De wedloop om de hoogste toren

Yme Horjus • 91 - 2015 • Uitgave: 11
Er lijkt zich een krankzinnige race te voltrekken om de hoogste toren in de wereld. In het oliestaatje Dubai staat inmiddels al vier jaar een immense toren van 828 meter hoog. Hij wordt de Burj Khalifa genoemd – de toren van de kalief. Hij priemt recht omhoog om de kracht van het grote oliegeld te demonstreren. Wie het breed heeft, kan het breed laten hangen.

In Saudi-Arabië is inmiddels de bouw gestart van de Kingdom Tower. Die moet met een hoogte van ruim een kilometer tot in de hemel reiken. Maar de bouwkoorts heeft ook andere staten bevangen. Zo heeft president Aliyev van Azerbeidzjan het plan opgevat met de inkomsten uit de olie- en gaswinning een toren te bouwen van 1,1 kilometer. De Saoedische prins Alwaleed bin Talal, die met zijn Kingdom Tower alles en iedereen dacht te overtroeven, vond het Azerbeidjaanse initiatief niet aangenaam, liet het er niet op zitten en heeft inmiddels zijn zinnen gezet op een toren van ruim 1,6 kilometer, ofwel één mijl hoog. Het wachten is nu op een volgende megalomane dictator met hoogmoedswaanzin. Waar hebben we dit staaltje van menselijke trots en hoogmoed eerder gehoord?

De mens heeft niets geleerd
Bijzonder tekenend is het dat de torenbouw van Babel hier wordt gekopieerd. Het is werkelijk verbluffend hoe letterlijk – datgene wat er staat in Genesis 11:1-9 – wordt nageaapt. De mens van de oertijd, die zijn grenzen niet kent en zich met de torenbouw van Babel God naar de kroon steekt. ‘Welaan, laten wij ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten wij ons een naam maken, opdat wij niet over de hele aarde verstrooid worden’ (vers 4). De zelfverheffing zit er al vroeg in bij de mens. Als hij niet met God wil rekenen en zich onafhankelijk van God weet, dan wordt die mens overmoedig en wil voor zichzelf naam maken. Hier spreekt de mens die los van God wil zijn, volstrekt soeverein.
Opvallend in deze begintijd van de mensheidsgeschiedenis is dat het met die mens steeds weer mis gaat. Allereerst is er die geschiedenis van Adam en Eva, hoe zij rebelleren tegen God en als God willen zijn. Dan die verschrikkelijke broedermoord van Kaïn op Abel en vervolgens nog eens de situatie die voor God aanleiding is om Noach aan zijn ark te laten bouwen. ‘De aarde nu was verdorven voor Gods aangezicht, en de aarde was vol geweldenarij’ (Genesis 6:11). God wast die aarde schoon in een zondvloed die zijn weerga niet kent en heeft daarmee Zijn schepping willen resetten. Maar de mens uit de oertijd heeft niets geleerd van de verstoting uit het paradijs en van de schoonmaakactie door de zondvloed. In hoofdstuk 11 is het weer helemaal mis met de mens uit de begintijd. Uit niets blijkt dat de mens, die nu de toren van Babel gaat bouwen, iets geleerd heeft van wat zijn voorouders allemaal hebben meegemaakt. Alles is in de vergetelheid terechtgekomen. Hij is zichzelf tot God.

Hemelbestormers
Kun je anders zeggen dan dat de geschiedenis zich herhaalt? Ik bedoel niet eens dat het ook letterlijk gebeurt met de torens in de oliestaten die in suprematie tegen elkaar opbieden. Daarin wordt inderdaad de torenbouw van Babel gekopieerd. Wij hebben ons in 2014 massaal de gezindheid van de oermens eigen gemaakt. God heeft ons de aarde als rentmeesters toevertrouwd, maar we hebben Hem als Schepper afgezet en willen niet alleen bazen in de schepping zijn, maar er ook over alles te zeggen hebben. Gods eigendomsrechten over de schepping verscheuren wij recht in Zijn aangezicht. Wij willen vrij zijn en kunnen doen wat wij zelf willen. ‘Wij willen ons niet hoeven te ergeren aan de verbodsborden van een Superieur’, las ik ergens als een treffende verwoording van onze arrogante mentaliteit.
Dus bouwen wij daarmee ook onze torens. De torens van zelfgenoegzaamheid, eigenwijsheid en hoogmoed. De toppen van die torens reiken tot aan de hemel. Wij bestormen met onze kennis, wetenschap en techniek de hemel. Wij menen dat wij onszelf onsterfelijk hebben gemaakt. Hoe ver reiken niet onze torens? Ik zag op het achtuurjournaal een onderwerp dat ging over teleporteren. Zonder verbinding tussen twee computers werden berichten overgeseind, zonder dat de onderzoekers daar nu een goede verklaring voor konden geven. Het was een vorm van telepathie, die ronduit griezelig was. Maar weer stond de mens voor niets in zijn drang naar het verleggen van grenzen! Het is allemaal mogelijk en opnieuw werden weer enkele meters toegevoegd aan de toren van Babel.

Er komt een dag…
Wat deed God in Genesis 11? ‘Welaan, laat Ons nederdalen’. God was zo hoog, dat Hij – in mensenwoorden gesproken – niet kon zien wat er op aarde uitgespookt werd. Hier schemert iets van goddelijke humor in deze geschiedenis. God, de Heere kon dat minuscule bouwwerk in Babel met het blote oog niet onderscheiden en moest afdalen om het te bezien. Dat alles bij wijze van spreken! Vervolgens brengt Hij verwarring onder de bouwers zodat ze elkaar niet meer verstaan en om die reden niet meer kunnen samenwerken. De bouw wordt stilgelegd.
Wat gaat God in de toekomst – die wel eens niet zo heel ver van ons af zou kunnen liggen – doen? Er komt een dag dat Hij de aarde oordelen zal en die hoogmoedige mensen, die de aarde bevolken, zal dagen voor Zijn oordeelstroon. Er komt een dag dat de maat van zijn toorn vol zal zijn. Nog eenmaal zal Hij komen, als Rechter van ’t heelal. Maar dan wel zo: die ’t moede hoofd der vromen voor eeuwig kronen zal.

Yme Horjus