Echte eenheid

Machiel van Rosmalen • 83 - 2007 • Uitgave: 5
Echte eenheid

Enkele jaren geleden troffen mij de woorden uit 1 Korintiërs 10:32 en 33 heel diep. Nog steeds ervaar ik de zegen ervan: ‘Geeft noch aan Joden, noch aan Grieken, noch aan de gemeente Gods aanstoot; zoals ook ik allen in alles ter wille ben, niet om mijn eigen belang te zoeken, maar dat van zeer velen, opdat zij behouden worden.’
Het is goed om dit Woord vanuit de heilige tegenwoordigheid van God – zie Ps. 73:17 en Hebr. 10:19 - tot ons hart te laten doordringen.

Vanuit Gods Heiligdom kun je op aarde drie groepen mensen onderscheiden.
o De Joden – zijn alle eeuwen door blijven bestaan, wat een wonder op zich is.
o De Grieken – alle niet-Joden, ook wel de volkeren genoemd.
o De Gemeente van God.

De laatste groep bestaat uit mensen die uit groep 1 en 2 tot het geloof gekomen zijn: de ecclesia, de eruit geroepenen, die getrokken zijn uit de duisternis tot Gods wonderbare Licht. Het zijn al degenen die de Here Jezus als Heiland en Heer hebben aangenomen (Joh. 1:12).

Ineens zag ik, hoewel ik dit Woord al zo vaak gelezen had, wat dit in de praktijk van elke dag zou gaan betekenen: wie ik ook zou ontmoeten, met wie ik ook zou gaan spreken, die persoon behoort altijd, let wel altijd, tot één van de drie genoemde groepen. Of het is een Jood, of het is iemand die tot de volkeren behoort, van welk geslacht, taal, volk en natie dan ook, of het is mijn broeder of zuster. Ook een Messiasbelijdende Jood is mijn broeder of zuster.
Een vierde groep, bijvoorbeeld mijn kerk of gemeente, bestaat niet als een nieuwe groep.

Nu is het helaas niet zo dat de derde groep een optelsom is van alle kerken en groepen. Maar het is wel een optelsom van allen, die de Here Jezus hebben leren kennen, die gekocht zijn door Zijn bloed, naar welke kerk of gemeente ze ook gaan. De Here Jezus ziet het geheel. Het is Zijn Gemeente, het Nieuwe Jeruzalem in de toekomst, getooid als een Bruid, als een stad met één grote en hoge muur erom heen. Niet allemaal verschillende muurtjes, die door ons soms zo hoog worden gemaakt.
In de geestelijke zin zie ik dan alle levende stenen, samen verenigd rondom de Heiland. Zo wil ik het zien, zo ervaar ik ook een diepe blijdschap in de ontmoeting met christenen uit allerlei groepen en kerken. En al die verschillen dan? Geef dat maar over aan Hem Die rechtvaardig oordeelt. Dat deed de Here Jezus ook (1Petr. 2:23).

Laten we als christenen blij zijn met elkaar, genieten van elkaar en naar elkaar kijken met de ogen van de Here Jezus. Als we dat doen, zullen we merken dat dit in de praktijk van het leven veel blijdschap en vrede geeft.
En gelukkig mogen we weten dat dit geen onmogelijke opdracht is. Door de Heilige Geest is de liefde van God immers in onze harten uitgestort (Rom. 5:5 en 1Joh. 4:4).
En in Johannes 13:35 zegt de Here Jezus het zo mooi: ‘Hieraan zullen allen weten dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.’

Het is mijn verlangen dat nog velen getrokken zullen worden tot Gods wonderbare licht.

Machiel van Rosmalen