De verzwegen achtergrond van het Judasevangelie

drs. Martie Dieperink • 82 - 2006/07 • Uitgave: 4
Vlak voor Pasen is het gereedkomen van de Engelse vertaling van het Judasevangelie bekendgemaakt. Dit veroorzaakte een mediahype. Volgens prof. Hans van Oort is deze aandacht terecht, want het Judasevangelie zou een authentiek geschrift uit het vroege christendom zijn. De vondst ervan is volgens hem belangrijk omdat we zo een beter beeld zouden krijgen van wie Judas was. Maar de grote vraag is of dit geschrift wel zo betrouwbaar is. Er wordt in deze wereld zoveel gefantaseerd. Wie was de schrijver? Onderzoek wijst uit dat het om een geschrift van een obscure gnostische sekte gaat. De kerkvader Irenaeus, die dit evangelie en ook nog andere geschriften van de sekte zelf kende – hij had deze geschriften verzameld, zo schrijft hij – geeft ons in zijn boek Tegen de ketterijen (I,31) onthullende informatie.

Het Evangelie van Judas was, zo schrijft hij, een verzinsel van deze sekte der Kaïnieten. Dit was een sekte die volledig buiten de christelijke kerk stond. De Kaïnieten waren vereerders van Kaïn, die zijn broer had vermoord. Ze meenden dat Kaïn afstamde van de hoogste Kracht (die zelfs boven God uitging); ze voelden zich verwant met alle personen in de Bijbel die voor het kwaad kozen, zoals Ezau, Korach en de Sodomieten. Ze hadden verder voor Judas gekozen, die volgens hen als enige discipel de waarheid kende.
Ze hadden dus bewust voor het kwaad als zijnde het goede gekozen. Het kwaad van Judas’ verraad hadden ze ook tot iets goeds verheven: hij bevrijdde Jezus uit zijn lichaam zodat Hij naar het lichtrijk kon gaan. Dit betekent dat Judas zelf tot een verlosser wordt die Jezus bevrijdde. In deze visie heeft de kruisdood van Jezus dus alleen betekenis voor zijn eigen bevrijding, maar niet voor de verlossing der mensheid. Bovendien is dit een gevaarlijke visie, want zo kun je het vermoorden van mensen goedpraten.

De Kaïnieten waren behoorlijk arrogant en meenden dat ze een hoger weten hadden dat niemand anders bezat. De grote vraag is uit welke bron ze hun inspiratie putten. Ze werden in hun denken en handelen geïnspireerd door een engel, een geleidegeest. Irenaeus schrijft: “Ze zeggen dat ze door een engel werden bijgestaan die hen aanzette tot arrogantie en immoreel gedrag. Wat de aard van hun acties ook mag zijn, ze verklaren dat ze die in naam van de engel verrichten, terwijl ze zeggen: ‘O engel, ik gebruik uw werk; o kracht, ik volvoer uw operatie.’… Ze deinzen er niet voor terug zich in acties te storten die we niet eens mogen noemen.”
We kunnen hieruit concluderen dat deze geleidegeest Satan, de valse engel van het licht, is geweest. De duivel draait alles om. Goed wordt tot kwaad en kwaad tot goed. Het waren geen christenen, maar – bewust of onbewust - satanisten. Moeten we ons dan door deze mensen laten inspireren? Laten we nuchter blijven en aan de waarheid van het Bijbelse Evangelie vasthouden.
Laten we het lijden van Christus, die verraden werd door zijn discipel doordat deze Hem aan zijn vijanden overleverde, blijven gedenken.

drs. Martie Dieperink>