Ex-moslima: “Ik werd bang, maar kon Jezus niet meer loslaten!”

Feike ter Velde • 86 - 2010 • Uitgave: 22
Ze is 21 jaar en van Marokkaanse afkomst. Ze draagt de bekende Marokkaanse hoofddoek, zwart en strak rondom haar gelaat. Twee grote, bruine open kijken open de wereld in. “Hoe kom je nu in een evangelische Gemeente terecht?” vraag ik na de dienst. Ze lacht; een prachtige gebit, stralend in haar getinte gelaat, wordt zichtbaar. “Ben je moslim?” vraag ik. “Nee, niet meer. Ik ben christen geworden en ik ben ook al gedoopt. Het was wel een moeilijke tijd, want alles liep mis en veel dingen keerden zich tegen me. Maar dat weet de Here Jezus ook, hoor.” Loubna vertelt.

In de ramadantijd vorig jaar, kreeg ik van een collega te horen wie Jezus is. Hij vertelde me ook wat zijn geloof inhield. Ik wist niet wat het geloof in Christus inhield. Mijn collega zei: “Ik heb het je nu verteld, dus je kunt later niet zeggen dat je nooit over Hem hebt gehoord.” Daar moest ik veel over nadenken.
Ik dacht: Stel, dat Jezus de waarheid is? Ik wilde meer weten over Jezus. Ik had het Nieuwe Testament gekregen, maar elke keer als ik eruit las, viel ik meteen in slaap of het nu middag, ochtend of avond was. Toen ik hoorde dat satan dat deed om mij te verhinderen de Bijbel te lezen, heb ik mezelf gedwongen om te gaan lezen. Ik begon met het onderzoeken van de koran en de Bijbel. Maar stiekem las ik liever de Bijbel. Ik merkte al gauw dat er veel liefde uit de Bijbel kwam en ik was erg onder de indruk van Jezus. Ik had al heel snel een zwak voor Jezus’ liefde voor de wereld.
Ik bleef maar nadenken en mijn gedachten gingen als een pingpongbal heen en weer. Ik was het niet eens met de eis tot het islamitische gebed. Ik vond dat je gebed uit je hart moet komen en dat kan alleen als je zelf kiest of en wanneer je bidt. Niet omdat het moet, maar omdat je het zelf wilt. Ik dacht: God zal ons toch nooit dwingen? Maar de regels in de islam voelden voor mij juist wel opdringerig. Ik stopte tijdens de ramadan met bidden. Ik bad nog wel, maar dan op mijn eigen manier. Ik knielde, vouwde mijn handen elke avond en bad tot Allah en tot Jezus. Jezus aanbad ik, omdat ik van Hem hield, maar tot Allah bad ik omdat ik bang was voor de gevolgen van mijn keuze. Ik besefte al gauw dat dit niet kon. Twee goden aanbidden kan niet, de ene is een afgod en de andere is God en je bent voor of tegen God.
Ik werd bang van de gedachte alleen al. Ik kon geen afstand nemen van Jezus, maar ook niet van Allah, want daar had ik al mijn hele leven in geloofd.
Op 23 november vorig jaar, in de nacht, barstte ik in tranen uit en zei: “God ik kan het niet. Ik ben bang en ik weet niet wie de ware God is. Laat mij zien wie U bent en ik beloof zodra ik het weet, dat ik U zal volgen. Al raak ik al mijn familie daardoor kwijt, ik wil de Ware God leren kennen en dienen.”
Op dat moment werd ik zo overladen met liefde. Ik had op dat moment totaal geen controle meer over mijn denken. In mijn gedachte werd mij duidelijk gezegd: “Ik ben de enige Waarheid, de Weg en het Leven, Jezus; volg Mij.” Ik was ineens niet meer bang voor Allah. Ik wist gewoon zeker dat God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest was. Ik heb mijn leven aan Hem gegeven, mijn Hemelse Vader, Abba! Het leek net op verliefd zijn. Je kunt niets bewijzen of aantonen, maar er was zo’n sterke innerlijke zekerheid in mij. Het was niet mijn verstand, het lag veel dieper. in mijn hart, waar God tot mij sprak.
De volgende dag was ik niet te stoppen. Ik bleef lachen en ik wilde iedereen alleen maar liefhebben!

Ik had niet lang daarvoor veel onrecht, ellende en verdriet meegemaakt. Ik zag het toen niet meer zitten. Er zat mij iets dwars wat niet was opgeruimd. Ik had mijn vader nooit vergeven. Ik zei het wel, maar dat was niet zo, want de pijn kwam altijd weer boven. Ik bad tot God en zei: “Vader, U bent mijn Papa in de hemel. Ik wil mijn aardse vader vergeven, maar het lukt mij niet. Kunt u mij helpen om hem te vergeven en ik vertelde God wat mij dwarszat. Het deed zo’n pijn, dat mijn ouders uit elkaar waren gegaan. Ik had het gevoel dat ik had gefaald. Als klein meisje was ik papa’s kindje. Maar hij werd erg ziek en hij werd ineens een heel ander mens. Ik heb dat hem stiekem altijd kwalijk genomen. Maar de dag dat ik God vertelde wat mij echt dwarszat en dat ik bereid was om mijn vader echt te vergeven met de kracht van de Heer, kwam tot verbazing de volgende nacht mijn vader in mijn kamer. Dat deed hij nooit. Hij vroeg wat ik deed en ik zei: “Ik lees de Bijbel.” Hij stak zijn duim op en zei: “Goed zo!” Ik vond het een beetje bizar. Hij vroeg of hij naast mij mocht zitten en toen vertelde hij mij: “Het spijt me wat ik jou heb aangedaan. Ik wil je om vergeving vragen. Ik heb je op jonge leeftijd al verwaarloosd en je te veel verantwoordelijkheid gegeven.” Hij beleed dit aan mij als zijn zonde. Ik kon hem toen oprecht zeggen, met tranen van geluk, dat ik hem alles al had vergeven. Maar wat mij het meest raakte was het feit, dat ik tijdens mijn gebed in mijn hart verlangde naar mijn vaders aanwezigheid en dat God juist dát gaf. Hij kwam in mijn kamer.

Het was God die mij liefhad, waardoor ik Hem lief kan hebben en anderen om mij heen. En zo zijn er nog zoveel andere zegeningen die ik heb mogen ontvangen van mijn lieve, lieve hemelse Vader. Maar dat zou een paar weken duren omdat allemaal te vertellen. Ik heb veel steun mogen ontvangen van een familie, mij gegeven door God. Zij begrepen alles en steunden mij.
Mijn leven lang heb ik mij druk gemaakt over wat mensen van mij denken. Ik wilde iedereen continu behagen en cijferde daardoor mijzelf altijd weg.
Midden in de pijn van afwijzing is het God die Zijn liefdevolle armen om mij heensloeg. Ik schaamde mij altijd voor mijn Marokkaan-zijn. Ik kwam wel voor Marokkanen op, maar ik dacht altijd pfff… die Marokkanen zetten mij altijd voor schut. Totdat Jezus in mijn hart kwam wonen. Hij heeft mij geleerd om juist mijn eigen volk lief te hebben. En ik heb ze zo ontzettend lief en ben zo trots op mijn afkomst, mijn cultuur en mijn mensen. Zó is God! Als Hij mij ten goede verandert en mij echt een diep besef geeft van liefde, dat ik niet beter ben dan een ander en dat ik een ander lief moet hebben, zoals Hij mij liefheeft, dat ik mijn vijanden lief moet hebben, degene die mij vervloeken moet zegenen, goed te doen voor degene die mij haten en moet bidden voor degene die mij vervolgen, dan blijft dat wel moeilijk, maar er is hoop en ik heb echt vertrouwen dat ik met kracht van de Almachtige verder kan veranderen en steeds meer kan gaan lijken op mijn Verlosser, de Here Jezus Christus! Stiekem hoop ik dat God mij in de toekomst naar Marokko stuurt om daar mensen te helpen en hen te vertellen over het Levende water, waarvan ik gedronken heb. Ik gun het moslims extra, want ik hou van die mensen. Het zijn mooie mensen, ze willen echt voor God leven, maar ze leven in vrees voor Allah. Daarom missen ze zoveel. Ik kan het weten, ik ken het verschil en ik weet dat het niet mijn goede werken zijn, maar slechts Zijn genade die mij heeft gered. Omdat Hij mij zo lief heeft, gaf Hij Zijn Zoon als offer voor mijn zonde!

In mijn lange gedicht aan de Here God schreef ik vorig jaar onder andere dit:
Jezus, Hij heeft te allen tijde de Vader gehoorzaamd,
Jezus, onze Messias genaamd
Ik zal U, Heer, tot aan mijn laatste adem aanbidden
Zend Uw Heilige Geest in ons midden.
Bedek ons met Uw dierbaar bloed.
Alle eer aan onze ware Verlosser, Jezus Christus
Dank u Heer, dat U mijn schuilplaats bent en altijd zal zijn.
Dat U in alles bent voorgegaan en uit liefde koos voor pijn.
Heer, dank u wel voor Uw trouw
U bent het, lieve God, van Wie ik zóveel hou!


Feike ter Velde