De vreze des Heren

Feike ter Velde • 86 - 2010 • Uitgave: 20
Het Bijbelse begrip ‘De vreze des Heren’ klinkt ouderwets en zal weinig mensen vandaag inspireren tot een nieuwe geloofswandel. Eigenlijk resoneert al snel in hoofd het idee dat we daar geen boodschap aan hebben. We zijn helemaal ingesteld op onze eigen autonomie. We regelen alles zelf wel.
De vreze des Heren omvat het ontzag dat we voor Hem moeten hebben. Maar de autonome mens van onze eeuw heeft zich losgerukt van alle knellende banden. Als teken van de tijd gaat dit ook aan de kerk niet voorbij.


Overal in de Bijbel waar we lezen over mens en maatschappij van de eindtijd, kan het ons niet ontgaan dat de mensheid in die tijd elk juk van zich heeft afgeworpen. Vooral de wet van God wordt als zo’n knellend juk ervaren. In de twintigste eeuw is de moderne Bijbelkritiek opgekomen, waardoor we hebben geleerd alle dingen te relativeren. De absolute waarheid van de Bijbel werd ter discussie gesteld. We zijn het absolute van Gods geboden gaandeweg gaan uithollen, omdat we de claim ervan als te sterk ondervonden.
Toen kwam ook de moderne psychologie op, die de mens neerzette als slachtoffer van zijn omstandigheden. Nieuwe inzichten deden hun intrede in de pastorale hulpverlening, die op zichzelf een grote vlucht nam. Niet de pastor, maar de psycholoog wijst de weg in een vastgelopen situatie.
Het zondaar-zijn van de mens en zijn absolute verlorenheid voor God raakte uit het zicht. Calvijns onderwijs over de totale verdorvenheid van mens en mensheid raakte in de kerk steeds verder op de achtergrond. Er is een theologie ontstaan toegesneden op de moderne mens, die niets meer moet en niets meer hoeft en voor wie alle paden al zijn geplaveid. En als je je maar positief opstelt dan zul je dat vanzelf ervaren. Het werd ook dé theologie voor de nieuwe tijd, in het Engels heet dat The New Age. De scherpe analyses van het tv-duo Koot & de Bie van destijds toonden deze trend; zij noemden zich de Positivoos. Ze legden de leegheid ervan bloot, zij het op een heidense manier. Beter als christenen dat doen, maar die zien het meestal niet zo scherp.

Er is in onze tijd heel veel psychische nood, vooral bij jongeren, maar ook bij ouderen. We moeten de nood niet onderschatten van mensen met angsten, mensen in de greep van hysterie, depressie, psychose en schizofrenie. Daar liggen veel, soms onoplosbare problemen en we mogen dankbaar zijn dat de wetenschap ons steeds meer leert over de werking van de hersenen, waardoor ook medicijnen soms, althans gedeeltelijk, verbetering brengen.
Door het groeiend aantal huwelijks- en gezinsproblemen staan echter veel kinderen in de kou en niet zelden raken ze vroeg of laat in psychische nood. We moeten dan ook vrezen dat de nood steeds groter wordt en kinderen steeds vaker de dupe worden van gebroken huwelijken. Vooral de kerk zou veel meer programma’s moeten ontwikkelen gericht op huwelijk, gezin en jongeren. Daar is behoefte aan. Een sterk groeiende behoefte! Gods Woord en Zijn geboden moeten daarin weer een centrale plaats krijgen.

Onlangs zag ik een aantal tv-programma’s onder de titel In Therapie. Vaak zetten we het halverwege de uitzending al uit, omdat het de programmamakers en de tekstschrijvers er kennelijk om ging zoveel mogelijk sensuele beschrijvingen te laten geven door de mensen die om therapie kwamen. De onbeschaamdheid waarin werd gecommuniceerd, de onbeschoftheid van het gedrag van de cliënt jegens de therapeut kent hier geen grenzen. Als dit de weerspiegeling van onze maatschappij en haar moraal is, dan zijn we diep in de bagger van de immoraliteit weggezakt. Als dit het morele niveau is van grote delen van het christelijke Nederland, dan zijn we heel ver van huis geraakt. De C van de desbetreffende christelijke omroepvereniging staat hier voluit te bibberen.

Deze ontwikkelingen brachten me bij het onderwerp De vreze des Heren.
In ons land hebben we eeuwen van kerk en theologie achter ons liggen. Nu maken we mee dat de kerk wordt afgebroken, letterlijk. De kerkgebouwen in de plaats waar ik opgroeide zijn voor het grootste deel afgebroken of worden nu voor andere doeleinden gebruikt. De neergang van de kerk en haar invloed op de samenleving is dagelijks tanende. We kunnen daarover klagen, maar dat helpt weinig. Wat wel helpt is een terugkeer naar God en Zijn Woord.
Niet de god van New Age, een soort sinterklaas die altijd maar uitdeelt en ons over de bol aait omdat we zulke zielige stumpers zijn geworden. Niet de god die we onszelf hebben gemaakt in een wereld waarin we zelf in het middelpunt staan met onze oneindige behoefte aan beklag, bemoediging en vertroeteling. Maar een terugkeer naar de God van de Bijbel, de levende God, de Schepper van hemel en aarde, de God van Israël, de Vader van de Here Jezus Christus. Hij is de Enige en de ware God, die ons hulp kan bieden in onze nood. Hij is de vaste Burcht, Hij is de God der heerscharen, Hij is een zon en een schild, Hij geeft genade en ere en Hij onthoudt ons het goede niet als we onberispelijk wandelen voor Zijn aangezicht (naar Psalm 84). Als we over Hem spreken dan hebben we het over JHWH, over Wie de Bijbel ons leert dat Hij tot ons spreekt, om ons te leren leven naar Zijn bedoeling.
Dat Woord moet weer gaan spreken, zodanig dat het ons gaat aanspreken, zodat het ons tot onderwijzing wordt. Zodat we gaan leren om dingen in ons leven te veranderen, omdat we het in de Bijbel hebben gelezen. De Bijbel zegt:

Psalm 19 - NBG
8 De wet des HEREN is volmaakt,
zij verkwikt de ziel;
de getuigenis des HEREN is betrouwbaar,
zij schenkt wijsheid aan de onverstandige.

9 De bevelen des HEREN zijn waarachtig,
zij verheugen het hart;
het gebod des HEREN is louter,
het verlicht de ogen.

10 De vreze des HEREN is rein,
voor immer bestendig;
de verordeningen des HEREN zijn waarheid,
altegader rechtvaardig.


Psalm 19 - NBV
8 De wet van de HEER is volmaakt:
levenskracht voor de mens.
De richtlijn van de HEER is betrouwbaar:
wijsheid voor de eenvoudige.

9 De bevelen van de HEER zijn eenduidig:
vreugde voor het hart.
Het gebod van de HEER is helder:
licht voor de ogen.

10 Het ontzag voor de HEER is zuiver,
houdt stand, voor altijd.
De voorschriften van de HEER zijn waarachtig, rechtvaardig, geheel en al.


Dit is tekst uit Psalm 19. Voor alle duidelijkheid staan hier twee vertalingen naast elkaar: de NBG en de NBV - de eerste is de vertaling uit 1951 en de tweede is de nieuwe Bijbelvertaling. We lezen hierin (vers 10): ‘De vreze des Heren is rein’, de NBV zegt: ‘is zuiver en houdt stand voor altijd’.

Wij zijn als volk de weg kwijtgeraakt en op drift geslagen. Dat vertaalt zich in de uitslagen van de verkiezingen en de grote verdeeldheid in tal van partijen; en dat vertaalt zich vervolgens in de verdeeldheid van ons volk. Men verstaat elkaar niet meer. Er is geen bindende factor meer in ons volk en vanuit de politieke leiding wordt ons die ook niet aangereikt. Het zou ons vanuit de kerkelijke leiding moeten worden aangereikt, maar helaas is dat ook niet het geval. Iedereen moet het zelf maar uitzoeken. Dat wilde iedereen ook, dat is de geest van de tijd, maar het heeft ons nergens gebracht.
Ja, het heeft ons in een verdoolde samenleving gebracht, een woestijn zonder begaanbare wegen, zonder wegwijzers. Een kakofonie van geluiden en stemmen om ons heen heeft Gods stem voor ons doen verstommen. In deze woestijn zijn de boze geesten die ons belagen, onze gedachten beïnvloeden en ons van het rechte pad van Gods Woord aftrekken, volop aanwezig. Het is een wonder als er vandaag nog tieners naar de kerk komen op zondagmorgen. Steeds meer tieners vinden dat ze daar niets te zoeken hebben.

Maar als het Woord weer levend wordt, gaan alle dingen anders worden. In bovengenoemde Psalm vinden we de fundamentele aanwijzing tot een nieuw begin. We worden eerst gewezen op God, als Schepper van hemel en aarde. We worden uitgenodigd om omhoog te kijken, naar het ruime hemelrond, het uitspansel, de dag en de nacht en de prediking die ervan uitgaat. Het evolutiegeloof overschreeuwt dat, maar de werkelijkheid van het ruime hemelrond doet ons sprakeloos staan, als we het adembenemende werk van Gods hand en Gods scheppende Woord aanschouwen. Met allerlei theorieën heeft men berekend dat het waarneembare heelal, dat is het deel dat we kunnen ‘zien’, ongeveer 13,7 miljard jaar oud is. Dit is gebaseerd op de oerknaltheorie.
Buiten dat waarneembare heelal gaat alles, naar men aanneemt, gewoon verder en ook daar moeten dan sterrenstelsel zijn zoals in ons heelal. Het heelal met z’n honderden miljarden sterrenstelsels is dus oneindig en voor ons verstand niet te bevatten.
Ook onze wereld, opgebouwd uit moleculen en atomen, ziet er uit als het oneindige heelal. Onze wereld, net als ons lichaam, bestaat uit een constant aantal atomen. Alles in het heelal is onderworpen aan Gods wetten. De hemellichamen draaien om elkaar heen met een ijzingwekkende nauwkeurigheid. Je kunt de klok erop gelijk zetten! Als de mens aan die wetten zou morrelen, wat zou er dán kunnen gebeuren?
Zo zijn ook Gods wetten voor ons lijf en ons leven onmisbaar. De vreze des Heren - dat is: je houden aan Zijn geboden - is daarom onmisbaar, ja onontkoombaar! Waar de vreze des Heren wordt genegeerd, loopt het leven vast. De mens geraakt zo in een onleefbare woestijn. En dat zien we dagelijks om ons heen. Maar wie Gods geboden gaat ontdekken weet: ze zijn kostelijker dan goud en zoeter dan honing!

Feike ter Velde