Ds. Kees van Velzen: >“Het profetisch Woord heeft me altijd geïnteresseerd”

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 12
Ds. Kees van Velzen, spreker op de komende Toogdag:
“Het profetisch Woord heeft me altijd geïnteresseerd”


Zeven jaar was hij predikant in België, in de Vrije Evangelische Kerk te Antwerpen. "Dat is de oudste evangelische gemeente in Vlaanderen", vertelt Kees van Velzen, hoofd van de afdeling Nazorg van de Evangelische Omroep. "Het is allemaal begonnen met de familie Norton uit Amerika. Zij deden evangelisatiewerk onder de gewonde Belgische soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), die in Londen op verhaal kwamen en medisch werden verzorgd. De Nortons kregen in die tijd hun zendingsvisie voor België.

Trouwens, de geschiedenis van de Vlaamse kerk als geheel is zeer indrukwekkend. De eerste en de meeste martelaren van de Inquisitie in de Nederlanden vielen in Vlaanderen. Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis was oorspronkelijk de ‘Confessio Belgica’. Die familie Norton vestigde zich in 1920 in Antwerpen. Daar was een groot huis beschikbaar van evangelische christenen ten behoeve van evangelisatie- en kinderwerk. Vanuit dit werk is later de Belgische Evangelische Zending (BEZ) ontstaan. Uiteindelijk is het daar ook tot een zelfstandige plaatselijke gemeente geworden, waar eind jaren ’20 regelmatig broeders uit de geloofsgemeenschap ‘Luctor’ uit Oldebroek kwamen, mede om te getuigen van wat de Here onder hen had gedaan in de opwekking onder hen. Broeder Gerrit v.d. Riet uit Oldebroek werd de vaste voorganger en is dat 34 jaar geweest. Het werd een actieve gemeente met veel wervingskracht, maar vaak onder moeilijke omstandigheden. Bij straatevangelisatie werd men soms met rotte tomaten bekogeld.
Gelovigen hebben in Vlaanderen veel geleden, vooral direct na de Reformatie. In 1573 werd een echtpaar in Antwerpen gevangen gezet. De man werd publiekelijk verbrand op de brandstapel. Na enkele maanden baarde de vrouw een baby. Na de geboorte werd die vrouw ook verbrand. Zulke dingen gebeurden regelmatig. De martelaren werden vanuit de gevangenis, Het Steen, aan de oever van de Schelde, naar de brandstapel in de stad geleid door een brede haag van toeschouwers. Op die weg getuigden de martelaren van hun geloof in de Here Jezus Christus, waardoor op die route velen tot levend geloof kwamen vanwege het krachtige geloofsgetuigenis van deze martelaren. Daar maakte de burgemeester van Den Haag, wiens invloed in Antwerpen ook groot was, een einde aan. Hij gaf opdracht de martelaren, alvorens ze naar de brandstapel of het schavot werden gebracht de tong uit te snijden of een bout door hun keel aan te brengen, zodat spreken onmogelijk was.
In 1574 werd Schoblandt Bartelszoon op 36-jarige leeftijd in Antwerpen verbrand. Hij was geboren in Roemerswaele in Zeeland en was getrouwd in Middelburg. Ineens kwamen de martelaren van Vlaanderen heel dicht bij, want ik was geboren in Krabbendijke dat ligt in het vroegere Roemerswaele en ben ook getrouwd in Middelburg. Schoblandt Bartelszoon werd een geloofsgenoot, een broeder van mij, met wie ik mij diep verbonden wist. Zulke dingen laten je niet meer los.

Ik ben geboren in de Gereformeerde Gemeente, de tweede in grootte van Nederland. Elke zondag zo’n vijftienhonderd mensen in de kerk. Onze predikant, dominee Suijker werd een keer bedreigd met de dood. Hij maakte daar melding van vanaf de kansel. Ik was toen een jongen van twaalf jaar. Dat maakte diepe indruk op mij, vooral toen hij zei: ‘Als ik vannacht sterf, dan lig ik in de armen van Jezus’. Ik wist toen voor het eerst en onmiddellijk: Dat wil ik ook, die zekerheid, zo’n geloof. Dat is altijd bij me gebleven".

Kees had een grote liefde voor de techniek. Vooral auto’s en motoren. Daarin zocht hij dan ook een baan. Bij Michelin Amsterdam werd Kees verantwoordelijk voor de bandenverkoop aan motorracerij. Voor hem was de TT in Assen altijd het hoogtepunt, want dat is altijd op zaterdag. Dan kon hij er ook altijd zelf bij zijn. Wil Hartog, bijgenaamd de Witte Reus, die op Michelinbanden reed, won. Dat was een groots moment! Een jaar later gaf ook Jan Hardonk aan dat hij op Michelin wilde gaan racen. Hij werd een uitermate tevreden klant en boekte goede resultaten. "Op een dag las ik in een vakblad het bericht dat Jan Hardonk door een motorongeluk om het leven was gekomen bij Stadskanaal. De achterband had de remleiding doorgeschuurd. Die band was een Michelin, die ik had geleverd. Natuurlijk was zijn monteur verantwoordelijk, maar ik voèlde me verantwoordelijk. Ik was er ziek van. Alle glans was uit mijn baan verdwenen. Ik was opgegroeid bij "een eeuwig wel of een eeuwig wee". Maar waar was Jan Hardonk nu? Was ik ooit om zijn zielenheil bekommerd geweest?
Zulke dingen zetten je stil. Hoe moet het verder? Ik had een mooie auto, waarmee een grote wens in vervulling was gegaan. Ik reed trots op de A4 tussen Leiden en Amsterdam toen een dure Porsche mij met hoge snelheid passeerde. Het schoot door me heen: ‘Dat wil ook’. Toen zag ik mijn eigen hebzucht en mijn innerlijke jacht naar méér en naar béter. Daar is geen einde aan. Ik raakte steeds meer met mezelf in de knoop. Ik woonde op een kamer in Gouda waar ik werd uitgenodigd een avond bij te wonen in de koffiebar ‘Het Spuigat’ waar iemand van de BEZ zou komen spreken. Hij nodigde jonge mensen uit naar België te komen om te evangeliseren. Ik heb me opgegeven voor de plaats Herentals. Daar ligt mijn begin met België. Ik ontmoette er ook studenten van de Bijbelschool uit Heverlee. Een ‘bijbelschool’? Wat is dat? Ik had daar nooit van gehoord. Samen evangeliseerden we op straat in Herentals, we werden uitgejouwd en bespot. Bij ons was ook een Engelsman, David Johnson. Hij stapte op iemand af, die ons uitschold. Ik dacht: Dat wordt knokken, daar moet ik even bij zijn, uiteindelijk heb ik daar ook wel een beetje verstand van. Maar David praatte met die man, zo liefdevol, zo vol tact en wijsheid en zo rechtstreeks over de liefde van God ook voor deze man. Ik stond er haast als verstomd bij. Hij citeerde de Bijbel en die man luisterde en luisterde… Achteraf zei hij tegen mij: ‘Kees, jongen,
Gods Woord is het zwaard des Geestes. Dat kunnen we altijd als wapen inzetten in de strijd".

Ik wilde ook naar de Bijbelschool. Ik ging voor een jaar, daarna zou ik weer gaan werken. Maar ’t werd zeven jaar studeren, inclusief de theologische faculteit. Daar heb ik ook mijn vrouw leren kennen, zij was studente aan de Bijbelschool. Voordat ik in Antwerpen als predikant werd beroepen door de Vrije Evangelische Gemeente heb ik nog een half jaar bij zendelinge Eva den Hartog van het Leger des Heils in Thailand gewerkt. Na zeven jaar dienst in Antwerpen werd ik aangesteld als Hoofd Nazorg bij de Evangelische Omroep. Ik mag daarnaast ook in allerlei kerken en gemeenten voorgaan in de Woordverkondiging.

Ik zie tot mijn grote blijdschap nog steeds mensen tot een levend geloof komen, zowel in Nederland als in België. Voor mij is de sleutel van een goed nazorggesprek als mensen weten ‘ik ben gehoord’. Via de televisie hebben we een enorm bereik. Zo’n 98% van de mensen heeft televisie. Wat een zendingsveld ligt daar vóór ons. In samenwerking met plaatselijke kerken mogen we met ons nazorgteam mensen op weg helpen met Gods Woord en het vinden van een goede kerk. Vroeger in België lazen we Het Zoeklicht al. Het Profetisch Woord heeft me altijd buitengewoon geïnteresseerd.

Feike ter Velde