Een heilig priesterschap Beelden van de gemeente (5)

dr. Theo J.W. Kunst • 82 - 2006/07 • Uitgave: 12
Teksten: 1Petr. 2:5,9/ Op. 1:6/vgl. Ex. 19:5e.v./ Jes. 61:6.

De Gemeente als tempel of gebouw
van de Heilige Geest (zie het voorgaande artikel) is nauw verbonden met de Gemeente als priesterschap. Onze vorige studie eindigde met de oproep om tot Christus te komen en zich te laten gebruiken als levende stenen voor de bouw van een geestelijk huis “om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers…”.
Van dit priesterschap is onze Heer de Hogepriester in de hemel, de Heilige Geest is de Parakleet (bemiddelaar) in de aardse tempel en gelovigen vormen samen een priesterschap op aarde. We willen nagaan wat dit voor ons betekent.


1. De dienst van Jezus, onze Hogepriester
en Middelaar:
(Hebr. 4:14-15/ 5:5-6/ 7:17,21,26,28/ 8:1/ 10:21/ 8:6/ 9:6,15).

• Hij offert Zichzelf eens voor altijd voor ons (Hebr. 7:27/ 10:14!).
• Hij is genadig en gedenkt onze zonden niet meer (8:12/ 10:17).
• Hij heeft een eeuwige verlossing voor ons verworven (9:11-12).
• Hij geeft ons een eeuwige erfenis (9:15/ vgl. Ef. 1:13-14).
• Hij heiligt ons eens en voor altijd (10:7-10).
• Zijn bloed reinigt ons van dode werken om de levende God te dienen (9:14).
• Hij schrijft Zijn wetten in ons verstand en op ons hart (8:10/ 10:16).
• Hij opent voor ons de weg naar het heiligdom (10:19-20).
• Hij kan ons volkomen redden als we door Hem tot God gaan (7:25).

2. De dienst van de Heilige Geest:

A. In de Gemeente:
• Hij doopt de gelovigen tot één lichaam (1Kor. 12:13).
• Hij vult gelovigen met Zichzelf en met Zijn vrucht (Hand. 13:52/ Gal. 5:22).
• Hij deelt gaven uit aan elke gelovige en openbaart Zichzelf in hen erdoor (1Kor. 12:7-11).
• Hij geeft vrijmoedigheid om te spreken aan gelovigen (Hand. 4:31/ 6:10).
• Hij stelt mensen in staat om door Hem te spreken (1Kor. 12:3).
• Hij roept de gemeente gelovigen af te zonderen en uit te zenden (Hand. 13:4).
• Hij leidt de gemeente om beslissingen te nemen door overleg (Hand.15:28) en door de profetische bediening van de plaatselijke gemeente (Hand. 20:23).
• Hij stelt oudsten aan in de plaatselijke gemeente (Hand. 20:28)

B. In de gelovige:
• De nieuwe geboorte bewerken (Joh .3:5-8) en vernieuwing (Tit. 3:5).
• De gelovigen verzegelen tegen de dag der verlossing (Ef. 4:30).
• De gelovigen de gerechtigheid geven (Gal.5:5).
• De gelovigen innerlijk met kracht versterken (Ef.3:16).
• De liefde Gods uitstorten in ons hart (Rom.5:5).
• Ons helpen in onze zwakheden (Rom.8:26-28).
• Leiding geven aan gelovigen (Hand.8:29/10:19/11:12/16:6-7/20:22).

3. De priesterlijke dienst van de gelovige:

3.1) Hoe worden we priesters?
• Van God uit: Christus maakte ons tot priesters voor Zijn God en Vader (Op. 1:6). Hoe? Bij onze bekering werden we geheiligd om God te dienen (1Kor. 6:11/ Ef. 5:26/ Hebr. 10:10).
• Van de mens uit: We zijn geroepen om ons te laten gebruiken in de plaatselijke gemeente als levende stenen voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen (1Petr. 2:5).

3.2) Wat doen we als priesters?
• Met vrijmoedigheid het heiligdom binnengaan (Hebr. 4:16/ 10:19-22). De toegang is voor ons vrij (Rom. 5:2/ Ef. 2:18/ 3:12). Dit wijst op spreken met God: Hem aanbidden, met Hem spreken over andere mensen, over de wereld (voorbede doen) en over jezelf spreken (bidden voor eigen problemen).
• Geestelijke offers brengen, die aangenaam zijn voor God (1Petr. 2:5). Er worden 3 offers genoemd in het NT:
a. Onszelf offeren: We zijn geroepen om onze lichamen te stellen tot een levend, heilig en aan God welgevallig offer. Dit is onze redelijke eredienst (Rom. 12:1)!
b. Voortdurend lofoffers brengen aan God door Jezus Christus (Hebr. 13:15, vgl. Ef. 5:20/ 1Tess. 5:18). Dit zijn soms echte ‘offers’ (vgl. Job 1:21).
c. Offers van goede werken brengen, sociaal werk doen (Hebr. 13:16). D.w.z. broeders/zusters in materiele nood helpen (Rom. 12:13/ 15:26), gastvrijheid verlenen (Rom. 12:13), zendelingen ondersteunen (Fil. 4:16-18).

3.3) Getuigen, evangeliseren en verkondigen (1Petr. 2:9) Paulus noemt zichzelf een ‘liturg’ van Jezus Christus voor de heidenen “als priester bedienende het evangelie van God” (lett. in Rom.15:16!). Gewone mensen zijn bezig hiermee in Hand. 8:4,14/ 9:13/ 11:19-20)!

dr. Theo J.W. Kunst