Ezechiël, deel 8 Gog, van het land Magog

Gert van de Weerd • 82 - 2006/07 • Uitgave: 14
Schatgraven in de Bijbel

Deel 8: Gog, van het land Magog


Ezechiël 38-39 is een indrukwekkende perikoop. Het bevat de bekende profetie over Gog/Magog en beschrijft de grote veldslag aan het einde van de Grote Verdrukking. De Bijbel deelt weinig over Gog mee. Sommigen zien in hem de antichrist, maar daar is geen grond voor. De naam Gog is wellicht afgeleid van het Sumerische gûg (dat klinkt als Gog), wat duisternis of kwaad betekent. Magog betekent gebied van Gog. We kunnen dus lezen: Het kwaad uit het duistere land en dan ontstaat duidelijkheid. Gog is één van satans hoogste trawanten, of satan zelf!

Satanische Machten
Als de Grote Verdrukking uitbreekt, staat het volk Israël aan de vooravond van de stichting van het Messiaanse Rijk. Satan zal alles doen om dit te voorkomen en heel zijn macht mobiliseren. In die context vinden we de oorsprong van Gog in de diepten van Sheol (het dodenrijk) en verwijst de profetie naar Ezechiël 31-32. De Bijbel spreekt tweemaal over Gog in het kader Eindtijdprofetie; in Ezechiël 38/39 en in Openbaring 20. De voorvallen liggen echter ver uit elkaar. Ezechiël spreekt over een periode kort vóór het Messiaanse Rijk. Openbaring 20 over gebeurtenissen daarna. Gog komt voort uit de macht van satan en gaat met hem ten onder (Ezechiël 39:1-6). Daarop wordt satan duizend jaar gebonden (Openbaring 20:1-3). Maar, in Openbaring 20:7-9 spreekt de apostel Johannes over het herleven van satans macht, na het Messiaanse Rijk. En weer gebeurt dat in de aardse gestalte van Gog. De Gog van Ezechiël en de Gog van Openbaring zijn dus identiek.

Armageddon
De profetie begint met een oorlogsverklaring: Zie, Ik ben tegen u, o Gog! (Ezechiël 38:3). Satan wordt door de Almachtige uitgedaagd en gaat daar op in. Er wordt hem alle tijd geboden om een enorm leger op te bouwen (vers 4-7). Soeverein roept God hem toe: “Wees gereed! en bereid u voor, u en de gehele horde van u die rondom u verzameld is. Dan zult u hen tot een leidsman zijn” (Ezechiël 38:7). Met Gog als Führer worden alle Gode vijandige machten gedwongen kleur te bekennen. Dan, aan het einde der jaren (Ezechiël 38:8), dus aan het einde van het laatste tijdperk vóór het Messiaanse Rijk (het tijdperk waarin wij leven), valt Gog met een enorm leger Israël binnen. Gelijk een stormwolk zult gij het land bedekken, zegt vers 9. Zijn doel is de vernietiging van Israël. En de brandende punt van zijn haat is op Jeruzalem gericht; de navelstreng van de aarde (Ezechiël 38:12). Daar loopt de levenslijn van de goddelijke genade: over Golgotha en de Heilige Tempel. Dan wordt Gog door de Almachtige ontmaskerd (vers 17); hij is satan!: Bent u niet degene waarover Ik in vroeger dagen gesproken heb, door de hand van mijn knechten, de profeten van Israël - dat u tegen hen zou optrekken? Vanaf de grondslag van deze wereld is deze eindstrijd dus voorzien!
God roept de elementen op: Een verwoestende aardbeving, bergen vallen, rotsen vergaan, pest, stortvloeden, vuur en zwavel (Ezechiël 38:19-22). Geen mensenhand komt er aan te pas; het is God zelf die de overwinning behaalt. Op de bergen van Israël zult u vallen, gij en al uw troepen (Ezechiël 39:4). Maar,… niet alleen het leger van Gog wordt vernietigd. Er gaat een hemels vuur uit naar het land van Gog en zijn bondgenoten (Ezechiël 39:6).

Goddelijke Wraak
Ziet! Het komt! Het zal gebeuren! Zo spreekt de Soeverein Jahweh. Dit is De Dag waarover Ik gesproken heb (Ezechiël 39:8). De Dag van de wraak van God. Dan kruipt men in de spelonken der rotsen en in de holen van de grond voor de verschrikking des HEREN en voor de luister zijner majesteit (Jesaja 2:19). De HERE brult uit Sion en verheft zijn stem uit Jeruzalem, zodat de hemel en aarde beven (Joël 3:16). Want mijn vonnis is, volken te vergaderen, koninkrijken te verzamelen, over hen mijn gramschap uit te gieten, heel mijn brandende toorn (Zefanja 3:8). Wie kan dat verduren?

Na de Veldslag
Het slagveld ligt bezaaid met miljoenen doden en een onvoorstelbare hoeveelheid wapentuig. Dan zullen de inwoners van de steden van Israël uitgaan en vuren ontsteken en het wapentuig verbranden; Zeven jaren zullen zij daarvan vuren stoken (Ezechiël 39:9). Zeven jaar zullen de Israëlieten nodig hebben om dit alles op te ruimen. Dan zal de nacht rood kleuren door de vele vuren.
Ontelbare lijken worden geborgen en zeven maanden zal Israël een volk van doodgravers zijn (vers 12). Een grote vallei wordt als begraafplaats gekozen: Hamon Gog; het dal van Gogs menigte.
Na die zeven maanden zijn de lijken opgeruimd en is de verpestende stank verdwenen. Echter, overal liggen nog botresten. Er wordt een speciale stad gesticht – Hamonah – en vele mannen in vaste dienst aangesteld (doodgravers, vers 14). Zij zullen het land reinigen van de laatste resten van Gogs leger.

Genade, zo oneindig groot
Als satan verslagen is, wordt het Messiaanse Rijk uitgeroepen, met Jezus Christus als koning te Jeruzalem. Dan keert ook de Heerlijkheid des HEREN terug naar de aarde (Ezechiël 39:21) en zullen alle volkeren zich buigen voor onze God. Dan zal Ik mijn heilige naam bekendmaken onder mijn volk Israël en Ik zal mijn heilige naam niet langer laten ontheiligen (Ezechiël 39:7). Bekendmaken, dat is openbaren aan. Daarmee krijgt Israël een nieuwe relatie met God; inzicht in zijn Wezen. Dat kunnen ze niet uit zichzelf, daarvoor is de Geest van God nodig (Zacharia 12:10). Dan zal het huis van Israël weten dat Ik Jahweh, hun God ben; vanwege die gestelde dag en wat daarna komt. Daarna,… dat is het Messiaanse Rijk. De eindhalte van de lange, moeizame weg van Gods volk.

Een bemoediging
Wij staan aan de vooravond van grote gebeurtenissen. De terugkeer van het volk Israël is daarin een vlammend baken. De basis voor de Grote Verdrukking en het Messiaanse Rijk wordt nu gelegd. Het is dus heel goed mogelijk, dat de antichrist en Gog reeds geboren zijn en wachten op het moment dat zij hun kans krijgen. Dan is het een grote troost te weten dat de Gemeente van Christus daarvoor bewaard wordt: “Want gij, broeders, zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou; want gij zijt allen kinderen des lichts” (1 Tess. 5:4). Zoals de Ark Noach en zijn gezin redde van het oordeel (Matteüs 24 :37) zullen zij, die bij het gezin van Christus horen aan de Grote Verdrukking ontkomen. Zij worden in een oogwenk weggevoerd, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen zij altijd met de Here wezen. Wees daarom waakzaam en vermaant elkander met deze woorden! (1 Tess. 4:17-18).

Gert A. van de Weerd

Teksten uit Zacharia/Ezechiël zijn direct vertaald uit de grondtekst (De Profeet Ezechiël, deel 1/2 en De Profeet Zacharia, van dezelfde schrijver. Te verkrijgen bij Het Zoeklicht). De overige teksten komen uit de NBG-vertaling.
Wilt u reageren? Dat kan via email: vdweerd@xs4all.nl, of per brief via Het Zoeklicht.