Emet: Waarheid en trouw

Gieneke van Veen-Vrolijk • 81 - 2005/06 • Uitgave: 11
EMET:
Waarheid en trouw


Eerder al zagen wij dat in de Hebreeuwse Bijbel woorden voorkomen die een meervoudige betekenis hebben, waarvan in bepaalde gevallen de ene betekenis de andere niet uitsluit. Dit is ook het geval bij het woord ‘emet’ dat als bij elkaar horende grondbetekenis(sen) waarheid, trouw heeft, maar ook waar(achtig), getrouw(heid), betrouwbaar(heid), vast(heid), zeker(heid), voortdurend(heid), betekent.

Dit begrip ‘emet’ (trouw/waarheid/betrouwbaarheid) komt regelmatig voor met betrekking tot mensen. Jethro adviseerde Mozes ‘mannen van emet’ (= getrouwe/waarachtige mannen) aan te stellen als hulp bij zijn grote taak (Ex. 18:21). Nehemia had als betrouwbare hulp Chananja, een ‘man van emet’ (Neh. 7:2).
‘Emet’ als waarde/norm moet in de mens aanwezig zijn. Indringend wezen de profeten op gebrek aan ‘emet’ bij Gods volk. Hosea klaagt dat er geen ‘emet’ in het land is (4:1c); vgl. Jes. 59:14. Vaker klinkt deze profetenklacht (Zach. 8:16; Jes. 48:1slot) met de aansporing de waarheid/betrouwbaarheid lief te hebben (Zach. 8:19).

Wij vinden in Spreuken ‘emet’, beschreven als iets kostbaars. Hoor de oproep: “Laat ‘emet’ (waarheid/trouw) je niet verlaten …” (Spr. 3:3) en “Koop ‘emet’ (waarheid/vastheid/zekerheid) en verkoop die niet…” (Spr. 23:23).
Genade (Hebr.: chesed) en ‘emet’ staan in de Schrift veel samen; zij bouwen het goede (Spr. 14:22b). Door ‘emet’ wordt de zonde verzoend (Spr. 16:6a). Hiermee komen wij bij God Zelf, de Bron van alle ‘emet’ (Waarheid/Trouw). Mozes beschreef God als “…groot van ‘emet’ (waarheid/trouw) en genade …” (Ex. 34:6).
Mensen falen, maar God is onfeilbare, nooit aflatende ‘emet’(waarachtig/getrouw). David kende en beleed dit ook (2 Sam. 7:28).

Goddelijke ‘emet’ (trouw/waarheid) wordt vooral bezongen in de Psalmen. Zijn waarheid/trouw zijn constant/voortdurend en onveranderlijk. Duidelijk is dat Gods ‘emet’ (trouw/waarheid) het fundament is van alle waarheid.
‘Emet’ behoort tot God en zoals Hijzelf is, is ook Zijn Woord: “Uw Tora is ‘emet’ (waarheid/vast/betrouwbaar)…” (Ps. 119:142b; vgl. Joh. 17:17).
Zijn waarheid/trouw is voor ons een vast/voortdurend schild (Ps. 91:4; 40:11).
Wij mogen wandelen in Zijn ‘emet’/waarheid/trouw (Ps. 25:5; 26:3; 86:11), “want alle paden van de Here zijn ‘emet’ (waarheid/zekerheid/trouw)…” (Ps. 25:10).

Laat onze bede zijn: “Leer mij Uw weg… ik zal in Uw ‘emet’ (waarheid/trouw) wandelen ….” (Ps. 86:11).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk