der duisternis zijn greep op mensen en volkeren. Paulus maakte zich zo boos over hen die Evangelie verdraaien of willen ondergraven en veranderen, dat hij over wie dat doet zegt: "Die zij vervloekt" (Gal. 1:8-9), zelfs al zou het een engel uit de hemel zijn.
Het Evangelie is niet naar de mens – dus geen antropologisch verschijnsel !) – maar openbaring van God (Gal. 1:11-12).
Hoe keert Paulus zich hier af van alle menselijke of quasi wetenschappelijke redenering. Hij is bij niemand te rade gegaan, toen Christus in zijn hart woning maakte (Gal. 1:15-16). Hij was ook een theoloog, van naam nog wel (Gal. 1:13-14), maar de openbaring van Christus reikte verder en dieper dan alle menselijke opvatting.

Het historische feit van de opstanding van Christus is het fundament van heel de christelijke leer, ons onderwezen in het Nieuwe Testament.
Moge er juist van binnenuit in de Gemeente van Christus een krachtige weerstand zijn tegen alle vormen van ongeloof, die in deze tijd over ons en onze kinderen heen stromen, hen in verwarring brengen en bedoelen hen van het vaste fundament te stoten in de poel van duisternis en zonde waarin onze cultuur zich steeds verder verlaagt.
De opstanding van Christus is hèt goede nieuws voor elke dag. Daarom: Jezus leeft en wij met Hem!

Feike ter Velde