Eenheid onder gelovigen

Dirk van Genderen • 82 - 2006/07 • Uitgave: 23
Jaren geleden ontmoette ik de Irakese evangelist Rasak Avakthi. Die ontmoeting heeft mij blijvend geraakt. Daarom trof het mij dat ik afgelopen week een verslag las van een lezing die hij onlangs hield op een jongerenavond.

Hij zei niet te kunnen begrijpen dat de kerkelijke verdeeldheid in Nederland zo groot is. “Er is maar één Bijbel en maar één Weg en toch hebben jullie ruzie over de kerk. Dat hoort bij de Nederlandse cultuur. De Bijbel spreekt over de Kerk met een hoofdletter. De Here heeft Zijn gebod gegeven om elkaar lief te hebben. Hoe kun je van God houden en niet van je broeder? Als ik geloof, word ik een bron en gaat de liefde van de Here Jezus door mij heen naar mijn naaste. Als ik niet van mijn broeder houd, ben ik niet uit God geboren. Het is even erg om de naaste in gedachten te haten als hem met een wapen te doden” (RD, 5-1-2007).
Vroeger was er veel haat in zijn leven, vertelde Avakthi. Maar dat veranderde toen de liefde van God in zijn hart kwam. Vanaf dat moment kon hij Saddam Hoessein niet meer haten, maar begon hij voor hem te bidden.

Liefde
Avakthi raakt hier een wezenlijk punt. Wij accepteren nogal eens te gemakkelijk dat er verdeeldheid is onder broeders en zusters. Hoe is dat bij ons? Voelen we geestelijke verbondenheid met allen die de Here Jezus liefhebben als hun Here en Heiland? Aanvaarden we hen als onze broeders en zusters, zowel in onze eigen gemeenten als in andere gemeenten? Of stellen we eerst allerlei eisen voordat we één met hen kunnen zijn? In de eerste Johannesbrief wordt hier uitgebreid op ingegaan, zelfs in elk hoofdstuk. En wat kunnen we beter doen dan het Woord laten spreken? Daarom een aantal citaten uit deze brief.

1 Joh. 1:7: ‘Indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.’
1 Joh. 2:9-12: ‘Wie zegt in het licht te zijn en zijn broeder haat, die is in de duisternis tot nu toe. Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht en in hem is niets aanstotelijks; maar wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis, en hij weet niet waar hij heengaat, want de duisternis heeft zijn ogen verblind.’
1 Joh. 3:11: ‘Want dit is de verkondiging, die gij van den beginne gehoord hebt: dat wij elkander zouden liefhebben.’
1 Joh. 3:14-17: ‘Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben. Wie niet liefheeft, blijft in de dood. Een ieder die zijn broeder haat, is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven blijvend in zich heeft. Hieraan hebben wij de liefde leren kennen, dat Hij Zijn leven voor ons heeft ingezet; ook wij behoren dan voor de broeders ons leven in te zetten. Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de liefde Gods in hem?’
1 Joh. 3:23: ‘En dit is Zijn gebod: dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon Jezus Christus en elkander liefhebben gelijk Hij ons geboden heeft.’
1 Joh. 4:7: ‘Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit God.’
1 Joh. 4:11: ‘Geliefden, indien God ons zó heeft liefgehad, behoren ook wij elkander lief te hebben.’
1 Joh. 4:12: ‘Indien wij elkander liefhebben, blijft God in ons en Zijn liefde is in ons volmaakt geworden.’
1 Joh. 5:1: ‘Een ieder, die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren; en ieder die Hem liefheeft, Die deed geboren worden, heeft ook degene lief die uit Hem geboren is.’

Getuigenis
Ik hoop en bid dat het tot ons doordringt hoe ernstig het is wanneer we broeders en zusters die de Here Jezus van harte liefhebben en het oprechte verlangen hebben om Hem te volgen, niet liefhebben. Hoe moet het dan later als we wel samen voor de Here zullen staan? Dan kunnen we nu maar beter leren onze broeders en zusters lief te hebben. En geloof maar dat daar een getuigenis vanuit gaat naar de wereld toe!
Het is ook maar de vraag of we ons anno 2007 nog de ‘luxe’ kunnen veroorloven om de ander niet lief te hebben. In deze eindtijd zullen we elkaar steeds meer nodig hebben.

Dirk van Genderen