De vrucht van de Geest

Feike ter Velde • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 5
Na Pinksteren is het goed zichzelf eens af te vragen of het Pinkstergebeuren – de uitstorting van de Heilige Geest - in het persoonlijk leven wel enig gevolg heeft gehad. Aan een historisch gebeuren allen heeft een mens weinig. Het is in de Bijbel ook niet alleen als historie opgeschreven, maar bedoeld om ons te onderwijzen. De Heilige Geest is toen gekomen om te blijven tot de dag van de opname van de Gemeente in heerlijkheid. Een leven door de Geest brengt ook de vrucht van de Geest voort (Ga1.5:22).

Ook nu heeft de Geest diezelfde werkzaamheid in ons. Op vele plaatsen in de Schrift wordt ons gezegd dat de Geest in ons een bovennatuurlijke kracht is - 'dunamis', waarvan ons woord 'dynamiet' komt Explosieve kracht dus. Zei de Here Jezus niet:
"Gij zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt"? Dunamis!
Die kracht hebben we niet van onszelf. Die moet van buitenaf komen, van God, en door ons van Hem ontvangen worden. Dat is het geheim van het christenleven. Wie dat niet kènt, niet heeft ervaren, heeft nog niet veel van Hem leren kennen. Het ware kennen van de Here Jezus kan er alleen zijn door de Heilige Geest die in ons kwam wonen toen we tot een levend geloof in Hem kwamen. De Geest, die met de Pinksterdag kwam moet door ons ‘ontvangen’ worden (Hand. 2:39). We moeten onze innerlijke weerstand opgeven en tot een volkomen overgave aan de Here Jezus komen. Dan komt de Geest van Hem waarlijk wonen in ons hart. Dan komt als vanzelf ook de vrucht van de Heilige Geest. Die vrucht is negenvoudig (Gal. 5:22), en toch één vrucht. Men kan derhalve niet het ene wel hebben en het andere niet.
De Bijbel spreekt van 'de wet van de Geest des levens’ (Rom. 8:2). Daar zitten veel diepe gedachten, die ons helpen het christen leven te leven. Die bovennatuurlijke kracht, die dunamis, hebben we niet in onszelf en toch woont die kracht in ons, die geloven, door de Geest. De kracht van de Geest woont in een zwak aarden vat (2 Cor.4:7). We zijn geneigd meer naar het zwakke vat te kijken dan naar de kracht, die erin woont. Toch moeten we in het christenleven het van die kracht, die Goddelijke kracht in ons, hebben. Hoe? Mag ik zeven praktische punten noemen?

Ten eerste:
We moeten voor vast en zeker geloven dat Gods Woord wáár is, ook als dat Woord zegt dat zijn goddelijk kracht in ons woont.

Ten tweede:
We moeten uit die kracht gaan leven. Gewoon in de praktische dingen van elke dag. We moeten honderd procent betrouwbaar zijn voor anderen. We moeten honderd procent transparant zijn voor de mensen om ons heen. Niet met een dubbele agenda werken. Geen dingen zeggen dan we ten diepste anders bedoelen.

Ten derde:
We moeten anderen niet voor onze doeleinden misbruiken. We moeten er altijd zijn om de ander te dienen en zijn of haar belang te zoeken. In eerste plaats voor onze levenspartner, onze kinderen, onze ouders. Dan ook voor onze werkgever, onze collega's. We zijn op aarde om God en de naaste te dienen. Het is de inhoud van de Tien Geboden. Wie dat geheim ontdekt heeft heeft de bronnen des levens aangeboord.

Ten vierde:
We moeten een gezond leven lijden. Dat wisten de filosofen en medici in de oudheid al.

Pythagoras leerde dat in de 6e eeuw vóór Christus al aan zijn leerlingen. Die begonnen de dag dan ook met gebed en een gezonde wandeling, voordat de werkdag begon. Later nam de grote geneesheer Hippocrates ook de leefregels van Pythagoras over. Ook hij leerde dat een mens, om gezond te blijven, minder moest eten, moest werken voor de kost en op geregelde tijden stil moest worden voor God. "Het mediteren is voor de menselijke geest, wat de wandeling voor het lichaam is", stelde Hippocrates.

Het is verbazingwekkend om te zien hoeveel christenen vandaag nog steeds roken, te veel eten en te weinig bewegen en dientengevolge te zwaar zijn.

Ten vijfde:
We moeten offers willen brengen om onze levensstijl te veranderen. Vooral de verstedelijkte samenleving is stukken minder gezond dan mensen die op het platte land wonen en werken. Men kan de stad niet ontvluchten, maar men kan wel offers brengen om gezonder te leven. Ongezonde dingen nalaten en gezonde dingen doen, niet maar een paar weken, maar als levensstijl; de oude leefwijze opofferen aan een nieuwe leefwijze. B.v. veel mannen gaan na een zware maaltijd op de bank liggen om te slapen. Veel beter is het om na het avondeten een stevige wandeling te maken.

Ten zesde:
We moeten eerlijk zijn tegenover onszelf. We moeten onze zonden niet verdoezelen, goedpraten of denken, dat nu eenmaal niemand volmaakt is. De Here vraagt van ons honderd procent. Hij heeft ons door de wedergeboorte tot een volmaakt mens gemaakt. God staat ons nergens toe om te zondigen. "Een ieder die in Hem blijft, zondigt niet…" (1 Joh. 2:6 en 1 Joh. 5:18).

Ten zevende:
God heeft ons een bovennatuurlijke kracht gegeven: Zijn Geest. 'De Geest in ons' - dat is het Opstandingsleven van de Here jezus Christus (Rom.8:11). Aan die Geest kunnen we ons helemaal toevertrouwen. Op Hem mogen we rekenen. Hij vil het helemaal in ons leven uitwerken, waar maken.

Zeven punten, die ons kunnen helpen het leven met Christus te leven en de vrucht van dat leven te doen groeien tot volheid en rijpheid. Zeven punten die behoren tot het gewone christenleven in de praktijk van elke dag.

Wie het Woord van God hoort en doet, die zal leven!

Feike ter Velde