De tong intomen

Jef de Vriese • 81 - 2005/06 • Uitgave: 16
De tong intomen

Helaas zijn sommigen van ons wel uiterlijk godsdienstig, of houden wij ons wel aan allerlei tradities, of wij zetten ons in voor kinderwerk, pastoraat, prediking, diaconie, etc., maar indien dat niet gepaard gaat met innerlijke nederigheid en onderwerping aan God, dan is al dat religieus gedrag waardeloos. Een dergelijke religie is geen aanbidding van God.
Echt geloof gaat gepaard met eerbied en zet tegen God geen grote mond op. Dat is veeleer opstand. Dan hebben wij onze tong niet in bedwang omdat wij ons hart niet in bedwang kunnen houden door onze innerlijke verdeeldheid en de zondige begeerte die het hoge woord voert. Wanneer wij met God omgaan terwijl ons hart zich verzet, heeft onze godsdienst geen nut. Geloof zonder hartsverandering is waardeloos. Indien wij God willen behagen en in de praktijk tegenover anderen onze tong niet kunnen bedwingen, zitten wij op het verkeerde spoor. Een dergelijk geloof is zelfmisleiding. Dan bevinden wij ons op glad ijs. Want waar het hart vol van is… (Luc. 6:45).
Wij spreken gemiddeld 18.000 woorden per dag. Dat is een boek van 54 bladzijden. Per jaar ‘schrijven’ wij zo 66 boeken van 800 bladzijden die vertellen wat in ons hart leeft. Onze tong moet dus in de teugels!
Dat betekent niet dat wij geen verkeerd woord meer zeggen. Maar wij kunnen net als Paulus zeggen, dat de verlossing uit het lichaam van de dood, door Jezus Christus is (Rom. 7:25). Wij gaan niet tolerant om met de aanwezigheid van de zonde van de tong, maar keren ons af en groeien in overwinning.

Jef De Vriese