”Er is een God in de hemel die verborgenheden openbaart”

Gieneke van Veen-Vrolijk • 79 - 2003/04 • Uitgave: 4
Het boek Daniël is misschien één van de meest bestudeerde Oudtestamentische profetische boeken. De inhoud van Daniël heeft vandaag veel te zeggen en bevat indrukwekkende gegevens en opzienbarende profetische details die de lezer diep ontzag inboezemen. Daniël bevat meer reeds vervulde profetieën dan enig ander Oudtestamentisch boek.
Van de twaalf hoofdstukken van dit boek zijn enkele historisch-verha-lend van aard en inhoud, zoals hoofdstuk l ,3,6. Echter, de visioenen in hoofdstuk 7 t/m l 2 zijn profetisch van aard en bevatten veel bijzondere voorzeggingen ten aanzien van de toekomst. In het bestek van dit artikel ga ik in op de profetie van Daniël 2 en 7.

Daniël moet gezien worden tegen de achtergrond van de historische situatie van het volk Israël na de val van Jeruzalem en de deportatie naar Babel. Reeds in Mozes' tijd had God gewaarschuwd: "Houdt dan de woorden van dit verbond..." (Dt. 29:9; vgl. Dt. 28:64; 29:18, 28). Ondanks vele waarschuwingen door profeten als Jesaja, Micha, Jeremia en vele anderen, kwam de ballingschap als Gods straf voor de afval en afgoderij, zoals beschreven in 2 Kron. 36:16. werd geboren in een vooraanstaande Joodse familie in de tijd van Josia's hervormingen, ca. 622 v. Chr. (2 Kon. 22,23; 2 Kron. 34,35). Op jonge leeftijd weré hij bij de eerste Joodse deportatie in 609 v. Chr. (Dan. 1:1,2) naar Babel meegevoerd en van zijn ouders gescheiden, om opgeleid te worden tot 'hof-wijze' (Dan. 1:4,5). Hij onderging daar het verdriet en de vernedering dat zijn Hebreeuwse naam Dany-el (= mijn Rechter is God) werd veranderd in een naam met zinspeling op een heidense afgod (vgl. Dan. 4:8). De Here God gaf Daniël wijsheid en inzicht in geestelijke zaken en had hem uitverkoren tot een zeer bijzondere profetische bediening, vanaf zijn jeugd tot in zijn tachtiger jaren wanneer hij nogmaals ontzagwekkende profetieën ontvangt (Dan. 10-12).

Daniëls boek
Het boek is geschreven in twee talen: hoofdstukken l en 8 tm. 12 in het Bijbels Hebreeuws en het deel 2:4b-7:28 in het Bijbels Aramees. Het Bijbels Aramees is een vorm van het Rijksaramees (van het Medo-Perzische rijk), de taal die werd gebruikt als internationaal communicatie-middel in het Babylonische en Perzische rijk, gedurende de 6e en 5e eeuw v. Chr. Waarom die twee talen? En welk criterium volgde de auteur om het ene deel in het Hebreeuws en het andere deel in het Aramees te schrijven? De inhoud van het boek geeft een antwoord: De Aramese hoofdstukken (2-7) behandelen zaken die alle bewoners van de Babylonische en Perzische Rijken betroffen en zo waren deze delen ook toegankelijk voor hen. De overige hoofdstukken betreffen de Joden en Gods plan met de Zijnen. Daarom wordt in hoofdstuk 8 weer overgegaan op het Hebreeuws. Ook de talen die God gebruikt, hebben ons iets te zeggen!
Wij richten ons nu op twee inhoudelijk parallelle hoofdstukken uit Daniël.

Nebukadnezars droom (Dan. 2)
Deze koning heeft een bijzondere droom gehad, die Daniël hem door Gods hulp en wijsheid (vss. 20-23: 27-30) bekend kon maken en uitleggen. Het ging over een enorm en indrukwekkend beeld samengesteld uit verschillende metalen (vss. 31-36a): het hoofd was van goud, borst en armen van zilver, buik en dijen van koper, onderbenen van ijzer en de voeten deels van ijzer en deels van leem. Terwijl de koning in zijn droom toekeek kwam er een steen, zonder toedoen van mensenhanden, het beeld verwoestte en al het materiaal verbrijzelde, om tenslotte een rots te worden die 'de hele aarde vervulde. Met deze droom werd de koning bekend gemaakt "wat er geschieden zou" (vs. 29,45). Daniël onthulde (vss. 36b-45) de koning dat de verschillende delen van het beeld de vier elkaar opvolgende wereldmachten symboliseerden, tot de uiteindelijke overwinning van de Messias in het laatste der dagen. Het gouden hoofd symboliseerde Nebukadnezar en het Neobabylonische rijk. Na hem volgde het mindere 'zilveren' Medo-Perzische rijk, dat begon met Kores (de Grote) die in 539 v. Chr. Babyion veroverde; dit rijk hield ca. twee eeuwen stand, maar was verdeeld (2 armen). Hierop volgde het bronzen Grieks-Macedonische rijk, gevestigd door Alexander de Grote die Perzië binnentrok en in 331 v. Chr. alle weerstand overwon. Toen Alexander 10 jaar later stierf, werd zijn rijk opgesplitst in vier gebieden. Het Griekse rijk hield ca. 260 a 300 jaar stand, maar werd in 63 v. Chr. uiteindelijk opgevolgd door het Romeinse rijk, dat ijzerhard was; echter na Theodosius I werd het toch definitief gesplitst in een Oostelijk (Byzantium) en een Westelijk rijk, gesymboliseerd door de benen van het beeld. Opmerkelijk zijn de voeten van ijzer en leem, wat duidt op zowel hardheid als zwakheid (vs. 42), maar bovendien het gehele beeld onstabiel en zwak maken. Hierbij komt dat leem en ijzer niet vermengd kunnen worden, wat duidt op gebrek aan werkelijke eenheid.

De vier dieren in Daniëls droom (Dan. 7}
Nebukadnezars droombeeld vindt zijn parallel in de vier dieren van Daniels eigen droom, jaren later (556/5 v. Chr). Die dieren symboliseren eveneens de opeenvolging van koninkrijken (zie vs. 17). De gevleugelde leeuw is Babyion; het koninklijke leeuwensymbool was kenmerkend voor dit rijk. De beer symboliseert het Medo-Perzische rijk; dit dier is minder koninklijk dan de leeuw, maar wel sterk. De drie ribben in zijn muil symboliseren de drie voornaamste overwinningen die Kores en zijn zoon Cambyses behaalden (Lydië, het Chaldese rijk en Egypte). Het derde dier, de panter met vier vleugels en vier hoofden, symboliseerde het Griekse rijk, dat spoedig na Alexanders dood in vier delen werd verdeeld. Het vierde gruwelijke, sterke dier symboliseert het Romeinse rijk dat volgde op dat van de Grieken. Zijn ijzeren tanden duiden op de hardheid die het Romeinse rijk kenmerkte en corresponderen met het ijzer van de voeten van het beeld (2:33b). De tien hoorns van het Romeinse dier corresponderen met de tien tenen van het beeld.

Vervulde en nog onvervulde profetieën
De geschiedenis leert ons hoe bovengenoemde (en andere) profetieën grotendeels wonderlijk exact vervuld zijn. Er zijn in Dan. 2 en 7 echter ook nog onvervulde profetieën betreffende de laatste dagen. In Dan. 2:44 wordt Christus' koninkrijk geprofeteerd, evenals in Dan. 7 Christus' wederkomst en koninkrijk voorzegd wordt (vss. 9,10,-13,14,18,2-2,27). Maar in Dan. 7 wordt bovendien duidelijk de komst van de antichrist voorzegd, gesymboliseerd in die ene hoorn die tussen de andere opkwam en 'ogen had en een mond die grote dingen sprak' (vss. 8,20). De tijd tussen vervulde en nog onvervulde profetieën is de tijd waarin Christus' gemeente zich nu bevindt.

De tekenen van de tijd
Vele tekenen (vgl. Matth. 24; 2 Thess. 2:1-12) leren ons dat onze tijd met recht als 'eindtijd' aangeduid kan worden. Wat zien wij zoal?
- Israël teruggekeerd. Dit is een positief teken. Daniels profetieën houden in, dat Gods volk in het Land der belofte zal moeten zijn en de Tempel herbouwd (2 Thess. 2:4).
- De voeten van het beeld (Dan. 2:41-43) spreken van een tijd waarin enerzijds hardheid zal heersen, elders zwakheid en verdeeldheid. Om ons heen wordt dit beeld bevestigd.
- Menselijke vermenging zonder samenhang/eenheid (Dan. 2:43) is het 'leemijzertenenbeeld', dat wij in de huidige multi-culturele samenleving ontwaren.
- Voortekenen van komst en optreden antichrist (Dan. 7:8c,lla-,20c,21,-25): 'Een mond die grote dingen spreekt tegen de Allerhoogste' is wat wij nu als voortekenen zien in allerlei vormen van spot en grove godslastering die velen uitbraken. Ook christenvervolging vindt plaats (vs. 21, 'oorlog tegen de heiligen').
- Mensen menen tijden en wet te kunnen veranderen (Dan. 7:25-b) en de wetenschap is vermenigvuldigd (Dan. 12:4c). De mens staat centraal en verheft zich boven alles, ja boven God (2 Thess. 2:4). Men werkt aan een superperfect mens (klonen) en beschikt over leven en dood (abortus, euthanasie) in volkomen onafhankelijkheid van God; menselijke zelfbeschikking overheerst. 2 Thess. 2:1-11 spreekt over de volgende tekenen vóór de komst van de antichrist:
- Afval van het geloof (vs. 3). God wordt losgelaten, leegloop van kerken, liberalisme, humanisme werpt vruchten af.
- Loslaten waarheid (vs. 10-12). De huidige theologie loochent bijbelse grondwaarheden, die helaas in steeds bredere kring worden ontkend en/of gerelativeerd.
- Leugenwonderen en werkingen van satan en valse profeten (Mt. 24:11,24). Zien wij dit niet vaker?
- Matth. 24 wijst ons op tekenen als:
Wetteloosheid, normloosheid, immoraliteit, losbandigheid, liefdeloosheid (aanval op het gezin), onrecht, geweld, vermenigvuldiging van oorlogen, rampen en van het kwaad. Alles 'moet kunnen en mogen' in onze zieke, postmoderne maatschappij, gekenmerkt door extreme tolerantie, relativisme (er is geen absolute waarheid), oppervlakkigheid, religiositeit ... Jesaja profeteerde hierover al: "Wee, die het kwade goed heten en het goede kwaad; die duisternis tot licht stellen en het licht tot duisternis" (Jes. 5:20).
- Tussen alle negatieve tekenen is er nog één positief teken dat (dankzij huidige techniek en middelen) ook steeds duidelijker wordt: Evangelieverkondiging over de gehele aarde (Mt. 24:14). Alle tekenen zeggen ons dat de Dag van de Here zeer nabij is (l Pe. 4:7). "Maar wij verwachten naar Zijn belofte, nieuwe hemel en nieuwe aarde ... Daarom, geliefden, benaarstigt u, dat u onbevlekt en onbestraffelijk van Hem gevonden moogt worden, in vrede" (2 Pe. 3:13,14).

Dr. Annechiena van Veen-Vrolijk

Noten

1• De naam Belteshatsar is afgeleid van het Akkadische Balatsuutsur, wat waarschijnlijk een verkorte vorm is van Nabubalatsuutsur (= Nebu beschermt zijn leven). Nebu was blijkbaar Nebukadnezars god.
2• In hoofdstuk 2:4 begint het gedeelte in het Aramees: "Toen spraken de Chaldeeën tot de koning 'aramit'..." ('aramit = Aramees, maar wordt ook wel vertaald met 'Syrisch'; vgl. SV).
3• Dit was vooral ten tijde van Nebukadnezar; zo was de beroemde Ishtar poort versierd met leeuwen.
4 Vierdeling na Alexanders dood (323 v. Chr.): Babyion en Noord Syrië (Antigonos, Seleuciden); Egypte (Ptolomeus I); Macedonië (Cassander); Thracië en Bithynië (Lysimachos). Vgl. Dan. 8:8; l 1:4.

Wij zijn dankbaar met de bijdrage van Mw. Dr. van Veen-Vrolijk (moeder van 2 kinderen) aan Het Zoeklicht. Om iets meer over haar te weten:
- Studeerde Semitische talen en culturen; hoofdvakken H'ebreeuws en Aramees. Daarnaast andere Semitische talen (Fenicisch, Ugaritisch, Akkadisch, Syrisch) Studeerde ook: Archeologie van het Nabije Oosten. Specialisme: Sefardische studies (Sefardische Joden = Spaans-Portugese Joden). Binnen dit specialisme met name 39 bestudering van oude bijbelvertalingen en andere documenten die met de Bijbel verband houden (exegetische, taalkundige commentaren, enz).
- Proefschrift: thema: Middeleeuwse Ladino en Judeo-Espanol Bijbelvertalingen van de Sefardische joden (Ladino en Judeo-Espanol zijn taalvarianten van de Sefardische Joden)
- Docent (aan ETH Veenendaal) Hebreeuws, Jodendom, en Archeologie
- Medewerker Studiebijbel