Dossier T.B. Joshua

Henk Schouten • 79 - 2003/04 • Uitgave: 18
genezing in breder perspectief

Drs. Ruud van der Ven schreef al eens een belangwekkend boek, ‘Van kwaal tot erger’. Als ex-natuurarts beschrijft hij daarin allerlei alternatieve geneeswijzen van homeopathie tot voetzoolreflexologie. Nu onlangs verscheen van zijn hand het boek ‘Dossier T.B. Joshua’. Een degelijke bijdrage aan het gesprek dat in ons land gaande is aangaande deze profeet en opziener van de Church of all Nations, de Synagoge in Lagos, Nigeria.
Het dossier dat ons wordt aangereikt, is op een originele wijze opgesteld. Niet een dorre verhandeling van een veelheid aan informatie die door de onderzoeker is doorgenomen. Hij heeft gekozen voor een verhaaltrend. De hoofdrolspeler is een 47-jarige voorganger van een middelgrote gemeente, alles fijn en goed, totdat zich een kanker met uitzaaiingen aandient. Zorg en strijd, moeite en verdriet, maar dan wordt er gesproken over Joshua, de bekende gebedsgenezer. De zieke voorganger wordt uitgenodigd zitting te nemen in een onderzoekscommissie. Deze commissie doet onderzoek naar de praxis van T.B. Joshua. Hoe moet diens werk getaxeerd worden? Is dit van de Here God of zijn er andere machten werkzaam? Allerlei deskundigen worden door de onderzoekscommissie opgeroepen. Uit wat door deze deskundigen wordt aangedragen, blijkt dat Ruud van der Ven zijn werk grondig en zeer zorgvuldig heeft aangepakt. Er wordt geschreven over de profeet en de dingen die hij verkondigt, over (bedrieglijke) wonderen en Messiaanse pretenties. Van der Ven heeft zijn informatie via internet, literatuur, ongeveer 22 uur videomateriaal en persoonlijke interviews.
Wie het boek leest, zal op sommige momenten geschokt worden door de getuigenissen die gegeven worden en het boek kent aangrijpende momenten. Jammer is dat het slot van het boek een beetje een open eind is. Aan de voorganger wordt tenslotte gevraagd ‘ga je mee’? Antwoord wordt niet gegeven. Ieder zal persoonlijk antwoord moeten geven of je mee kunt naar Joshua in Lagos, Nigeria. Na alles wat geschreven is, had Van der Ven naar mijn overtuiging een duidelijke conclusie mogen geven. In ieder geval ga ik niet mee.

Ik kan me voorstellen dat sommige lezers, na een deel van het boek gelezen te hebben, wat moe of murw van de informatie het verder voor gezien houden. Hen adviseer ik dan in ieder geval door te bladeren naar hoofdstuk 6. Daar gaat het niet zozeer meer om Joshua en zijn praktijken maar over ‘genezing in breder perspectief’. Nog veel meer dan in de daaraan voorafgaande hoofdstukken, wordt hier een bijbelse visie op genezingen uitgewerkt en in een bijbels eschatologische context geplaatst. Opmerkelijk is ook dat Van der Ven op grond van schriftgegevens in deze eindtijd geen ‘opwekking’ verwacht, eerder het tegenovergestelde. Hij verwacht niet een strijd tegen ongeloof, maar tegen een vals geloof.

Sommigen zullen tegenwerpen dat Van der Ven’s werk niet representatief is, hij is immers zelf niet in Nigeria geweest. Helder pareert Van der Ven deze aanklacht door te wijzen op de evangelist Lucas. Lucas heeft het allemaal ook niet zelf gezien, maar wel alles nauwkeurig onderzocht of deze dingen zo waren. Zij die deze kritiek oefenen, moeten natuurlijk wel eerst het boek van Ruud van der Ven gelezen hebben.

ds. Henk Schouten