Er is hoop voor de toekomst!

dr. Arie van der Rijst • 80 - 2004/05 • Uitgave: 22
Er is hoop voor de toekomst!

De laatste tijd wordt er steeds meer opgeroepen tot een dialoog met andere godsdiensten. Met de Islam en oosterse godsdiensten als o.a. het Hindoeïsme, Boeddhisme en Taoisme. In dit verband hoor je steeds vaker de opmerking dat er meerdere wegen naar God leiden. Maar in de Bijbel staat toch in Joh 14:6: ‘Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.’ Ook als je naar het huidige maatschappelijke- en sociale leven van de West-Europese samenleving kijkt moet je constateren dat deze samenleving ver verwijderd is, van een samenleving die geïnspireerd is door wat God ons in zijn Woord voorhoudt. In sombere momenten vraag ik me dan ook wel eens af, of over enige tijd God niet alleen uit Jorwerd, maar uit geheel Nederland verdwenen zal zijn. Zal er over enige tijd in het geseculariseerde Nederland nog wel plaats voor God zijn? Maar naast deze sombere gedachten weet ik ook dat God zijn wereld niet los laat. Hij is getrouw, ondanks onze ontrouw. Dat kunnen we door de geschiedenis heen zien. Niet alleen in de geschiedenis van het Joodse volk maar ook in de geschiedenis van West-Europa en van Nederland.

Onlangs zag ik een DVD over het leven van keizer Augustus. Dit was de keizer die de volkstelling heeft uitgeschreven, waardoor Jozef en Maria naar Bethlehem moesten gaan en waardoor Jezus niet in Nazareth maar in Bethlehem zou worden geboren, zoals door de profeet Micha was voorspeld. In Mic. 5–1 lezen we: ‘En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israël en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.’

En in wat voor tijd werd Jezus geboren. In het Romeinse rijk was het een tijd van verwording. In de film over het leven van keizer Augustus wordt ook een beeld gegeven van het leven van de mensen in het Rome van die dagen. Als je dat zo tot je neemt, dan waan je je in de éénentwintigste eeuw. Homoliefde was een normale zaak en huwelijkstrouw was ver te zoeken. Egoïsme en materialisme vierden hoogtij. Toch waren er mensen in die maatschappij die Christus in hun hart gesloten hadden, niettegenstaande de grote en soms fanatieke tegenstand van de overheid. Drie eeuwen later onder keizer Constantijn de Grote is de christelijke religie zelfs tot staatsgodsdienst verheven. Als je de geschiedenis van West-Europa, van Constantijn de Grote tot aan de Reformatie leest, ontstaat er ook geen al te positief beeld over het leven van de mensen volgens Gods Woord. Zelfs in de kloosters beperkte men zich niet tot het geestelijke leven. In veel kloosters werd veel tijd besteed aan het lezen en bestuderen van klassieke heidense auteurs en aan de heidense wetenschappen.

Toch heeft God, na de Renaissance, de Reformatie en de Contra-Reformatie gegeven. Maar al snel bleek de ‘Nadere Reformatie’ in Nederland en Duitsland nodig. Het beeld dat men van het maatschappelijk leven van de kerkmensen uit de zestiende en zeventiende eeuw in Nederland krijgt, bij het lezen van literatuur uit die tijd, geeft ook geen rooskleurig beeld te zien. Voetius, hoogleraar theologie aan de Illustere school (sinds 1636 de universiteit van Utrecht), heeft in 1634 tijdens zijn openingsrede zijn studenten opgeroepen met hun levenshouding de mensen te laten zien dat zij God in hun leven hebben toegelaten en Hem een plaats in hun dagelijkse leven hebben gegeven. Dat hun leven dan schril afstak tegen dat van vele anderen, moest hun tot ere zijn. Toch hebben we daarna de Verlichting, het modernisme en het postmodernisme gekregen. Hun invloed is aan de kerken in Nederland niet zonder meer voorbij gegaan.

En toch, als je deze ontwikkeling overziet, word je minder somber gesteld. God heeft tot nu toe steeds de Nederlandse samenleving bewaard. Hij bleef getrouw. Steeds waren er profeten die de mensen weer op het rechte pad brachten. Steeds weer gaf God mensen die tot een reformatie hebben opgeroepen en er zijn ook steeds weer mensen geweest die naar deze oproep hebben geluisterd en hem positief hebben beantwoord. De grote vraag is niet of God zich uit Nederland terugtrekt en geen nieuwe reformatoren zal geven. Dat doet Hij, want Hij is getrouw. De grote vraag is of wij bereid zijn naar de oproep, tot terugkeer naar een ‘godzalig leven’, te luisteren en bereid zijn er naar te gaan leven.

dr. Arie van der Rijst