Ervaringen van een prediker (3)

ds. Gerrit Leuvenink • 87 - 2011 • Uitgave: 13
Daar zat hij, een beetje trots, met naast zich een aantal verschillende Bijbels en achter zich een stapeltje pizza’s. Mijn vermoeden was juist - gezien de kleur van de dozen - toen ik vroeg naar de houdbaarheidsdatum. Ik zat daar vanwege een bijzondere vraag waar hij al enkele jaren mee zat. Laten we het zo noemen, ‘bejaarde boer zoekt een vlijtige vrouw’. Hij had op de gemeentelijke wandelpaden van het dorp al velen aangesproken op zijn zoektocht. Het zoeken naar een huisvrouw, liefst een degelijke, was zelfs voor Salomo nog een opgave. Laat staan voor deze bejaarde zoeker, zo hadden velen hem al willen laten geloven. Ik moest hem daar maar bij helpen, zo hadden enkele gezellige medegelovigen hem het advies gegeven. Goed advies natuurlijk! En nog gratis ook! Ik ben er overigens nooit achter gekomen waarom mensen mij hadden voorgedragen.

Hij begon zelf over bidden, maar had daar niet zoveel mee, dat paste niet zo bij hem. Hij had liever de ogen open om het vrouwelijk schoon te zien. Dat hij het goed voor had met de mogelijke kandidaat waren de verschillende Bijbels i.v.m. met de verschillende geloven, de pizza’s om de last van het koken wat te vergemakkelijken. Hij zou echt niet moeilijk doen, wanneer het maar wat opgeruimd zou worden. Hij hoorde wel bij de ouderen, maar modern eten kon hij wel waarderen.
Toen het gesprek verder ging over het feit dat we op Gods wegen mogen wandelen en Hem alle dingen mogen voorleggen, werd hij sprakeloos. Zo concreet de dingen bij de naam noemen was hem nooit verteld en hij had er eerlijk gezegd ook geen behoefte aan. Hij probeerde me te overtuigen dat geloofszaken op een heel ander vlak liggen dan gewone levensvragen. Geloof is goed voor de hemel, een vrouw voor het leven op aarde. We moeten wel met beide benen op de grond blijven staan, anders komen we niet verder in deze wereld.

Na een tijdje kwam hij tot de ontdekking dat hij niet zoveel opschoot met het advies en medewerking van mijn kant en gaf daarom een wending aan onze gesprekken. Eigenlijk moest hij niets meer hebben van de kerk, want daar ging het om geld en status. Zijn vrouw - al lang overleden - had hem meegenomen naar de kerk, anders was hij er misschien nooit naar toegegaan. Hij hield zich niet zo bezig met de dood en de hemel.
Bij ons afscheid verzekerde hij me dat hij verder over het geloof zou nadenken wanneer hij een goede vrouw gevonden had. Wat later zal komen moet men maar afwachten.
Tijdens de rit naar het volgende bezoek vroeg ik me af hoe velen zo niet leven. Het maken van onderscheid tussen hemel en aarde ligt soms zo voor de hand. Prediker 11:9 is zo waar!

Ds. Gerrit Leuvenink