Dinosaurussen (1)

J.W. Embregts • 84 - 2008 • Uitgave: 19
Dinosaurussen (1)
Dino- en andere saurussen


Door de toegenomen belangstelling voor dinosaurussen, stevig geholpen door de reclamecampagne over een film over dit onderwerp (Jurassic Park) met daaraan verbonden een vloed van speelgoed etc. in de winkels, zijn er ook vragen gekomen over hoe we nu Bijbels tegen het onderwerp dinosaurussen moeten aankijken. Het gaat immers over al lang uitgestorven diersoorten, waarvan de fossiele overblijfselen in zulke grote hoeveelheden worden gevonden, dat beslist niet ontkend kan worden dat ze hebben bestaan. Maar wanneer hebben ze bestaan, welke plaats hadden ze in de schepping en hoe zijn ze zo plotseling weer verdwenen?

Het woord ‘dinosaurus’ is afkomstig uit het Grieks en betekent letterlijk ‘verschrikkelijke hagedis’. In de verbeelding van veel mensen lijken ze op de draken die we in veel legendes tegenkomen. We kunnen ons dan ook afvragen of ze niet juist in de legendes zijn terechtgekomen, omdat ooit mensen ze in levenden lijve hebben gezien. Dat is heel goed mogelijk, zelfs waarschijnlijk, als het zo is dat, volgens de Bijbelse gegevens, mensen en dieren, dus ook de dino’s, ongeveer gelijktijdig geschapen zijn. Dat wordt echter bestreden door de aanhangers van de evolutietheorie, die de bestaanstijd van deze dieren vele, vele miljoenen jaren eerder plaatsen dan er een mens op aarde kon zijn.
Bij dinosaurussen of dinosauriërs hebben we te maken met een verzamelnaam voor grote groepen reptielachtige dieren, zoals krokodillen, hagedissen, slangen en schildpadden, maar dan meestal enorm veel groter dan de ons bekende soorten. Maar ze verschillen van de ons bekende reptielen, doordat ze ‘hoog op hun poten’ stonden. Het waren geschubde dieren, over het algemeen landbewoners, die eieren legden. Meestal waren het plantenetende dieren maar er waren ook vleesetende bij. Vooral de laatste soort was angstwekkend en de vraag is dan: zou God dan ook zo’n vleesetend monster als de Tyrannosaurus geschapen hebben? De vraag is of ze altijd vleesetend geweest zijn. Er zijn een paar opvallende Bijbelteksten:
• Gen. 1:25 ‘En God maakte het wild gedierte naar zijn aard en het vee naar zijn aard en alles wat op de aardbodem kruipt naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.’
• Gen. 1:30 ‘Maar aan al het gedierte der aarde en al het gevogelte des hemels en al wat op de aarde kruipt, waarin leven is, geef Ik al het groene kruid tot spijze; en het was alzo.’
• Gen. 1:31 ‘En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed.’
Bij ‘zeer goed’ past niet het verslindende karakter en bovendien was het gedierte ‘het groene kruid tot spijze’ gegeven. Dat schijnt na de zondeval veranderd te zijn:
• Gen. 6:11-12 ‘De aarde nu was verdorven voor Gods aangezicht, en de aarde was vol geweldenarij. En God zag de aarde aan, en zie, zij was verdorven, want al wat leeft had zijn weg op de aarde verdorven.’
Dit schijnt zich ook in de dierenwereld te hebben voltrokken. Sommige dieren werden na de zondeval vleeseters. Ook nu nog zijn er dieren die normaal plantaardig voedsel eten, maar ook een enkele keer vlees nuttigen.
Onder de namen van de verschillende soorten dino’s kennen we de Brachiosaurus, de Brontosaurus, de Compsognatus, de Eendesnavel-sauriër, de Iguanodon, de Stegosaurus, de Plateosaurus, de Polacanthus, de Dimetrodon, de Tyrannosaurus Rex, enz.. Zoals gezegd worden de fossiele overblijfselen in grote hoeveelheden gevonden en het opvallende is dan steeds, dat de dieren een plotselinge dood gestorven moeten zijn, alsof er eensklaps een wereldwijde, kolossale ramp heeft plaatsgevonden.

Drie theorieën
Het plotselinge, wereldwijde, uitsterven van deze diersoort heeft geleid tot allerlei theorieën over de oorzaak daarvan, waarvan er drie de belangrijkste zijn:
• het is gekomen door een planetaire ramp
• het is gekomen door de zondvloed
• het is gekomen door een oorzaak vóór de huidige schepping (van de mens)

1. Het is gekomen door een planetaire ramp
Er is een theorie, dat de aarde ongeveer elke 23 miljoen jaar wordt getroffen door een eeuwenlang durende regen van kometen. Die veroorzaakt dan zo veel stof op de aarde, dat de zon wordt versluierd, waardoor de temperatuur op aarde enorm daalt. Als gevolg daarvan sterven de meeste planten- en diersoorten. Zo zouden ook de dinosaurussen zijn uitgestorven. Het is intussen wel duidelijk, dat er een enorme ramp moet hebben plaatsgevonden, want de restanten van dino’s worden in massale hoeveelheden gevonden. Zo is er in het westen van de Verenigde Staten (Montana) een vindplaats van ongeveer 2 vierkante km met tussen de 5000 en 10.000 eendesnavelsauriërs. Er zijn meer van deze vindplaatsen over de hele wereld. Het hoeft echter niet door een planetaire ramp gebeurd te zijn.

Volgende keer: het is gekomen door de zondvloed.

J.W. Embregts