De schuld ligt bij ons

ds. Oscar Lohuis • 87 - 2011 • Uitgave: 21
Vaak kijken wij als christelijke kerk met afschuw en verontwaardiging naar de goddeloosheid van de wereld om ons heen. Zo velen zijn van God los en roemen daar zelfs in. De immoraliteit heeft gigantische proporties aangenomen. Ons land is zo langzamerhand een land dat vervuld is van overspel en ontrouw. Zo veel gezinnen vallen uit elkaar en kinderen moeten één van beide ouders (meestal hun vader) missen. Homoseksualiteit wordt algemeen aanvaard en zelfs gestimuleerd. Abortus en euthanasie zijn gelegaliseerd, waardoor de kille doodscultuur in ons land steeds meer om zich heen grijpt. Het Nederlandse volk leeft in grote geestelijke en morele armoede. Het is daarom ook terecht dat dit alles ons als christenen vervult met afschuw, boosheid en verdriet. Wie kan onbewogen blijven nu de duisternis zo groot is geworden? Het zou echter verkeerd zijn als we alleen maar kijken naar wat er in de goddeloze cultuur en wereld om ons heen allemaal mis gaat. Als de Kerk van Jezus Christus een priesterschap is in deze wereld en die wereld raakt alleen maar verder van God vandaan, dan is er iets mis met ons priesterschap. Het wordt tijd dat wij kritisch worden op onszelf. De schuld van het grote geestelijke verval dat in ons land plaatsvindt ligt bij onszelf, bij de Kerk.
Isaac da Costa heeft ooit Nederland het Israël van het Noorden genoemd. Wat heeft Nederland ook een rijke protestantse, calvinistische traditie. Dat daar zoveel van verloren is gegaan heeft zijn oorsprong in wat er is veranderd in de opleiding van de predikanten, in de theologie die wordt gevolgd en in de praktijk van het gemeenteleven. Als de schuld van het geestelijke verval ligt bij de Kerk, dan ligt de schuld in de Kerk vooral bij haar predikanten en voorgangers. De hoogste roeping die er is in dit leven is de roeping tot het brengen van het Woord van God. De krachtigste invloed die er is in dit leven is de invloed van het onvervalste evangelie van God, waarvan de apostel Paulus zei: “Ik schaam mij het evangelie niet, want het is een kracht van God tot behoud voor een ieder die gelooft” (Romeinen 1:16). Predikanten zijn voor ons land veel belangrijker dan leden van de Tweede Kamer en kunnen door hun bediening ook veel meer invloed hebben op de samenleving dan politici. Mits zij vol zijn van kracht en geloof en van de Heilige Geest. Wat wij missen zijn predikers die, gezalfd door de Geest, het Woord van God brengen. Er ligt grote schuld bij ons, geroepenen tot de bediening van het Woord. Wij hebben ons jarenlang te veel af laten leiden door triviale zaken. Wij hebben geen ernst gemaakt met de roeping tot ‘het gebed en de bediening van het Woord’ (Handelingen 6:4).
De meeste predikanten zijn veel te druk met het draaiende houden van de activiteiten van de gemeente en het bezoeken van mensen, terwijl aan het beste en het belangrijkste voorbij wordt gegaan. Zelfs als een gemeente bruist van activiteiten kan zij nog steeds zo dood als een pier zijn, omdat er geen werkelijk beslag van de Geest in de prediking plaatsvindt. De scherpte van het evangelie ontbreekt zo vaak. Het is zo vaak een oppervlakkig praatje, waarin of alleen maar wordt opgeroepen tot naastenliefde of zondaars alleen maar over de bol worden geaaid met de boodschap dat ze er mogen zijn. Er wordt niet tot het geweten van mensen gesproken. Er komen zo weinig tot zondebesef, verbrokenheid en bekering. Wij hebben prediking nodig waarin ten eerste de scherpte van de wet, de eisen van de wet en het oordeel, vanwege de overtreding van de wet, naar voren komt. En prediking waarin ten tweede de vrije, soevereine genade van God in Christus wordt gepredikt. Dit besef van de kracht en de glorie van het evangelie komt voort uit het zicht hebben op de majesteit en heiligheid van God. Dat ontbreekt vaak in onze kerken en gemeenten.
De reden daarvan is dat predikanten en voorgangers zich nauwelijks bezig houden met dit onderwerp. Nota bene, predikers, die geroepen zijn om over God te spreken, houden zich niet bezig met wie God is! Velen zijn druk en maken zich druk en zijn bezorgd over vele dingen, net als Martha, maar verzuimen om persoonlijk aan de voeten van de Heiland te zitten, zoals Maria deed. Het probleem is dat de voorgangers niet kiezen voor het goede deel, dat van hen niet zal worden weggenomen (Lucas 10:42). Het wordt tijd dat het oordeel begint bij het huis van God. Wij zijn verantwoordelijk voor het geestelijke verval. Dat zo velen zijn als schapen zonder Herder komt omdat wij niet bewogen genoeg zijn met deze verloren schapen. We weten niet meer van de grote waarde van één ziel en van het grote gevaar van het verloren gaan van een ziel, omdat we ons zo weinig met de inhoud van het evangelie zelf bezig houden.
Een grote strijd speelt zich af in het denken en doen en laten van degenen die op zondag op de kansel staan. Dat is het moment dat er wat moet gebeuren. Of er dan wat gebeurt hangt af van hoe de prediker door de week zijn tijd besteedt. Voorgangers moeten leren om zichzelf te disciplineren tot gebed en studie. Voorgangers moeten leren om zichzelf terug te trekken, zoals ook onze Heiland dat veelvuldig deed. Voorgangers moeten terugkeren tot de gezonde leer. Zij moeten weer leren om de Bijbel en goede boeken te lezen, ook theologische boeken, zodat zij weten waar het in het evangelie over gaat. Boven alles moet er gezocht worden naar en gebeden worden om de zalving van Gods Geest. Want het is alleen door de werking van de Heilige Geest dat zondaars geroepen zullen worden uit deze duistere, donkere, immorele wereld. De kracht van het evangelie is zo groot. Laat allen die geroepen zijn dit evangelie te brengen niet rusten totdat die kracht door hun bediening ook openbaar wordt. Dat is waar de wereld op zit te wachten.

ds. Oscar Lohuis