Eenzaamheid

Johan • 80 - 2004/05 • Uitgave: 10
Eenzaamheid

Wat opviel in het Paradijs, was de eenzaamheid van Adam.
God zei: "Het is ‘niet goed’ dat de mens alleen zij."
Ik gaf een Bijbelstudie door over "eenzaamheid". Iedereen wist precies wat dat woord betekende en welke pijn dat veroorzaakte. David verwoordt het in Psalm 102:8 en vergelijkt zichzelf met een eenzame vogel op het dak.
Uit mijn eigen leven weet ik, hoe ik de eenzaamheid probeerde weg te duwen met allerlei tijdelijke genoegens, maar mijn ziel bleef leeg.
Eenzaamheid komt voort uit een armelijk geestelijk leven. Mijn innerlijke genezing vond pas plaats toen ik de Here Jezus toeliet in mijn lege hart.
Jesaja 55 :1 en 2 zegt het ons zo duidelijk. Er is een bron voor de dorstige van hart. Jezus is de Bron Zelf, die de eenzaamheid wegneemt en ons vult met Zijn liefde en leven.
Ons leven is gegeven om te werken aan een innige liefdesrelatie met onze Schepper en Verlosser. Radicaal is de verandering als je niet meer zegt; "ik", maar "wij" wandelen verder.
David ervaart de volheid in Psalm 23:1: "Het ontbreekt mij aan niets".
Ja, Jezus Zelf beleefde veel dieper, dan wie ooit, wat eenzaamheid inhield. Denk aan dát moment op het kruis toen Hij uitriep: "Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?"
Dáár schonk Hij ons vergeving van zonden en een volheid van genade om uit te leven. Daarom hoeven we niet meer eenzaam te zijn. Wij behoren ook bij een fantastische familie, wereldwijd en hemelsbreed (Efeze 3:15).

Johan!