Discipelschap in de eindtijd

Henk Schouten • 83 - 2007 • Uitgave: 9/10
Discipelschap in de eindtijd

Een discipel is een leerling, een volgeling van Jezus Christus. Elders in dit nummer van Het Zoeklicht wordt daar uitvoerig over geschreven. Discipelschap betekent dat een discipel de dingen doet die zijn Heer graag ziet dat hij doet, dat de discipel bezig is met dingen, waarmee zijn Heer graag ziet dat hij bezig is.
Dat betekent dat de leerling niet op die plaatsen is waar de Heer hem feitelijk niet zien wil. Dat betekent dat de discipel niet kijkt naar programma’s waar zijn Heer niet wil dat hij naar kijkt.

Soms denk ik dat vroeger de scheidslijn tussen wat werelds was en discipelen geen deel aan hadden veel duidelijker was dan tegenwoordig. Daar kunnen allerlei redenen voor genoemd worden. Over wereldgelijkvormigheid hoor je haast niet meer spreken. Misschien is dat wel de essentie, het “gij geheel anders”, waar Paulus over schrijft, aan het vervagen is. Dat kan niet vrijblijvend, maar zal diepe en tragische gevolgen voor de kerk en de gelovige hebben.

Wanneer we over discipelschap in de eindtijd spreken, dan raken we daar de kern. De wereld slokt ons op. De apostel leert ons: “Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen, want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn van Godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben”, 2 Timoteüs 3:1-5a.
Dat klinkt niet geweldig. Iedere lezer zou deze woorden eens rustig moeten overdenken. Wat betekent dat voor de tegenwoordige tijd, wat betekent het voor mijn omgeving, de gemeente waar ik thuishoor, voor mezelf? Mediteert u eens op deze woorden! Zijn ze vandaag van toepassing en waarop?

Zelf word ik meer en meer bepaald bij de slotopmerking, “die met een schijn van Godsvrucht, de kracht daarvan verloochend hebben.” Wat is Godsvrucht, wat is de kracht van Godsvrucht, wat betekent dan het woordje schijn? Wanneer we nadenken over discipelschap in de eindtijd, dan hebben we ernstig te maken met de dingen die hier staan. Het gaat immers over de ‘laatste dagen’.
Het betekent dat iemand zich vroom kan voordoen als een discipel, wellicht daarin zelfs erg actief kan zijn, maar het is niet echt. Het is schijn!
In het kader waarin de apostel schrijft, lijkt het me zelfs een regelmatig voorkomende zaak in de eindtijd. Dat betekent niet dat iemand bewust de schijn ophoudt, die zullen er zeker zijn, maar je kunt ook meegezogen worden. Net als van Gods volk Israël kan vandaag van veel gelovigen gezegd worden: “Mijn volk gaat te gronde door gebrek aan kennis”, Hosea 4:6. Vandaag wordt er in veel kerken gewerkt aan goed bestuur en management, anderen houden zich bezig met gezondheid, met eerlijke verdeling van de welvaart, er is veel te noemen. Maar gaat het in de kerk niet om Jezus Christus en die gekruisigd? Zou het kunnen zijn dat al die andere thema’s onder ‘schijn’ vallen. Het lijkt godvruchtig, maar gaat het niet voorbij aan wat Gode werkelijk behaagt? Ik moet denken aan de gemeente Laodicea. In Openbaring 3 wordt deze gemeente aangeschreven. Zo op het oog is het een fantastische gemeente. De gemeente zegt van zichzelf: “Ik ben rijk, heb me verrijkt en heb aan niets gebrek.” De conclusie aan het einde van dat briefje luidt: “Ik sta aan de deur en ik klop”, Openbaring 3:20. Wat betekent dat anders dan dat Jezus buiten de kerk staat?
Best heftig, wanneer je daar zo naar kijkt en er over nadenkt. Discipelschap in de eindtijd. We gaan niet op weg en vrolijk de nieuwste serie Opwekkingsliederen fluitend, de eeuwigheid binnen. Er moet gewaakt worden, dat we niet op de weg van de schijn terecht komen en de kracht van de godsvrucht feitelijk verloochenen. De weg is smal en de poort is nauw. Strijdt om in te gaan.

Bij dit alles speelt nog iets een belangrijke rol. De Bijbel profeteert over de ontwikkeling van de kerk. Wat voor ontwikkeling is dat? We horen dikwijls over opwekkingen, over massa’s mensen die tot geloof komen. Ik wil daar niet teveel vraagtekens bij stellen, de Here gaat Zijn weg. Maar wat ik opmerken wil is dit: de Bijbel belooft niet een triomftocht voor de kerk. De Heer vraagt juist of Hij bij Zijn komst wel Het geloof op aarde vinden zal. Temeer een reden om te beseffen dat discipelschap altijd, maar meer nog in de eindtijd, een eindstrijd is.
En wanneer de kerk van de laatste dagen zichtbaar wordt, gebruikt de Bijbel opmerkelijke woorden. Dan wordt ze vergeleken met een ‘hoer’, Openbaring 17. De kerk blijkt niet een bruid te zijn, stralend en onbesmet bewaard van deze wereld, maar een hoer. Is dat niet de volgroeide ‘schijn’. Een schijn van godsvrucht? Het lijkt godsvruchtig, maar is het tegenovergestelde.
Het allerverdrietigste is dat die ontwikkeling zo algemeen is.

Israël is als volk in zijn totaliteit van God afgevallen. Natuurlijk waren er de stillen in het land. De zevenduizend die hun knieën niet voor Baäl gebogen hadden. Ik vrees voor de kerk van de eindtijd, ze wordt tot hoer, afvallige. Maar er zijn er die trouw blijven aan de Heer.

Wie dit beseft, beseft iets van de strijd vandaag waar het gaat om discipelschap in de eindtijd. Dat is niet allereerst een bediening van muziek, genezing, wonderen, leiderschap, of vult u zelf maar in. Discipelschap is een relatie met de Heiland. We zien de twaalfjarige Jezus in de tempel en leren de essentie: “Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen van Mijn Vader?”, Lucas 2:49.

Dat alles vindt plaats onder de geweldige belofte: Maranatha, Jezus zal zeker terugkomen.

Ds. Henk Schouten